Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 14 maart 2023, waarmee [appellant] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 14 december 2022;
- het exploot van anticipatie van [geïntimeerde] van 4 april 2023;
- de memorie van grieven van [appellant], met bijlagen;
- de memorie van antwoord van [geïntimeerde].
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de rechtbank
5.Vordering in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
geen dissectie vertebralis / carotis”. Dat later op het beeldmateriaal alsnog een dissectie kon worden vastgesteld, is met de brief van [neuroloog] van 3 mei 2018 onvoldoende onderbouwd. Weliswaar vermeldt [neuroloog] in deze brief dat een klein hematoom bij de wervelkolom wordt waargenomen, maar er staat ook “
Helaas is de MRA iets te hoog gediafragmeerd en zijn de vertebrales thv de afwijking op FFE (601-4) moeilijk te beoordelen”. Daarnaast vermeldt [neuroloog] dat er mogelijk een andere oorzaak is voor het infarct, te weten aderverkalking (artherosclerotisch vaatlijden): “
Overigens zijn risicofactoren voor artherosclerotisch vaatlijden niet nihil (leeftijd, cholesterol en hypertensie) hierop is beleid ingezet.” Verder vermeldt [neuroloog] in de besproken brief dat op een latere MRI geen dissectie te zien is, maar dat dit kan passen bij een inmiddels genezen dissectie: “
een MRI verricht bij Diasana toonde normale vaatarchitectuur op dit niveau, zoals te verwachten na genezen dissectie” Zoals [geïntimeerde] terecht heeft opgemerkt, kan het feit dat op later beeldvormend onderzoek geen (resten van een) dissectie te zien zijn, even goed passen bij de situatie dat er nooit een dissectie is geweest.
.
7.Beslissing
- bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 14 december 2022;
- veroordeelt [appellant] in de kosten van de procedure in hoger beroep aan de zijde van [geïntimeerde] begroot op € 3.389,-, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten als [appellant] deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan;
- bepaalt dat als [appellant] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, [appellant] de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,- vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten als [appellant] deze niet binnen veertien dagen na betekening heeft voldaan.