Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 14 juni 2021, waarmee [appellant] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 19 maart 2021;
- het arrest van dit hof van 7 september 2021, waarin een mondelinge behandeling is gelast;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 12 november 2021;
- de memorie van grieven van [appellant] , met bijlagen;
- de memorie van antwoord, tevens incidenteel appel en vermeerdering van eis van Marcan Vastgoed, met bijlagen;
- de memorie van antwoord in het incidentele appel, tevens akte uitlating vermeerdering van eis van [appellant] .
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de kantonrechter
5.Vorderingen in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
of het gehuurde voldoet aan de staat waarin het zich bevond bij het aangaan van de huurovereenkomst en zoals het gehuurde dient te worden opgeleverd.”;
Het gehuurde diende te worden opgeleverd in de staat waarin het zich bevond bij het aangaan van de huurovereenkomst” en vervolgens over de oplevering conform de afspraken in de huurovereenkomsten: “
te weten zoals het gehuurde bij aanvang van de huurovereenkomst was (casco)”;
Huurder aanvaardt de ruimte in de huidige staat”;
de in het gehuurde aanwezige installaties en voorzieningen, voor zover die in de bij deze overeenkomst behorende gewaarmerkte omschrijving niet zijn uitgezonderd”;
volledig[is]
gerenoveerd en “op en top” verhuur klaar[is]
gemaakt”.
Goudsesingel 258-260 te Rotterdam (…) gevel kozijnen voorzijde”.
7.Beslissing
Het hof:
- vernietigt het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 19 maart 2021 en, opnieuw rechtdoende,
- veroordeelt [appellant] tot betaling aan Marcan Vastgoed van € 16.728,38, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 15.795,43 (exclusief btw), berekend vanaf 26 augustus 2020 (de dag van de inleidende dagvaarding);
- verklaart de bovengenoemde veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
- compenseert de proceskosten van de procedure in eerste aanleg en de procedure in het principaal hoger beroep, aldus dat partijen ieder de eigen kosten daarvan dragen;
- veroordeelt Marcan Vastgoed in de kosten van de procedure in het incidenteel appel, aan de zijde van [appellant] begroot op € 591,50,-;
- wijst het anders of meer gevorderde af.