ECLI:NL:GHDHA:2024:124
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- A. van Dongen
- Chr.Th.P.M. Zandhuis
- W.M.G. Visser
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WOZ-waarde en gelijkheidsbeginsel
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 9 januari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de WOZ-waarde van een woning in Rijswijk. De belanghebbende, eigenaar van de woning, had eerder bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde waarde van € 555.000, die door de Heffingsambtenaar was vastgesteld op 1 januari 2020. Na bezwaar werd de waarde verlaagd naar € 525.000, maar de Rechtbank Den Haag verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond. De belanghebbende stelde dat het gelijkheidsbeginsel was geschonden, omdat vergelijkbare woningen een lagere WOZ-waarde hadden gekregen. Het Hof oordeelde dat er geen meerderheid van vergelijkbare gevallen was die gunstiger waren behandeld, en dat de woningen die door de belanghebbende werden aangedragen niet identiek waren aan zijn woning. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De proceskosten werden niet toegewezen.