ECLI:NL:GHDHA:2024:1143

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
30 mei 2024
Publicatiedatum
3 juli 2024
Zaaknummer
09-109491-24
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen afwijzing schorsing van de vervolging

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 30 mei 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep tegen de afwijzing van de schorsing van de vervolging van de verdachte, die gedetineerd is in PI Zwolle Zuid 2. De rechtbank Den Haag had eerder op 11 april 2024 het verzoek van de verdachte om schorsing van de vervolging afgewezen. De verdachte heeft op 16 april 2024 hoger beroep ingesteld tegen deze beslissing. Tijdens de behandeling in raadkamer op 30 mei 2024 zijn de verdachte, zijn advocaat mr. W. Römelingh en de advocaat-generaal mr. I.J.E.H.C. Degeling gehoord.

Het hof heeft de ontvankelijkheid van het hoger beroep beoordeeld op basis van artikel 16 jo. artikel 20, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering. Het hof oordeelde dat het hoger beroep ontvankelijk was, ondanks de bezwaren van de advocaat-generaal. Vervolgens heeft het hof de inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep uitgevoerd. Het hof kwam tot de conclusie dat het hoger beroep niet voldoende was onderbouwd met een rapportage van een gedragskundige, waardoor niet met voldoende zekerheid kon worden vastgesteld dat de verdachte niet in staat was de strekking van de tegen haar ingestelde vervolging te begrijpen, zoals vereist in artikel 16, eerste lid, Sv.

Daarom heeft het hof het beroep ongegrond verklaard en het hoger beroep tegen de afwijzing van het verzoek om schorsing van de vervolging afgewezen. De beschikking is ondertekend door de voorzitter mr. J. Eisses en de griffier mr. C. Rietdijk. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.

Uitspraak

datum beschikking: 30 mei 2024

GERECHTSHOF DEN HAAG

meervoudige raadkamer

BESCHIKKING

gegeven naar aanleiding van het hoger beroep tegen afwijzing van de schorsing van de vervolging in de zaak van de verdachte, genaamd:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
thans gedetineerd in PI Zwolle Zuid 2, te Zwolle.
Procesgang
De rechtbank Den Haag heeft in raadkamer bij beschikking van 11 april 2024 het verzoek van de verdachte om schorsing van de vervolging op basis van artikel 16, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering afgewezen.
Blijkens de akte rechtsmiddel is op 16 april 2024 namens de verdachte hoger beroep tegen die beslissing ingesteld.
Het hof heeft dit hoger beroep op 30 mei 2024 in raadkamer behandeld.
In raadkamer zijn gehoord de verdachte, de advocaat mr. W. Römelingh en de advocaat-generaal mr. I.J.E.H.C. Degeling.
Het hof heeft in raadkamer kennisgenomen van de stukken die betrekking hebben op de strafzaak tegen de verdachte.
De ontvankelijkheid van het hoger beroep
Op grond van het bepaalde in artikel 16 jo. artikel 20, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) is, anders dan de advocaat-generaal heeft betoogd, het hoger beroep ontvankelijk.
De beoordeling van het hoger beroep
Het hof is van oordeel dat nu het hoger beroep niet is onderbouwd met een rapportage van een gedragskundige niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld dat de verdachte niet in staat is de strekking van de tegen haar ingestelde vervolging te begrijpen, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, Sv. Het beroep is dan ook ongegrond.
Beslissing
Het hof:
Wijst af het hoger beroep tegen de afwijzing van het verzoek om schorsing van de vervolging.
Deze beschikking is gegeven op 30 mei 2024 door
mr. J. Eisses, voorzitter,
mr. M.P.J.G. Göbbels en mr. J.W. du Pon, leden,
in bijzijn van mr. C. Rietdijk, griffier.
Deze beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier.
………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Den Haag, 30 mei 2024
de advocaat-generaal