ECLI:NL:GHDHA:2024:1142

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
16 mei 2024
Publicatiedatum
3 juli 2024
Zaaknummer
10-325970-23/09-333098-23
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geen splitsing van gevoegde zaken door Raadkamer gerechtshof

Op 16 mei 2024 heeft het Gerechtshof Den Haag in raadkamer uitspraak gedaan naar aanleiding van het hoger beroep van een verdachte die gedetineerd is in PI Krimpen aan den IJssel. De rechtbank Den Haag had eerder op 3 april 2024 het verzoek van de verdachte om opheffing of schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen. Tevens had de rechtbank in een gevoegde zaak de gevangenneming van de verdachte bevolen. De verdachte heeft op 5 april 2024 hoger beroep ingesteld tegen deze beslissingen.

Tijdens de zitting in raadkamer was er een beëdigde tolk aanwezig voor de Letse taal, die alle gesproken en voorgelezen stukken heeft vertaald. Het hof gaf aan dat het dossier van de Rotterdamse zaak, waarin de gevangenneming was bevolen, niet beschikbaar was, en stelde voor om de behandeling aan te houden. De raadsvrouw van de verdachte verzocht om de Haagse zaak te splitsen en deze apart te behandelen, en om de voorlopige hechtenis op te heffen wegens het ontbreken van ernstige bezwaren.

Het hof oordeelde dat de voeging en splitsing van zaken aan de rechter is die de zaken inhoudelijk behandelt, en niet aan de appelinstantie. Aangezien de zaken gezamenlijk aan het hof waren voorgelegd, dienden ze ook gezamenlijk behandeld te worden. Het hof besloot daarom het verzoek om opheffing van de voorlopige hechtenis aan te houden in afwachting van het volledige dossier. De behandeling van de zaak werd uitgesteld tot 30 mei 2024 om 14:15 uur.

Uitspraak

datum beschikking: 16 mei 2024

GERECHTSHOF DEN HAAG

meervoudige raadkamer

BESCHIKKING

gegeven naar aanleiding van het hoger beroep in de zaak van de verdachte, genaamd:

[verdachte]

geboren op [geboortedatum] te onbekend,
thans gedetineerd in PI Krimpen aan den IJssel te Krimpen aan den IJssel.
Procesgang
De rechtbank Den Haag heeft ter openbare terechtzitting van 3 april 2024 in de zaak met het parketnummer 09-333098-23 het verzoek van de verdachte om opheffing c.q. schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen. In de op die zitting gevoegde zaak met het parketnummer 10-325970-23 heeft de rechtbank bij dezelfde openbare terechtzitting de gevangenneming van de verdachte bevolen.
Blijkens de akten rechtsmiddel is op 5 april 2024 namens de verdachte hoger beroep tegen die beslissingen ingesteld.
In raadkamer is aanwezig de beëdigde tolk in de Letse taal, ingeschreven in het Register beëdigde tolken en vertalers onder registratienummer 4624. Al hetgeen ter terechtzitting is gesproken of voorgelezen is door voornoemde tolk vertaald.
Het hof heeft in raadkamer medegedeeld dat hij, ondanks pogingen daartoe, niet beschikt over het dossier in de Rotterdamse zaak waarin de gevangenneming is bevolen en de behandeling derhalve wil aanhouden. De raadsvrouw heeft verzocht met dit Rotterdamse dossier dan geen rekening meer te houden omdat zulks niet voor rekening van haar client dient te komen. Zij wil dat de Haagse zaak door het hof afgesplitst wordt en behandeld. Subsidiair heeft zij verzocht om opheffing van de voorlopige hechtenis wegens het ontbreken van ernstige bezwaren in beide zaken.
Het hof stelt voorop dat voeging en splitsing van zaken aan de rechter is die de zaken inhoudelijk behandelt en niet aan de appelinstantie. De zaken zijn gevoegd aan het hof voorgelegd en dienen dus gezamenlijk behandeld te worden. Daarom houdt het hof ook het verzoek om opheffing van de voorlopige hechtenis in de Haagse zaak aan in afwachting van het volledige dossier.
Beslissing
Het hof:
Houdt de behandeling van de zaak aan tot 30 mei 2024 te 14:15 uur.
Deze beschikking is gegeven op 16 mei 2024 door
mr. W.B.M. Tomesen, voorzitter,
mr. M.P.J.G. Göbbels en mr. J. Eisses, leden,
in tegenwoordigheid van A.S. Angoelal, griffier.
Deze beschikking is ondertekend door de oudste raadsheer en de griffier.
………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Den Haag, 16 mei 2024
de advocaat-generaal