ECLI:NL:GHDHA:2024:1141

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
23 mei 2024
Publicatiedatum
3 juli 2024
Zaaknummer
10-078983-24
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen bevel tot gevangenhouding van verdachte

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 23 mei 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die gedetineerd is in het Justitieel Complex Zeist te Soesterberg. De rechtbank Rotterdam had op 18 april 2024 de verlenging van de gevangenhouding van de verdachte bevolen voor de duur van 60 dagen. De verdachte heeft op 19 april 2024 hoger beroep ingesteld tegen deze beslissing. Tijdens de behandeling in raadkamer op 23 mei 2024 zijn de verdachte, de waarnemend advocaat mr. J.V. van Blitterswijk en de advocaat-generaal mr. I.J.E.H.C. Degeling gehoord.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdediging zich in de raadkamer ongeclausuleerd heeft gerefereerd aan de door de rechtbank aangenomen ernstige bezwaren en gronden voor de voorlopige hechtenis. Hierdoor heeft de verdachte geen belang bij het hoger beroep, wat betekent dat hij hierin niet kan worden ontvangen. De raadsvrouw heeft verzocht om het appel te beschouwen als gericht tegen de afwijzing van de schorsing van de voorlopige hechtenis, maar het hof heeft dit verzoek afgewezen, aangezien de appelakte uitsluitend betrekking heeft op het bevel tot gevangenhouding.

De beslissing van het hof is dat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in het hoger beroep. Deze beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is ter kennis gebracht van de verdachte door de advocaat-generaal.

Uitspraak

datum beschikking: 23 mei 2024

GERECHTSHOF DEN HAAG

meervoudige raadkamer

BESCHIKKING

gegeven naar aanleiding van het hoger beroep in de zaak van de verdachte, genaamd:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
thans gedetineerd in Justitieel Complex Zeist te Soesterberg.
Procesgang
De rechtbank Rotterdam heeft in raadkamer bij beschikking van 18 april 2024 de verlenging van de gevangenhouding van de verdachte bevolen voor de duur van 60 dagen.
Blijkens de akte rechtsmiddel is op 19 april 2024 namens de verdachte hoger beroep tegen die beslissing ingesteld.
Het hof heeft dit hoger beroep op 23 mei 2024 in raadkamer behandeld.
In raadkamer zijn gehoord de verdachte, de waarnemend advocaat mr. J.V. van Blitterswijk en de advocaat-generaal mr. I.J.E.H.C. Degeling.
Het hof heeft in raadkamer kennisgenomen van de stukken die betrekking hebben op de voorlopige hechtenis van de verdachte.
De ontvankelijkheid van het hoger beroep
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen het gegeven bevel tot gevangenhouding voor de duur van 60 dagen van 18 april 2024, terwijl de verdediging zich in deze raadkamer, blijkens het proces-verbaal van de behandeling in raadkamer, ongeclausuleerd heeft gerefereerd ten aanzien van de door de rechtbank aangenomen ernstige bezwaren en gronden voor de voorlopige hechtenis. Nu de verdachte derhalve geen belang heeft bij het hoger beroep, kan hij hierin niet worden ontvangen. De raadsvrouw heeft nog wel verzocht het appel te beschouwen als te zijn gericht tegen de afwijzing van de schorsing van de voorlopige hechtenis maar daar gaat het hof niet in mee, aangezien de appelakte bepalend is en deze uitsluitend ziet op het bevel gevangenhouding.
Aan hetgeen in raadkamer is aangevoerd omtrent een mogelijke schorsing van de voorlopige hechtenis wordt aldus niet toegekomen.
Beslissing
Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Deze beschikking is gegeven op 23 mei 2024 door
mr. J.W. du Pon, voorzitter,
mr. A.E. Mos-Verstraten en mr. E.J. van As, leden,
in bijzijn van C. Kas, griffier.
Deze beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier.
………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Den Haag, 23 mei 2024
de advocaat-generaal