Parketnummers: 10-007873-23 en 10-044952-23
Datum uitspraak: 19 juli 2024
Gerechtshof Den Haag
meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis (inclusief rectificatie) van de rechtbank Rotterdam van 19 oktober 2023 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
[thans gedetineerd].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het in de zaak met parketnummer 10-007873-23 (hierna: zaak 1) onder 1 tot en met 10 primair tenlastegelegde en in de zaak met parketnummer 10-044952-23 (hierna: zaak 2) het onder 1 en 2 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren, met aftrek van voorarrest, waarvan 1 jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van
3 jaren en met bijzondere voorwaarden als nader in het vonnis omschreven. Voorts is beslist omtrent de vorderingen van de benadeelde partijen en zijn schadevergoedingsmaatregelen opgelegd. Tenslotte is aan de verdachte een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd als nader in het vonnis omschreven.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep - tenlastegelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 5 augustus 2022 tot en met 6 augustus 2022 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen opzettelijk en wederrechtelijk (een muur van) een pand, althans een gebouw, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt (door met een spuitbus en/of een stift en/of verf op dat pand/gebouw/ muur (tekst) te spuiten/schilderen/schrijven);
hij, in of omstreeks de periode van 25 mei 2022 tot en met 2 juni 2022 te [pleegplaats], tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [aangever 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling door (kort gezegd):
- in een voor de [voetbalclub]supporters ingerichte fanzone op/aan de openbare weg (in aanloop van de Europese Conference League-finale) (zichtbaar voor anderen) een vlag/spandoek vast te houden met de [tekst], althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- ( vervolgens) een foto te (laten) maken van die/dat vlag/spandoek en/of (vervolgens) (meermaals) die foto te (laten) plaatsen/delen/openbaren/posten op de sociale media accounts (Twitter en/of Instagram en/of Facebook) van [namen accounts],
terwijl dit feit werd gepleegd tegen die [aangever 1];
hij, in of omstreeks de periode van 25 mei 2022 tot en met 27 mei 2022 te [pleegplaats], tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [Benadeelde 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of met zware mishandeling, door (kort gezegd):
- in een voor de [voetbalclub]supporters ingerichte fanzone op/aan de openbare weg (in aanloop van de Europese Conference League-finale) (zichtbaar voor anderen) een vlag/spandoek vast te houden met de [tekst], althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- ( vervolgens) een foto te (laten) maken van die/dat vlag/spandoek en/of (vervolgens) (meermaals) die foto te (laten) plaatsen/delen/openbaren/posten op de sociale media accounts (Twitter en/of Instagram en/of Facebook) van [namen accounts];
hij, op of omstreeks 26 mei 2022 te [pleegplaats], tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving, (meermaals) een voorwerp, waarin een uitlating was vervat, die, naar hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden, voor een groep mensen, te weten
- voor homoseksuelen, wegens hun homoseksuele gerichtheid, en/of
- voor joden, wegens hun ras en/of godsdienst, beledigend was, te weten een foto waarop een of meer personen een of meer vlag(gen)/spandoek(en) met onder meer de [teksten] vasthouden/voorhouden, aan iemand, te weten een of meer personen die de openbare social media [accounts] volgen en/of hebben bekeken, anders dan op diens/dier verzoek, heeft doen toekomen, heeft verspreid en/of openbaarmaking van die uitlating of verspreiding in voorraad heeft gehad, door (kort gezegd):
- voornoemde foto (meermaals) te (laten) plaatsen/delen/openbaren/posten op de sociale media accounts (Twitter en/of Instagram en/of Facebook) van [namen accounts] en/of
- voornoemde foto ter verspreiding en/of openbaarmaking te maken en/of aanwezig te hebben op een gegevensdrager;
hij, in of omstreeks de periode van 25 mei 2022 tot en met 25 juli 2022 te [pleegplaats], tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, zich in het openbaar mondeling, bij geschrift en/of bij afbeelding opzettelijk beledigend heeft uitgelaten over een groep mensen, te weten:
- homoseksuelen, wegens hun homoseksuele gerichtheid, en/of
- Joden, wegens hun ras en/of godsdienst door (kort gezegd):
- in een voor de [voetbalclub]supporters ingerichte fanzone op/aan de openbare weg (in aanloop van de Europese Conference League-finale) (zichtbaar voor anderen) een of meer vlag(gen)/spandoek(en) vast te houden met onder meer de [tekst], althans woorden van gelijke beledigende aard of strekking en/of
- ( vervolgens) een foto te (laten) maken van die/dat vlag(gen)/spandoek(en) en/of (vervolgens) (meermaals) die foto te (laten) plaatsen/delen/openbaren/posten op de sociale media accounts (Twitter en/of Instagram en/of Facebook) van [namen accounts];
hij, in of omstreeks de periode van 25 mei 2022 tot en met 9 juni 2022 te [pleegplaats], tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk [aangever 1] en/of [aangever 2, in het openbaar bij geschrift en/of bij afbeelding, heeft beledigd, door:
- in een voor de [voetbalclub]supporters ingerichte fanzone op/aan de openbare weg (in aanloop van de Europese Conference League-finale) (zichtbaar voor anderen) een vlag/spandoek vast te houden met de [tekst] , althans woorden van gelijke beledigende aard of strekking en/of
- ( vervolgens) een foto te (laten) maken van die/dat vlag/spandoek en/of (vervolgens) (meermaals) die foto te (laten) plaatsen/delen/openbaren/posten op de sociale media accounts (Twitter en/of Instagram en/of Facebook) van [namen accounts];
hij, in of omstreeks de periode van 25 mei 2022 tot en met 27 mei 2022 te [pleegplaats], tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk [Benadeelde 1], in het openbaar bij geschrift en/of bij afbeelding, heeft beledigd, door:
- in een voor de [voetbalclub]supporters ingerichte fanzone op/aan de openbare weg (in aanloop van de Europese Conference League-finale) (zichtbaar voor anderen) een of meer vlag(gen)/spandoek(en) vast te houden met onder meer de [tekst], althans woorden van gelijke beledigende aard of strekking en/of
- ( vervolgens) een foto te (laten) maken van die/dat vlag/spandoek en/of (vervolgens) (meermaals) die foto te (laten) plaatsen/delen/openbaren/posten op de sociale media accounts (Twitter en/of Instagram en/of Facebook) van [namen accounts];
hij in of omstreeks de periode van 21 augustus 2021 tot en met 22 augustus 2021 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [Benadeelde 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of met zware mishandeling, door
- op een pand (waar onder andere die [Benadeelde 1] een sportschool houdt) de [tekst], althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, te spuiten en/of te schilderen;
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 19 augustus 2021 tot en met 22 augustus 2021 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen (meermaals) opzettelijk en wederrechtelijk (een muur van) een pand, althans een gebouw, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [Benadeelde 1], in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt (door (telkens) met een spuitbus en/of een stift en/of verf op dat pand/gebouw/muur (tekst) te spuiten/schilderen/ schrijven)
hij in of omstreeks de periode van 21 augustus 2021 tot en met 22 augustus 2021 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk brand heeft gesticht en/of een ontploffing teweeg heeft gebracht in/aan/bij een pand gelegen aan de Brielselaan door
- open vuur in aanraking te brengen met een zogenaamde vuurwerk brandstof combinatie, althans met vuurwerk, althans een explosief voorwerp, en/of een of meer brandbare en/of brandverbenadeelde 10lende stoffen en/of
- die vuurwerk brandstof combinatie, althans dat vuurwerk/explosief voorwerp en/of die brandbare en/of brandverbenadeelde 10lende stoffen, tegen de (rol)deur van het pand te gooien en/of te leggen en/of te plaatsen, ten gevolge waarvan die vuurwerk brandstof combinatie is ontploft en/of (vervolgens) de (rol)deur van dat pand geheel of gedeeltelijk is verbrand en daarvan gemeen gevaar voor dat pand en/of voor de in dat pand aanwezige inboedel en/of voor (de inboedel van) de aangrenzende panden, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, en/of levensgevaar en/of zwaar lichamelijk letsel voor omstanders en/of pasbenadeelde 5, in elk geval levensgevaar en/of voor zwaar lichamelijk letsel voor voor een ander of anderen te duchten was;
Subsidiair, althans indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 21 augustus 2021 tot en met 22 augustus 2021 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om opzettelijk brand te stichten en/of een ontploffing teweeg te brengen in/aan/bij een pand gelegen aan de Brielselaan en/of de rol(deur) en/of inboedel van dat pand aan de Brielselaan, met dat opzet met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen
- open vuur in aanraking heeft/hebben gebracht met een zogenaamde vuurwerk brandstof combinatie, althans met vuurwerk, althans een explosief voorwerp, en/of een of meer brandbare en/of brandverbenadeelde 10lende stoffen en/of
- die vuurwerk brandstof combinatie, althans dat vuurwerk/explosief voorwerp en/of die brandbare en/of brandverbenadeelde 10lende stoffen, tegen de (rol)deur van het pand heeft/hebben gegooid en/of gelegd en/of geplaats, ten gevolge waarvan die vuurwerk brandstof combinatie is ontploft, in elk geval met dat opzet open vuur in aanraking heeft gebracht met vuurwerk en/of een explosief voorwerp en/of aanmaakvloeistof, althans met een brandbare stof, en daarvan gemeen gevaar voor dat pand en/of voor de in dat pand aanwezige inboedel en/of voor (de inboedel van) de aangrenzende panden, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor omstanders en/of pasbenadeelde 5, in elk geval levensgevaar en/of gevaar voor zwáar lichamelijk letsel voor een ander of anderen te duchten was
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij in of omstreeks de periode van 21 augustus 2021 tot en met 22 augustus 2021 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk (een roldeur van) een pand aan de Brielselaan (toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt (door vuurwerk en brandstof bij die roldeur te plaatsen en tot ontbranding te brengen);
1.
hij op of omstreeks 01 januari 2023 te 's-Gravendeel, gemeente Hoeksche Waard tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of diens mededader(s) voorgenomen misdrijf om opzettelijk en met voorbedachten rade één of meer verbalisanten van de politie Eenheid Rotterdam, te weten [Benadeelde 2] en/of [Benadeelde 3] en/of één of meer verbalisanten, zijnde groepsleden van de Mobiele Eenheid van politie Eenheid Rotterdam, te weten [Benadeelde 4] en/of [Benadeelde 5] en/of [Benadeelde 6] en/of [Benadeelde 7] en/of [Benadeelde 8] en/of [Benadeelde 9] en/of [Benadeelde 10] en/of
[Benadeelde 11] en/of [Benadeelde 12] en/of [Benadeelde 13] en/of [Benadeelde 14] en/of [Benadeelde 15] en/of [Benadeelde 16] en/of [Benadeelde 17] en/of [Benadeelde 18] en/of [Benadeelde 19] en/of [Benadeelde 20] en/of
[Benadeelde 21] en/of [Benadeelde 22] en/of [Benadeelde 23], althans een of meer (andere) verbalisanten zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
- één of meer stuks zwaar (illegaal) vuurwerk (betreffende onder meer: cobra's / nitraten / shells) en/of vuurwerkbommen op/tegen, althans in de richting van/naar voornoemde verbalisanten heeft/hebben afgeschoten en/of gegooid, waarbij voornoemd(e) vuurwerk/vuurwerkbommen vlakbij/naast het/de lichamen en/of het/de hoofden/gezichten van voornoemde verbalisanten tot ontploffing is/zijn gekomen en/of
- ( met kracht) één of meer stenen en/of glaswerk op/tegen, althans in de richting van voornoemde verbalisanten heeft/hebben gegooid,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op of omstreeks 01 januari 2023 te `s-Gravendeel, gemeente Hoeksche Waard, openlijk, te weten, op of aan de Smidsweg en/of de Langestraat, in elk geval op of aan (een) openbare weg(en), in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een of meer verbalisanten van de politie Eenheid Rotterdam, te weten [Benadeelde 2] en/of [Benadeelde 3] en/of één of meer verbalisanten, zijnde groepsleden van de Mobiele Eenheid van politie Eenheid Rotterdam, te weten [Benadeelde 4] en/of Benadeelde 5] en/of [Benadeelde 6] en/of [Benadeelde 7] en/of [Benadeelde 8] en/of [Benadeelde 9] en/of [Benadeelde 10] en/of [Benadeelde 11] en/of [Benadeelde 12] en/of
[Benadeelde 13] en/of [Benadeelde 14] en/of [Benadeelde 15] en/of [Benadeelde 16] en/of [Benadeelde 17] en/of [Benadeelde 18] en/of [Benadeelde 19] en/of [Benadeelde 20] en/of [Benadeelde 21] en/of [Benadeelde 22] en/of [Benadeelde 23], althans een of meer (andere) verbalisanten door
- één of meer stuks zwaar (illegaal) vuurwerk (betreffende onder meer: cobra's / nitraten / shells) en/of vuurwerkbommen op/tegen, althans in de richting van/naar voornoemde verbalisanten af te schieten en/of te gooien, waarbij voornoemd(e) vuurwerk/vuurwerkbommen vlakbij/naast het/de lichamen en/of het/de hoofden/gezichten van voornoemde verbalisanten tot ontploffing is/zijn gekomen en/of
-(met kracht) één of meer stenen en/of glaswerk op/tegen, althans in de richting van voornoemde verbalisanten te gooien en/of
-(dreigend) zich op te dringen aan voornoemde ambtenaren en/of
-(daarbij) (dreigend) een of meerdere ploertendoders, althans slagvoorwerpen, aan voornoemde ambtenaren te tonen/voor te houden en/of
-(daarbij) aan die [Benadeelde 3] en/of [Benadeelde 2] en/of een of meer (andere) verbalisanten de weg te versperren, althans de doorgang te beletten en/of (daarbij) te verhinderen dat die [Benadeelde 3] en/of [Benadeelde 2] en/of anderen met/in een (politie)voertuig weg konden rijden en/of
- naar/in de richting van voornoemde ambtenaren te schelden, met de woorden: ‘Kankerlijers', ‘Kanker op joh' en/of ‘Kankerpolitie' en/of
-(met kracht) op/tegen het (politie)schild van die [Benadeelde 5] te trappen/schoppen.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het in zaak 1 onder 1, 10 primair en subsidiair ten laste gelegde zal worden vrijgesproken.
De advocaat-generaal heeft verder gevorderd dat de verdachte ter zake van het in zaak 1 onder 2 tot en met 9, het onder 10 meer subsidiair tenlastegelegde en ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren, met aftrek van voorarrest, waarvan 1 jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en met bijzondere voorwaarden overeenkomstig het advies van de reclassering van 4 oktober 2023.
Daarnaast heeft de advocaat-generaal de oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht (Sr) gevorderd door de duur van
3 jaren, inhoudende een contactverbod met [Benadeelde 1], met 2 weken hechtenis per overtreding voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximale duur van
6 maanden, en voorts inhoudende een locatieverbod op bepaalde uren en dagen voor de omgeving van [voetbalstadion], met 1 week hechtenis per overtreding met een maximale duur van 6 maanden.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Met de advocaat-generaal en de verdediging is het hof van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen aan de verdachte in zaak 1 onder 1 is ten laste gelegd. Op basis van het dossier is niet vast te stellen dat de verdachte vooraf van de bekladding van de woning van de [functie] op de hoogte was en/of dat hij daarbij enige uitvoerende rol heeft gehad. Hij kan derhalve niet worden aangemerkt als medepleger van dit feit.
Ook is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 10 primair en subsidiair is tenlastegelegd. Op basis van het dossier is niet vast te stellen dat bij het plaatsen van vuurwerk en/of brandstof bij de roldeur van de [Benadeelde 1] aan de Brielselaan te Rotterdam gemeen gevaar heeft kunnen ontstaan voor andere goederen dan de roldeur.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in zaak 1 onder 2 tot en met 9 en het onder 10 meer subsidiair ten laste gelegde en het in zaak 2 onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij, in
of omstreeksde periode van 25 mei 2022 tot en met 2 juni 2022 te [pleegplaats], tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,[aangever 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandelingdoor (kort gezegd):
- in een voor de [voetbalclub]supporters ingerichte fanzone op/aan de openbare weg (in aanloop van de Europese Conference League-finale) (zichtbaar voor anderen) een
vlag/spandoek vast te houden met de [tekst],
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekkingen
/of
-
(vervolgens
)een foto te
(laten
)maken van
die/dat
vlag/spandoek en
/of (vervolgens
) (meermaals
)die foto te
(laten)plaatsen/delen/openbaren/posten op de sociale media accounts (Twitter en
/ofInstagram en
/ofFacebook) van [namen accounts],
terwijl dit feit werd gepleegd tegen die Aboutaleb in diens hoedanigheid van burgermeester;
hij, in
of omstreeksde periode van 25 mei 2022 tot en met 27 mei 2022 te [pleegplaats], tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,[Benadeelde 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,
en/of met zware mishandeling,door (kort gezegd):
- in een voor de [voetbalclub]supporters ingerichte fanzone op/aan de openbare weg (in aanloop van de Europese Conference League-finale) (zichtbaar voor anderen) een
vlag/spandoek vast te houden met de [tekst],
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekkingen
/of
-
(vervolgens
)een foto te
(laten
)maken van
die/dat
vlag/spandoek en
/of (vervolgens
) (meermaals
)die foto te
(laten)plaatsen/delen/openbaren/posten op de sociale media accounts (Twitter en
/ofInstagram en
/ofFacebook) van [namen accounts];
hij, op
of omstreeks26 mei 2022 te [pleegplaats], tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving,
(meermaals
)een voorwerp, waarin een uitlating was vervat, die, naar hij, verdachte, en
/ofzijn mededader
(s
)wist
(en
)of redelijkerwijs moest
(en
)vermoeden, voor een groep mensen, te weten
- voor homoseksuelen, wegens hun homoseksuele gerichtheid, en
/of
- voor joden, wegens hun ras en/of godsdienst, beledigend was, te weten een foto waarop
een of meerpersonen
een of meer vlag(gen)/spandoek
(en
)met onder meer de [teksten]
vasthouden/voorhouden, aan iemand, te weten
een of meerpersonen die de openbare social media accounts van [namen accounts] (online) volgen en
/ofhebben bekeken, anders dan op
diens/dierhunverzoek, heeft doen toekomen, heeft verspreid en
/ofteropenbaarmaking van die uitlating of verspreiding in voorraad heeft gehad, door (kort gezegd):
- voornoemde foto
(meermaals
)te
(laten)plaatsen/delen/openbaren/posten op de sociale media accounts (Twitter en
/ofInstagram en
/ofFacebook) van [namen accounts] en
/of
- voornoemde foto ter verspreiding en
/ofopenbaarmaking te maken en
/ofaanwezig te hebben op een gegevensdrager;
hij, in
of omstreeksde periode van 25 mei 2022 tot en met 25 juli 2022 te [pleegplaats], tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,zich in het openbaar mondeling, bij geschrift en/of bij afbeelding opzettelijk beledigend heeft uitgelaten over een groep mensen, te weten:
- homoseksuelen, wegens hun homoseksuele gerichtheid, en
/of
- Joden, wegens hun ras en/of godsdienst door (kort gezegd):
- in een voor de [voetbalclub]supporters ingerichte fanzone op
/aande openbare weg (in aanloop van de Europese Conference League-finale) (zichtbaar voor anderen)
een of meer vlag(gen)/spandoek
(en
)vast te houden met onder meer de [tekst],
althans woorden van gelijke beledigende aard of strekkingen
/of
-
(vervolgens
)een foto te
(laten)maken van die
/datvlag(gen)/spandoek
(en
)en
/of (vervolgens
) (meermaals
)die foto te
(laten)plaatsen/delen/openbaren/posten op de sociale media accounts (Twitter en
/ofInstagram en
/ofFacebook) van [namen accounts];
hij, in
of omstreeksde periode van 25 mei 2022 tot en met 9 juni 2022 te [pleegplaats], tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,opzettelijk
[aangever 1] en/of[aangever 2], in het openbaar bij geschrift
en/of bij afbeelding,heeft beledigd, door:
- in een voor de [voetbalclub]supporters ingerichte fanzone op/aan de openbare weg (in aanloop van de Europese Conference League-finale) (zichtbaar voor anderen) een
vlag/spandoek vast te houden met de [tekst]
- ( vervolgens
)een foto te
(laten)maken van
die/dat
vlag/spandoek en
/of (vervolgens
) (meermaals
)die foto te
(laten)plaatsen/delen/openbaren/posten op de sociale media accounts (Twitter en
/ofInstagram en
/ofFacebook) van [namen accounts];
hij, in
of omstreeksde periode van 25 mei 2022 tot en met 27 mei 2022 te [pleegplaats], tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,opzettelijk [Benadeelde 1], in het openbaar bij geschrift en
/ofbij afbeelding, heeft beledigd, door:
- in een voor de [voetbalclub]supporters ingerichte fanzone op/aan de openbare weg (in aanloop van de Europese Conference League-finale) (zichtbaar voor anderen)
een of meer vlag(gen)/spandoek
(en
)vast te houden met onder meer de [tekst],
althans woorden van gelijke beledigende aard of strekkingen
/of
-
(vervolgens
)een foto te
(laten)maken van
die/dat
vlag/spandoek en
/of (vervolgens
) (meermaals
)die foto te
(laten)plaatsen/delen/openbaren/posten op de sociale media accounts (Twitter en
/ofInstagram en
/ofFacebook) van [namen accounts];
hij in
of omstreeksde periode van 21 augustus 2021 tot en met 22 augustus 2021 te Rotterdam,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,[Benadeelde 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,
en/of met zware mishandeling,door
- op een pand (waar onder andere die [Benadeelde 1] een sportschool houdt) de [tekst],
althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking,te spuiten
en/of te schilderen;
hij op
een of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 19 augustus 2021 tot en met 22 augustus 2021 te Rotterdam,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen (meermaals
)opzettelijk en wederrechtelijk
(een muur van
)een pand,
althans een gebouw, in elk geval enig goed,dat
/die geheel of ten deleaan [Benadeelde 1],
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n)heeft
vernield,beschadigd
en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt (door
(telkens
)met een spuitbus
en/of een stiften/of verf op dat pand
/gebouw/muur (tekst
)te spuiten/schilderen/ schrijven);
hij in
of omstreeksde periode van 21 augustus 2021 tot en met 22 augustus 2021 te Rotterdam tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,opzettelijk en wederrechtelijk
(een roldeur van
)een pand aan de Brielselaan
(toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en
/ofzijn mededaders
)heeft vernield
, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt (door vuurwerk en brandstof bij die roldeur te plaatsen en tot ontbranding te brengen
);
1.
hij op
of omstreeks01 januari 2023 te 's-Gravendeel, gemeente Hoeksche Waard tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte en
/ofdiens mededader
(s
)voorgenomen misdrijf om opzettelijk en met voorbedachten rade
één of meerverbalisanten van de politie Eenheid Rotterdam, te weten [Benadeelde 2] en
/of[Benadeelde 3] en
/of één of meerverbalisanten, zijnde groepsleden van de Mobiele Eenheid van politie Eenheid Rotterdam, te weten [Benadeelde 4] en
/of[Benadeelde 5] en
/of[Benadeelde 6] en
/of[Benadeelde 7] en
/of[Benadeelde 8] en
/of[Benadeelde 9] en
/of[Benadeelde 10] en
/of
[Benadeelde 11] en
/of[Benadeelde 12] en/of [Benadeelde 13] en
/of[Benadeelde 14] en
/of[Benadeelde 15] en
/of[Benadeelde 16] en
/of[Benadeelde 17] en/of [Benadeelde 18] en/of [Benadeelde 19] en
/of[Benadeelde 20] en
/of
[Benadeelde 21] en
/of[Benadeelde 22] en
/of[Benadeelde 23],
althans een of meer (andere) verbalisantenzwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
-
één of meer stukszwaar (illegaal) vuurwerk
(betreffende onder meer: cobra's / nitraten / shells)en
/ofvuurwerkbommen op/tegen
, althans in de richting van/naarvoornoemde verbalisanten heeft
/hebbenafgeschoten en
/ofgegooid, waarbij voornoemd
(e
)vuurwerk/vuurwerkbommen vlakbij/naast
het/de lichamen en
/of het/de hoofden/gezichten van voornoemde verbalisanten tot ontploffing is/zijn gekomen en
/of
- ( met kracht)
één of meerstenen en
/ofglaswerk
op/tegen, althansin de richting van voornoemde verbalisanten heeft
/hebbengegooid,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op
of omstreeks01 januari 2023 te `s-Gravendeel, gemeente Hoeksche Waard, openlijk, te weten, op of aan de Smidsweg en
/ofde Langestraat,
in elk geval op of aan (een) openbare weg(en),in vereniging geweld heeft gepleegd tegen
een of meerverbalisanten van de politie Eenheid Rotterdam, te weten [Benadeelde 2] en
/of[Benadeelde 3] en
/of één of meerverbalisanten, zijnde groepsleden van de Mobiele Eenheid van politie Eenheid Rotterdam, te weten [Benadeelde 4] en
/of[Benadeelde 5] en
/of[Benadeelde 6] en/of [Benadeelde 7] en/of [Benadeelde 8] en
/of[Benadeelde 9] en/of [Benadeelde 10] en
/of[Benadeelde 11] en
/of[Benadeelde 12] en
/of
[Benadeelde 13] en
/of[Benadeelde 14] en
/of[Benadeelde 15] en
/of[Benadeelde 16] en/of [Benadeelde 17] en
/of[Benadeelde 18] en
/of[Benadeelde 19] en
/of[Benadeelde 20] en
/of[Benadeelde 21] en
/of[Benadeelde 22] en
/of
[Benadeelde 23],
althans een of ineer (andere) verbalisantendoor
-
één of meer stukszwaar (illegaal) vuurwerk
(betreffende onder meer: cobra's / nitraten / shells)en
/ofvuurwerkbommen op/tegen
, althans in de richting van/naarvoornoemde verbalisanten af te schieten en
/ofte gooien, waarbij voornoemd
(e
)vuurwerk/vuurwerkbommen vlakbij/naast
het/de lichamen en
/of het/de hoofden/gezichten van voornoemde verbalisanten tot ontploffing is/zijn gekomen en
/of
-
(met kracht
) één of meerstenen en
/ofglaswerk
op/tegen, althansin de richting van voornoemde verbalisanten te gooien en
/of
-(dreigend
)zich op te dringen aan voornoemde ambtenaren en
/of
-
(daarbij
) (dreigend
) een of meerdereploertendoders
, althans slagvoorwerpen,aan voornoemde ambtenaren te tonen/voor te houden en
/of
-
(daarbij
)aan die [Benadeelde 3] en
/of[Benadeelde 2] en
/of een of meer(andere
)verbalisanten de weg te versperren
, althans de doorgang te belettenen
/of (daarbij
)te verhinderen dat die [Benadeelde 3] en
/of[Benadeelde 2] en
/ofanderen met/in een (politie
)voertuig weg konden rijden en
/of
- naar/in de richting van voornoemde ambtenaren te schelden, met de woorden: ‘Kankerlijers', ‘Kanker op joh' en
/of‘Kankerpolitie' en
/of
-
(met kracht
) op/tegen het
(politie
)schild van die [Benadeelde 5] te trappen
/schoppen.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijf-fouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
De raadsvrouw heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep – op gronden als vermeld in de pleitnota – op het standpunt gesteld dat de verdachte van het hem in zaak 1 onder 10 meer subsidiair en in zaak 2 onder 1 en 2 tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Ten aanzien van zaak 1, feit 10 meer subsidiair
Het hof stelt op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep de volgende feiten en omstandigheden vast.
In de nacht van 21 op 22 augustus 2021 is bij de deur
(het rolluik) van het pand van de sportschool van [Benadeelde 1], de oprichter van de [groep], een explosief tot ontploffing gebracht. [Groep] is een groep van [voetbalclub]supporters die zich identificeren als LHBTI+. Het doel van deze vereniging is om de acceptatie van deze gemeenschap te verbeteren onder de voetbalfans, in het bijzonder bij [voetbalclub]supporters.
Door de ontploffing is brand ontstaan aan het rolluik. Deze brand is door toevallige voorbijgangers gedoofd. Daarnaast is het pand met graffiti bespoten met bedreigende en beledigende teksten gericht aan de queergemeenschap, in het bijzonder de [benadeelde 1] van de Groep. De verdachte heeft bekend dat hij verantwoordelijk is voor die teksten.
De verdachte heeft op 4 augustus 2021 in een groepsgesprek met 51 deelnemers via Telegram onder andere de volgende berichten gestuurd over [Benadeelde 1]:
‘Bij zijn huis kom je niet zomaar, hek en camerapaal. Maar we kunnen wel stenen en verfbommen gooien ofzo', ‘Actie actie binnenkort', ‘Maar voor de 19e (het hof begrijpt: de viering van de oprichting van de
Groep) wil ik ook al actie' en `Kankerhomos'.
Op 14 augustus 2021 stuurt de verdachte in de groepschat een bericht dat niemand genoeg zijn best doet voor de RJK (de Rotterdamse Jongeren Kern, van welke groepering verdachte deel uitmaakt) om ‘klusjes' te doen.
De verdachte schrijft vervolgens dat er een klusje is op de Brielselaan bij de sportschool van de oprichter van de ‘[club]'. Hij stuurt een foto mee van de voorkant van de sportschool en als iemand voorstelt graffiti op de deur te spuiten, zegt de verdachte ‘Ja, over heel het gebouw'. Vervolgens schrijft hij: ‘En dan idd een bommetke (lees: bommetje) tegen de deur leggen'.
Op 19 augustus 2021, de dag nadat de [teksten] en ‘RJK' met graffiti op de sportschool waren gespoten, schrijft de verdachte in dezelfde groepschat: ‘is geen kanker opgelost gister', ‘kk getreuzel en getwijfel', ‘vanavond gaat het alsnog opgelost worden'.
De gebruikers J en I schrijven op 20 augustus 2021 als reactie op een foto van de sportschool gestuurd door de verdachte: ‘Kan je ook wat benzine over pleuren' en
‘Doe dn', waarna de verdachte reageert met drie emoticons met een wijsvinger omhoog, naar het oordeel van het hof een teken om te wijzen naar en ter bevestiging van die
bovenstaande berichten. Die bevestiging leidt het hof ook af uit hetgeen de verdachte vervolgens schrijft:
‘Laat maar zien (...) Als er nou niks gebeurt hebben die homo’s vrij spel, t moet nou goed duidelijk worden gemaakt’.
Ter terechtzitting in eerste aanleg heeft de verdachte verklaard dat het klopt dat hij bij de uitvoering van
het plan op de achtergrond is gebleven en zelf zijn handen niet vuil heeft gemaakt. Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdachte verklaard dat hij voor 100% bij de voorbereiding betrokken is geweest en dat hij ‘iemand op pad heeft gestuurd’ voor het veroorzaken van een ontploffing met vuurwerk, waarbij het alleen niet zijn bedoeling is geweest dat er ook een brandbare stof zou worden gebruikt.
Gelet op de bovenstaande feiten en omstandigheden, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat de verdachte een grote intellectuele en aansturende rol heeft gehad bij de vernieling van de roldeur van het pand aan de Brielselaan, waarbij de toon van zijn berichten veelal agressief en manipulatief was. Hij heeft anderen opgestookt, heeft gezegd dat er acties moesten volgen tegen die ‘kankerhomo's', heeft gedreigd met consequenties als leden niet hun best zouden doen en heeft geschreven dat er een vuurwerkbom tegen de deur van de sportschool neergelegd moest worden. Gelet op het grote gewicht van deze rol in de fase voorafgaand aan de vernieling, komt aan de verdachte de status van medepleger van de vernieling toe, ondanks het gegeven dat hij niet fysiek aanwezig was bij de daadwerkelijke uitvoering van het plan.
Het hof acht het feit wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van zaak 2, de feiten 1 en 2
Het hof stelt op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep de volgende feiten en omstandigheden vast.
Tijdens de jaarwisseling van 2022/2023 was er grote onrust in ‘s-Gravendeel. Een groep van tientallen personen stak vuurpijlen en ander zwaar vuurwerk af en schoot dat ook in de richting van andere personen op straat, onder wie gezinnen met kinderen. Toen hierop de politie, waaronder de Mobiele Eenheid (ME), ter plaatse kwam, bleek dat er kraaienpoten en een boom op de weg waren gelegd, kennelijk om de politie te belemmeren haar taak uit te oefenen. Toen enkele politieagenten die obstakels wilden verwijderen, werden zij beschoten met vuurpijlen en ander zwaar vuurwerk. Ook de overige politie werd bekogeld met zwaar vuurwerk, evenals met glas en stenen. Een deel van het vuurwerk kwam tot ontploffing tegen of dicht in de buurt van de politiemensen of hun voertuig. Ook kwamen personen op hen afgerend met een ploertendoder en boksbeugel. Minutenlang bleef het gooien van vuurwerk en andere voorwerpen, het beledigen, het aannemen van een dreigende houding en het zich opdringen aanhouden. Nadat de politie de groep had ingesloten en gecontroleerd, troffen zij onder meer zware en professionele vuurwerkstukken zoals shells (mortierbommen) en Cobra’s op de grond aan. Volgens de rapporten van het NFI en TNO kan dergelijk zwaar vuurwerk tot zwaar lichamelijk letsel – of erger – leiden.
Uit het proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 januari 2023 (p 17 e.v.) volgt dat de verdachte omstreeks
00.15 uur in de omgeving van de rellen door een verbalisant is herkend op de kruising van de Smidsweg/Zuid-Voorstraat/Langestraat/Hendrik Hamerstraat in ’s-Gravendeel terwijl hij was gekleed in donkere kleding, met een donkere muts en een donkerkleurige sjaal voor zijn mond en neus. Hij werd pas herkend door de verbalisant nadat hij zijn gezichtsbedekkende kleding op diens verzoek had weggehaald.
Hij gaf desgevraagd aan bij een vriend op bezoek te zijn, maar kon niet zeggen wie deze vriend was. Terwijl de verbalisant met de verdachte in gesprek was, zag hij meerdere personen van de harde kern van Feyenoord voorbij lopen de kruising op. Enkele personen kwamen aanlopen met houten pallets en sommigen hadden hierbij hun gezicht bedekt met een sjaal of andere gezichtsbedekkende kleding. De houten pallets werden op de kruising gelegd. Tussen 00.15 uur en 01.15 uur werd er getracht een vuur aan te steken. Ook werd er met zwaar vuurwerk gegooid.
De verdachte heeft verklaard dat hij in de nacht van
31 december 2022 op 1 januari 2023 tijdens de rellen weliswaar in ’s-Gravendeel was, maar dat hij geen vuurwerk heeft gegooid. Naar eigen zeggen is hij achter de voorste groep gebleven en heeft hij niet deelgenomen aan het geweld.
Uit het dossier blijkt dat de verdachte voorafgaand aan de jaarwisseling in diverse chatberichten heeft gesproken
over het plannen van een aanval op de ME.
Op 27 december 2022 schrijft hij in een groepsgesprek: ‘we moeten het hard aanpakken die aanvallen goed voorbereiden overal in de wijk boobytraps planten en die kkr meboys met wasbenzine aanvallen'.
Op 30 december 2022 schrijft hij dat een mobiele politiecamera zal worden gesaboteerd, dat hij zijn telefoon misschien thuis laat omdat de politie de telefoon voor bewijs gebruikt, dat ze vuurwerk kunnen laten afgaan in containers en lantaarnpalen en op
31 december 2022 dat hij 10 liter extra benzine gaat kopen.
Ook is in de telefoon van de verdachte een foto aangetroffen die is gemaakt op 31 december 2022, waarop onder meer kraaienpoten, Cobra's en ander vuurwerk te zien zijn. De getoonde, zelfgemaakte kraaienpoten vertonen qua materiaal, vorm en afmeting een sterke gelijkenis met de kraaienpoten die op 1 januari 2023 op de locatie van de rellen in beslag zijn genomen. De foto is bewerkt met afbeeldingen van vlammen en explosies en de tekst ‘vergeet vanavond niet wat de overheid ons afgelopen jaren geflikt heeft!!'.
De verdachte heeft deze foto op 31 december 2022 verstuurd in een privégesprek met één van zijn contacten. Hij schrijft in dat gesprek verder over rellen in een
kleine plaats, dat hij daar dit jaar bij wil zijn en daarop is voorbereid met ‘pyro', en dat in het beste scenario de oproerpolitie komt.
Op 1 januari 2023 schrijft de verdachte: ’it was fun, we attacked the police'.
Op grond van het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat de verdachte deel uitmaakte van de groep benadeelde 22eren die de ME heeft aangevallen. Uit deze feiten en omstandigheden leidt het hof verder af dat de verdachte het vooropgezette plan heeft gehad de leden van de ME zwaar lichamelijk letsel - of erger - toe te brengen. De verdachte heeft vóór de uitvoering van het plan nagedacht over de betekenis en de gevolgen daarvan en zich daarvan daadwerkelijk rekenschap gegeven.
Het was een weloverwogen en gepland besluit om de politieagenten en ME'ers aan te vallen. Uit de chatgeschiedenis blijkt dat de verdachte hier enkele dagen voorafgaande aan de jaarwisseling mee bezig is geweest.
Van enige ogenblikkelijke gemoedsopwelling waarin de verdachte zou hebben gehandeld of andere contra-indicaties is niet gebleken.
Het hof is dan ook van oordeel dat de verdachte met voorbedachte raad heeft gehandeld en acht het medeplegen van poging tot zware mishandeling met voorbedachte
raad en openlijke geweldpleging wettig en overtuigend bewezen.
Het hof verwerpt de verweren.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het in zaak 1 onder 2 tot en met 9 en 10 meer subsidiair en het in zaak 2 onder 1 en 2 tenlastegelegde levert op:
Zaak 1
Feit 2 tot en met 7: de voortgezette handeling van
(feit 2): medeplegen van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, terwijl het feit wordt gepleegd tegen een persoon in diens hoedanigheid van burgemeester
(feit 3): medeplegen van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
(feit 4): anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving een uitlating openbaar maken die, naar hij weet of redelijkerwijs moest vermoeden, voor een groep mensen wegens hun ras, godsdienst en homoseksuele gerichtheid beledigend is, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
(feit 5): zich in het openbaar bij afbeelding opzettelijk beledigend uitlaten over een groep mensen wegens hun ras, godsdienst en homoseksuele gerichtheid, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
(feit 6): eenvoudige belediging
(feit 7): eenvoudige belediging
Feit 8: medeplegen van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
Feit 9: medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen, meermalen gepleegd
Feit 10 meer subsidiair: medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen
Zaak 2
Feit 1 en 2: de eendaadse samenloop van
medeplegen van poging tot zware mishandeling gepleegd met voorbedachten rade
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof, grotendeels overeenkomstig de rechtbank, in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich op de bewezenverklaarde wijze schuldig gemaakt aan een groot aantal strafbare feiten, te weten: drie keer bedreiging, groepsbelediging, het openbaar maken van discriminerende uitlatingen, twee keer
belediging, vernieling en beschadiging, poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade en openlijke geweldpleging, alles gepleegd in vereniging.
De verdachte heeft teksten bedacht voor spandoeken die bedreigend, discriminerend, bijzonder kwetsend en onnodig grievend zijn voor homoseksuelen - in het bijzonder de
oprichter van de Groep, [Benadeelde 1], Joden, [aangever 2], laatstgenoemde vermoedelijk vanwege de beslissing van de [aangever 1] om bij eventuele winst van [voetbalclub] in de finale van de Conference League geen huldiging op de [plaats] te laten plaatsvinden.
Daarbij had de verdachte langere tijd een aansturende en leidende rol (ook in de hooligangroep RJK) en was hij degene die bepaalde wat er op de spandoeken kwam te
staan, dat deze werden getoond in de openbare fanzone in [pleegplaats] en dat vervolgens foto's daarvan naar sociale media werden doorgestuurd.
Daarnaast heeft hij eenzelfde rol gehad in de verschillende incidenten rondom de sportschool van
[Benadeelde 1]. De verdachte had een initiërende rol bij het plan om een explosie te laten plaatsvinden bij de sportschool. Daarbij is dankzij oplettende burgers ‘slechts' schade toegebracht aan de deur van de sportschool.
Ook is de verdachte verantwoordelijk voor de teksten die op het pand zijn aangebracht en die wederom bedreigend, discriminerend, bijzonder kwetsend en onnodig grievend zijn voor de queergemeenschap, en in het bijzonder voor de opbenadeelde 19 van de Groep.
De teksten op de spandoeken en de sportschool vormen een ernstige inbreuk op de gerespecteerde normen en waarden die in de Nederlandse samenleving hoog gehouden worden.
In Nederland moet iedereen zich, zonder dat daarbij onderscheid wordt gemaakt op grond van seksuele gerichtheid, ras of religie, gerespecteerd en veilig voelen. Niet voor niets staat het verbod van discriminatie in het eerste artikel van de Nederlandse Grondwet.
Verder had de verdachte een leidende rol in (de voorbereiding van) de rellen tegen de politie en ME tijdens de jaarwisseling van 2022/2023 in 's-Gravendeel. Er was overduidelijk sprake van een vooropgezet plan om de politie en ME in de val te lokken en fysieke schade toe te brengen, onder meer door hen te bekogelen met zwaar vuurwerk. Uit de aangiften blijkt dat de politieagenten en ME'ers oprecht bang waren dat zij er niet zonder ernstig letsel van af zouden komen.
Enkelen van hen spraken van een oorlogssituatie, waardoor zij zelfs overwogen hebben om gericht op de groep te schieten.
De verdachte heeft met zijn gedrag vele grenzen overschreden. Twee aspecten van zijn handelen vervullen het hof met grote zorgen.
In de eerste plaats zijn instrumenteel grensover-schrijdend en agressief gedrag, waarbij hij iedere gezagsdrager en andere persoon die op zijn weg komt en wiens handelingen of persoonlijkheid hem niet zint, op niets en niemand ontziende wijze bejegent en probeert te intimideren.
In de tweede plaats valt op dat de verdachte zich daarbij grote inspanningen getroost om op de achtergrond te blijven. Hij is telkens de intellectuele dader van de agressie, maar hij laat daarbij anderen de kastanjes uit
het vuur halen. Hij was de gangmaker en regisseur binnen de groep hooligans, die door zijn handelen angst, verdriet, woede en onmacht bij zijn slachtoffers heeft veroorzaakt en de goede naam van Feyenoord, een club waarom hij zegt te geven, keer op keer in diskrediet heeft gebracht.
Het hof heeft in het nadeel van de verdachte acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 24 juni 2024, waaruit blijkt dat de verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van soortgelijke stafbare feiten, waaronder ook ernstige ordeverstoringen bij voetbalevenementen.
Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden de onderhavige feiten te plegen.
Rapportage van de reclassering
Reclassering Nederland heeft op 4 oktober 2023 een rapport over de verdachte opgemaakt. Dit rapport houdt samengevat het volgende in.
De verdachte heeft de feiten bij de reclassering deels ontkend, maar heeft bevestigd dat hij aanwezig was in [pleegplaats] toen de spandoeken met daarop bedreigende, discriminerende en opruiende teksten zijn getoond.
De teksten zijn zo geformuleerd om kenbaar te maken dat hij het niet eens was met de oprichting van de
Groep, want dat zou naar zijn zeggen niet passen bij de machocultuur van [voetbalclub].
De verdachte is meerdere malen veroordeeld voor openlijke geweldpleging in vereniging, waardoor in de loop der jaren een patroon zichtbaar is geworden. Thans geeft hij aan afstand te willen nemen van zijn contacten binnen de [hooligangroep]. Het middelengebruik en psychosociale functioneren van de verdachte ziet de reclassering als leefgebieden die extra onderzocht moeten worden om meer zicht te krijgen op zijn delictgedrag. Zijn relatie wordt gezien als beschermende factor.
Het hof heeft acht geslagen op dit rapport.
Het hof neemt ook in aanmerking dat de proceshouding van de verdachte veranderd is ter zitting en dat hij een aantal feiten daar wel heeft bekend en heeft getracht te verklaren waarom hij destijds bepaalde keuzes heeft gemaakt. In detentie heeft de verdachte gesprekken gehad met een coach die hem zouden hebben geholpen meer inzicht te krijgen in zijn eigen gedrag. Dat inzicht wil hij uitbreiden en hij staat open voor reclasseringstoezicht en het meewerken aan bijzondere voorwaarden.
Daarbij plaatst het hof de kanttekening dat de verdachte ook op de terechtzitting van het hof de indruk heeft gewekt dat zijn spijtbetuiging en goede intenties ook zijn ingegeven door de gevangenisstraf die boven zijn hoofd hangt en de consequenties van zijn handelen voor de relatie met zijn partner. Dat neemt niet weg dat ook een dergelijke externe motivatie tot positieve gedrags-verandering kan leiden en dat de verdachte lijkt in te zien dat hij grote fouten heeft gemaakt.
Het hof is - alles afwegende - van oordeel dat een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
Het hof zal aan het voorwaardelijk gedeelte van de op te leggen gevangenisstraf na te noemen bijzondere voorwaarden verbinden.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Vrijheidsbeperkende maatregel
Ter beveiliging van de maatschappij en ter voorkoming van verdere strafbare feiten zal het hof aan de verdachte een vrijheidsbeperkende maatregel voor de duur van 5 jaren opleggen, inhoudende een contactverbod met [Benadeelde 1], geboren op [geboortedatum] 1987, en een locatieverbod voor de omgeving van [voetbalstadion], alleen op wedstrijddagen, vanaf 4 uur voor aanvang van de wedstrijd tot en met 2 uur na beëindiging van de wedstrijd.
Bij overtreding van het contactverbod wordt voor elke overtreding 2 weken hechtenis opgelegd. Bij overtreding van het locatieverbod wordt voor elke overtreding 1 week hechtenis opgelegd. De maximale duur van deze hechtenis bedraagt 6 maanden.
Vorderingen tot schadevergoeding
In dit strafproces vorderen 23 partijen schadevergoeding van de verdachte. Al deze partijen hebben verzocht om de toegekende bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente en om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het hof heeft de vorderingen van de benadeelde partijen samengevat in het hierna opgenomen overzicht.
Bena-deelde
Vorde-ring
Immateriële schade
Materiële schade
Proceskosten vergoeding
Handhaving vordering in hoger beroep
1.
[Benadeelde 1]
€ 2417,25
€ 750,-
€ 1667,25
-
€ 2417,25
2.
[Benadeelde 16]
€ 400,-
€ 400,-
€ 80,-
€ 400,-
3.
[Benadeelde 14]
€ 400,-
€ 400,-
€ 80,-
€ 400,-
4.
[Benadeelde 20]
€ 350,-
€ 350,-
€ 80,-
€ 350,-
5.
[Benadeelde 15]
€ 350,-
€ 350,-
€ 80,-
€ 350,-
6.
[Benadeelde 22]
€ 350,-
€ 350,-
€ 80,-
€ 350,-
7.
[Benadeelde 11]
€ 350,-
€ 350,-
€ 80,-
€ 350,-
8.
[Benadeelde 12]
€ 350,-
€ 350,-
€ 80,-
€ 350,-
9.
[Benadeelde 23]
€ 350,-
€ 350,-
€ 80,-
€ 350,-
10.
[Benadeelde 21]
€ 350,-
€ 350,-
€ 80,-
€ 350,-
11.
[Benadeelde 18]
€ 350,-
€ 350,-
€ 80,-
€ 350,-
12.
[Benadeelde 13]
€ 350,-
€ 350,-
€ 80,-
€ 350,-
13.
[Benadeelde 7]
€ 350,-
€ 350,-
€ 80,-
€ 350,-
14.
[Benadeelde 4]
€ 350,-
€ 350,-
€ 80,-
€ 350,-
15.
[Benadeelde 19]
€ 350,-
€ 350,-
€ 80,-
€ 350,-
16.
[Benadeelde 6]
€ 350,-
€ 350,-
€ 80,-
€ 350,-
17.
[Benadeelde 5]
€ 400,-
€ 350,-
€ 80,-
€ 400,-
18.
[Benadeelde 3]
€ 350,-
€ 350,-
€ 80,-
€ 350,-
19.
[Benadeelde 10]
€ 350,-
€ 350,-
€ 80,-
€ 350,-
20.
[Benadeelde 2]
€ 350,-
€ 350,-
€ 80,-
€ 350,-
21.
[Benadeelde 17]
€ 350,-
€ 350,-
€ 80,-
€ 350,-
22.
[Benadeelde 8]
€ 350,-
€ 350,-
€ 80,-
€ 350,-
23.
[Benadeelde 9]
€ 350,-
€ 350,-
€ 80,-
€ 350,-
Vordering tot schadevergoeding [Benadeelde 1]
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij
[Benadeelde 1] heeft de raadsvrouw aangegeven dat de verdediging niet langer verweer zal voeren ten aanzien van deze vordering.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Naar het oordeel van het hof heeft de benadeelde partij [Benadeelde 1] aangetoond dat de gestelde materiële schade is geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het in zaak 1 onder 3, 7, 8, 9 en 10 meer subsidiair bewezenverklaarde. De vordering van de benadeelde partij zal derhalve hoofdelijk worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening.
Het hof is van oordeel dat daarnaast aannemelijk is geworden dat de benadeelde partij [Benadeelde 1] immateriële schade (in de zin van artikel 6:106 onder b van het Burgerlijk Wetboek, ‘aantasting in de persoon op andere wijze’) heeft geleden en dat deze schade het rechtstreeks gevolg is van het in zaak 1 onder 3, 7, 8 en 9 bewezenverklaarde. De vordering ter zake van geleden immateriële schade leent zich - naar maatstaven van billijkheid - voor hoofdelijke toewijzing tot het gevorderde bedrag, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 januari 2023 tot aan de dag der algehele voldoening.
Gelet op het voorgaande dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Vorderingen tot schadevergoeding benadeelde partijen
2 tot en met 16 en 18 tot en met 23
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard, gelet op het vrijspraak-verweer dat is gevoerd in zaak 2.
Subsidiair stelt de verdediging zich op het standpunt dat, indien het hof tot een bewezenverklaring komt, de
vorderingen van de verbalisanten niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard, overeenkomstig de beslissing van de rechtbank in de zaken van de medeverdachten.
Geheel subsidiair verzoekt de raadsvrouw een
schadevergoeding van maximaal € 50,- per verbalisant toe te wijzen en de vorderingen voor het overige
niet-ontvankelijk te verklaren.
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen moeten worden toegewezen, telkens met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het hof is van oordeel dat aannemelijk is geworden dat de benadeelde partijen 2 tot en met 16 en 18 tot en met 23 door de in zaak 2 onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks immateriële schade is toegebracht (in de zin van artikel 6:106 onder b van het Burgerlijk Wetboek, ‘aantasting in de persoon op andere wijze’). Naar het oordeel van het hof levert het bewezenverklaarde gepleegde geweld een situatie op waarin de relevante nadelige gevolgen voor de politieagenten zo voor de hand liggen dat een aantasting in de persoon zonder meer kan worden aangenomen.
De vorderingen ter zake van geleden immateriële schade lenen zich - naar maatstaven van billijkheid - voor hoofdelijke toewijzing tot de gevorderde bedragen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 januari 2023 tot aan de dag der algehele voldoening.
Gelet op het voorgaande dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen tot aan deze uitspraak in verband met de vorderingen hebben gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op
(1 punt conform het geldende liquidatietarief in kantonzaken ad € 80,-, in hoger beroep verhoogd met
€ 20,- = ) € 100,- per vordering, en in de kosten die de benadeelde partijen ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moeten maken.
Vordering tot schadevergoeding [Benadeelde 5]
In het onderhavige strafproces heeft [Benadeelde 5] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden immateriële schade als gevolg van het aan de verdachte in zaak 2 onder 1 en 2 tenlastegelegde, tot een bedrag van € 350,00.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vordering van de benadeelde partij, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De raadsvrouw bepleit afwijzing van de vordering, nu de vordering in de zaak van de medeverdachte al integraal is toegewezen en niet hoofdelijk is opgelegd.
Het hof is van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat door deze benadeelde partij rechtstreeks immateriële schade is geleden als gevolg van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde, nu de gestelde schade, waarvan de vergoeding reeds is toegewezen in een vonnis van een medeverdachte, ziet op een afzonderlijke gebeurtenis.
De vordering van de benadeelde partij zal derhalve worden afgewezen.
Gelet op het voorgaande dient de benadeelde partij te worden veroordeeld in de kosten die de verdachte tot aan deze uitspraak in verband met de vorderingen hebben gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil.
Betaling aan de Staat ten behoeve van de slachtoffers
Nu vaststaat dat de verdachte aansprakelijk is voor de schade die door het bewezenverklaarde is toegebracht, zal het hof aan de verdachte de hoofdelijke verplichting opleggen die bedragen aan de Staat te betalen ten behoeve van de slachtoffers.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 38v, 38w, 45, 47, 55, 56, 57, 63, 137c, 137e, 141, 266, 285, 303 en 350 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.
BESLISSING
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het in zaak 1 onder 1 en 10 primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in zaak 1 onder 2 tot en met 10 meer subsidiair en het in zaak 2 onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in zaak 1 onder 2 tot en met 10 meer subsidiair en het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
1 (één) jaarniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of
- de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of;
- geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
1. dat de veroordeelde zal zich melden bij Reclassering Nederland, zolang en frequent als die reclasseringsinstelling dit noodzakelijk vindt;
2. dat de veroordeelde zal zich onthouden van het gebruik van verdovende middelen, onder de verplichting ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan bloedonderzoek en urineonderzoek, gedurende de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;
3. dat de veroordeelde zich onder ambulante behandeling zal stellen van een nader door de reclassering te bepalen zorgverlener voor zijn problematiek gedurende de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt, waarbij de veroordeelde zich houdt aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
Geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Legt op de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid inhoudende dat de veroordeelde voor de duur van 5 jaren
- op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met [Benadeelde 1], geboren op [geboortedatum] 1987;
- zich op wedstrijddagen vanaf 4 uur voor aanvang van de wedstrijd tot en met 2 uur na beëindiging van de wedstrijd niet zal ophouden in de omgeving van [voetbalstadion], namelijk het gebied dat wordt begrens door de volgende [straten]: Olympiaweg, Buitendijktunnel, Colosseumweg, Beukendaal, Bree, Sandelingstraat, Lange Hilleweg, Hillebenadeelde 8, Slaghekstraat, Pretorialaan, Paul Krugerstraat, Laan op Zuid, Varkenoordseviaduct, Burgerhoutstraat, Korte Stadionweg, Jan Linssenstraat, Piet Smitkade, Hoendiep, Stadionweg, Fietspad Kreekkade, Dwarsdijk, Sportlaan, Olympiaweg, en alle straten binnen dat gebied, de voornoemde straten inbegrepen.
Beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan.
De duur van de vervangende hechtenis bij het contactverbod bedraagt 2 weken voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan.
De duur van de vervangende hechtenis bij het locatieverbod bedraagt 1 week voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan.
De maximale duur van deze hechtenis bedraagt 6 maanden.
Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op.
Vordering van de benadeelde partij [Benadeelde 1]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [Benadeelde 1] ter zake van het in zaak 1 onder 3, 7, 8, 9 en 10 meer subsidiair
bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 2.417,25 (tweeduizend vierhonderdzeventien euro en vijfentwintig cent) bestaande uit € 1.667,25 (duizend zeshonderdzevenenzestig euro en vijfentwintig cent) materiële schade en € 750,00 (zevenhonderdvijftig euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte voorts de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [Benadeelde 1], ter zake van het in zaak 1 onder 3, 7, 8, 9 en 10 meer subsidiair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 2.417,25 (tweeduizend vierhonderdzeventien euro en vijfentwintig cent) bestaande uit € 1.667,25 (duizend zeshonderdzevenenzestig euro en vijfentwintig cent) materiële schade en € 750,00 (zevenhonderdvijftig euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling, die kan worden toegepast bij niet (volledige) betaling, op ten hoogste
34 ( vierendertig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededaders aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële en de immateriële schade op 18 september 2023.
Vordering van de benadeelde partij [Benadeelde 16]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [Benadeelde 16] ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 400,00 (vierhonderd euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte hoofdelijk in de door de benadeelde partij gemaakte kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op € 100,00 (honderd euro) en veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Legt aan de verdachte voorts de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd
[Benadeelde 16], ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 400,00 (vierhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling, die kan worden toegepast bij niet (volledige) betaling, op ten hoogste
8 ( acht) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededaders aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 1 januari 2023.
Vordering van de benadeelde partij [Benadeelde 14]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [Benadeelde 14] ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 400,00 (vierhonderd euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte hoofdelijk in de door de benadeelde partij gemaakte kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op € 100,00 (honderd euro) en veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Legt aan de verdachte voorts de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd
[Benadeelde 14], ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 400,00 (vierhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling die kan worden toegepast bij niet (volledige) betaling, op ten hoogste 8 (acht) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededaders aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 1 januari 2023.
Vordering van de benadeelde partij [Benadeelde 20]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [Benadeelde 20] ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 350,00 (driehonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte hoofdelijk in de door de benadeelde partij gemaakte kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op € 100,00 (honderd euro) en veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Legt aan de verdachte voorts de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [Benadeelde 20], ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 350,00 (driehonderdvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling die kan worden toegepast bij niet (volledige) betaling, op ten hoogste 7 (zeven) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededaders aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 1 januari 2023.
Vordering van de benadeelde partij [Benadeelde 15]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [Benadeelde 15] ter zake van het in
Zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 350,00 (driehonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte hoofdelijk in de door de benadeelde partij gemaakte kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op € 100,00 (honderd euro) en veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Legt aan de verdachte voorts de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd
[Benadeelde 15], ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 350,00 (driehonderdvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling die kan worden toegepast bij niet (volledige) betaling, op ten hoogste 7 (zeven) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededaders aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 1 januari 2023.
Vordering van de benadeelde partij [Benadeelde 22]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [Benadeelde 22] ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 350,00 (driehonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte hoofdelijk in de door de benadeelde partij gemaakte kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op € 100,00 (honderd euro) en veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Legt aan de verdachte voorts de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [Benadeelde 22], ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 350,00 (driehonderdvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling die kan worden toegepast bij niet (volledige) betaling, op ten hoogste 7 (zeven) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededaders aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 1 januari 2023.
Vordering van de benadeelde partij [Benadeelde 11]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [Benadeelde 11] ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 350,00 (driehonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte hoofdelijk in de door de benadeelde partij gemaakte kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op € 100,00 (honderd euro) en veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Legt aan de verdachte voorts de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [Benadeelde 11], ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 350,00 (driehonderdvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling die kan worden toegepast bij niet (volledige) betaling, op ten hoogste 7 (zeven) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededaders aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 1 januari 2023.
Vordering van de benadeelde partij [Benadeelde 12]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [Benadeelde 12] ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 350,00 (driehonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte hoofdelijk in de door de benadeelde partij gemaakte kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op € 100,00 (honderd euro) en veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Legt aan de verdachte voorts de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd
[Benadeelde 12], ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 350,00 (driehonderdvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling die kan worden toegepast bij niet (volledige) betaling, op ten hoogste 7 (zeven) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededaders aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 1 januari 2023.
Vordering van de benadeelde partij [Benadeelde 23]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [Benadeelde 23] ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 350,00 (driehonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte hoofdelijk in de door de benadeelde partij gemaakte kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op € 100,00 (honderd euro) en veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Legt aan de verdachte voorts de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [Benadeelde 23], ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 350,00 (driehonderdvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling die kan worden toegepast bij niet (volledige) betaling, op ten hoogste 7 (zeven) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededaders aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 1 januari 2023.
Vordering van de benadeelde partij [Benadeelde 21]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [Benadeelde 21] ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 350,00 (driehonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte hoofdelijk in de door de benadeelde partij gemaakte kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op € 100,00 (honderd euro) en veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Legt aan de verdachte voorts de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd
[Benadeelde 21], ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 350,00 (driehonderdvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling die kan worden toegepast bij niet (volledige) betaling, op ten hoogste 7 (zeven) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededaders aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 1 januari 2023.
Vordering van de benadeelde partij [Benadeelde 18]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [Benadeelde 18] ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 350,00 (driehonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte hoofdelijk in de door de benadeelde partij gemaakte kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op € 100,00 (honderd euro) en veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Legt aan de verdachte voorts de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [Benadeelde 18], ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 350,00 (driehonderdvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling die kan worden toegepast bij niet (volledige) betaling, op ten hoogste 7 (zeven) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededaders aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 1 januari 2023.
Vordering van de benadeelde partij [Benadeelde 13]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [Benadeelde 13] ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 350,00 (driehonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte hoofdelijk in de door de benadeelde partij gemaakte kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op € 100,00 (honderd euro) en veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Legt aan de verdachte voorts de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd
[Benadeelde 13], ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 350,00 (driehonderdvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling die kan worden toegepast bij niet (volledige) betaling, op ten hoogste 7 (zeven) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededaders aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 1 januari 2023.
Vordering van de benadeelde partij [Benadeelde 7]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [Benadeelde 7] ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 350,00 (driehonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte hoofdelijk in de door de benadeelde partij gemaakte kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op € 100,00 (honderd euro) en veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Legt aan de verdachte voorts de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd
[Benadeelde 7], ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 350,00 (driehonderdvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling die kan worden toegepast bij niet (volledige) betaling, op ten hoogste 7 (zeven) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededaders aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 1 januari 2023.
Vordering van de benadeelde partij [Benadeelde 4]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [Benadeelde 4] ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 350,00 (driehonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte hoofdelijk in de door de benadeelde partij gemaakte kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op € 100,00 (honderd euro) en veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Legt aan de verdachte voorts de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [Benadeelde 4], ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van
€ 350,00 (driehonderdvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling die kan worden toegepast bij niet (volledige) betaling, op ten hoogste 7 (zeven) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededaders aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 1 januari 2023.
Vordering van de benadeelde partij [Benadeelde 19]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [Benadeelde 19] ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 350,00 (driehonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte hoofdelijk in de door de benadeelde partij gemaakte kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op € 100,00 (honderd euro) en veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Legt aan de verdachte voorts de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd
[Benadeelde 19], ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 350,00 (driehonderdvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling die kan worden toegepast bij niet (volledige) betaling, op ten hoogste 7 (zeven) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededaders aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 1 januari 2023.
Vordering van de benadeelde partij [Benadeelde 6]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [Benadeelde 6] ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 350,00 (driehonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte hoofdelijk in de door de benadeelde partij gemaakte kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op € 100,00 (honderd euro) en veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Legt aan de verdachte voorts de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [Benadeelde 6], ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 350,00 (driehonderdvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling die kan worden toegepast bij niet (volledige) betaling, op ten hoogste 7 (zeven) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededaders aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 1 januari 2023.
Vordering van de benadeelde partij [Benadeelde 5]
Wijst de vordering van de benadeelde partij [Benadeelde 5] tot schadevergoeding af.
Veroordeelt de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Vordering van de benadeelde partij [Benadeelde 3]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [Benadeelde 3] ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 350,00 (driehonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte hoofdelijk in de door de benadeelde partij gemaakte kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op € 100,00 (honderd euro) en veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Legt aan de verdachte voorts de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [Benadeelde 3], ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 350,00 (driehonderdvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling die kan worden toegepast bij niet (volledige) betaling, op ten hoogste 7 (zeven) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededaders aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 1 januari 2023.
Vordering van de benadeelde partij [Benadeelde 10]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [Benadeelde 10] ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 350,00 (driehonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte hoofdelijk in de door de benadeelde partij gemaakte kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op € 100,00 (honderd euro) en veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Legt aan de verdachte voorts de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd
[Benadeelde 10], ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 350,00 (driehonderdvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling die kan worden toegepast bij niet (volledige) betaling, op ten hoogste 7 (zeven) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededaders aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 1 januari 2023.
Vordering van de benadeelde partij [Benadeelde 2]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [Benadeelde 2] ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 350,00 (driehonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte hoofdelijk in de door de benadeelde partij gemaakte kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op € 100,00 (honderd euro) en veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Legt aan de verdachte voorts de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [Benadeelde 2], ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 350,00 (driehonderdvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling die kan worden toegepast bij niet (volledige) betaling, op ten hoogste 7 (zeven) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededaders aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 1 januari 2023.
Vordering van de benadeelde partij [Benadeelde 17]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [Benadeelde 17] ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 350,00 (driehonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte hoofdelijk in de door de benadeelde partij gemaakte kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op € 100,00 (honderd euro) en veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Legt aan de verdachte voorts de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd
[Benadeelde 17], ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 350,00 (driehonderdvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling die kan worden toegepast bij niet (volledige) betaling, op ten hoogste 7 (zeven) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededaders aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 1 januari 2023.
Vordering van de benadeelde partij [Benadeelde 8]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [Benadeelde 8] ter zake van het in
zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 350,00 (driehonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte hoofdelijk in de door de benadeelde partij gemaakte kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op € 100,00 (honderd euro) en veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Legt aan de verdachte voorts de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [Benadeelde 8], ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 350,00 (driehonderdvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling die kan worden toegepast bij niet (volledige) betaling, op ten hoogste 7 (zeven) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededaders aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 1 januari 2023.
Vordering van de benadeelde partij [Benadeelde 9]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [Benadeelde 9] ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 350,00 (driehonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte hoofdelijk in de door de benadeelde partij gemaakte kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op € 100,00 (honderd euro) en veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Legt aan de verdachte voorts de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd
[Benadeelde 9], ter zake van het in zaak 2 onder 1 en 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 350,00 (driehonderdvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling die kan worden toegepast bij niet (volledige) betaling, op ten hoogste 7 (zeven) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededaders aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 1 januari 2023.
Dit arrest is gewezen door mr. A. de Lange, mr. J.A.M.J. Janssen-Timmermans en mr. M.S. Lamboo, in bijzijn van de griffier A. van der Schalk.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 19 juli 2024.