ECLI:NL:GHDHA:2023:843

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
10 mei 2023
Publicatiedatum
8 mei 2023
Zaaknummer
200.311.750/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging voor schenking bij onderbewindstelling en de rol van schenkingstraditie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 10 mei 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot machtiging voor schenkingen ten behoeve van goede doelen, ingediend door de bewindvoerders van een rechthebbende die onder bewind is gesteld. De rechthebbende, geboren in 2000, heeft op jonge leeftijd geen schenkingstraditie kunnen opbouwen, wat een belangrijk aspect is in de beoordeling van dergelijke verzoeken. De kantonrechter in Rotterdam had eerder, op 10 maart 2022, het verzoek tot het verlenen van een machtiging tot schenkingen afgewezen, wat de bewindvoerders heeft doen besluiten in hoger beroep te gaan.

Tijdens de mondelinge behandeling op 26 april 2023 is naar voren gekomen dat de rechthebbende, die inmiddels een vast inkomen heeft, graag een bedrag van € 100,- per maand wil schenken aan goede doelen zoals de Stichting Mercy Ships Holland en ZOA. De bewindvoerders hebben betoogd dat het vasthouden aan de eis van een schenkingstraditie niet in het belang van de rechthebbende is, aangezien hij nu in staat is om een bijdrage te leveren aan de maatschappij. Het hof heeft de argumenten van de bewindvoerders en de wensen van de rechthebbende in overweging genomen.

Het hof heeft geoordeeld dat, hoewel de rechthebbende geen schenkingstraditie heeft, het hem wel toegestaan moet worden om deze op te bouwen. De financiële situatie van de rechthebbende, met een spaartegoed van € 42.000,- en een netto inkomen van € 1.541,65 per maand, maakt het mogelijk om de gewenste schenkingen te doen zonder dat dit zijn financiële positie in gevaar brengt. Het hof heeft daarom de beschikking van de kantonrechter vernietigd en de bewindvoerders een doorlopende machtiging verleend voor schenkingen tot een maximum van € 100,- per maand aan goede doelen die onder de ANBI-regeling vallen.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Familie
zaaknummer : 200.311.750/01
zaaknummer rechtbank : 9612388 \ VZ VERZ 21-18358
beschikking van de meervoudige kamer van 10 mei 2023
inzake
[verzoekster 1] en [verzoekster 2] ,
beiden wonende te [woonplaats 1] ,
verzoekers in hoger beroep,
hierna te noemen: de bewindvoerders,
advocaat mr. W.J.J. Trooster te Vlaardingen.
Als belanghebbende is aangemerkt:
[rechthebbende] ,
wonende te [woonplaats 2] ,
hierna te noemen: rechthebbende.

1.Het verloop van het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 10 maart 2022, uitgesproken onder voormeld zaaknummer (hierna ook te noemen: de bestreden beschikking).

2.Het geding in hoger beroep

2.1
De bewindvoerders zijn op 8 juni 2022 in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking.
2.2
Bij het hof zijn voorts de volgende stukken ingekomen:
- een journaalbericht van de zijde van de bewindvoerders van 21 juni 2023 met bijlagen, ingekomen op diezelfde dag.
2.3
De mondelinge behandeling heeft op 26 april 2023 plaatsgevonden. Verschenen zijn:
- [verzoekster 1] (bewindvoerder en de moeder van rechthebbende), bijgestaan door haar advocaat;
- de rechthebbende.

3.De feiten

3.1
Rechthebbende is geboren op [geboortedatum] 2000 te [geboorteplaats] .
3.2
Bij beschikking van 3 oktober 2018 heeft de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam, over de goederen die rechthebbende toebehoren of zullen toebehoren bewind ingesteld omdat hij als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand niet in staat is zijn vermogensrechtelijke belangen waar te nemen, met benoeming van [verzoekster 1] en [verzoekster 2] , tot bewindvoerders.

4.De omvang van het geschil

4.1
Bij de bestreden beschikking heeft de kantonrechter het verzoek, strekkende tot het verlenen van een machtiging tot het doen van schenkingen ten behoeve van Stichting Mercy Ships Holland of ZOA, zulks te betalen uit het vermogen van rechthebbende, afgewezen.
4.2
De bewindvoerders verzoeken de bestreden beslissing te vernietigen en opnieuw rechtdoende het verzoek van de bewindvoerders toe te wijzen en hen te machtigen om namens
rechthebbende met € 100,- per maand giften te doen ten behoeve van arme kinderen, althans giften te doen aan de Stichting Mercy Ships Holland of ZOA tot een maximum van € 100,- per maand. Ter zitting is gebleken dat het de bedoeling is dat giften worden gedaan aan arme mensen, niet alleen aan kinderen.

5.De motivering van de beslissing

Standpunten bewindvoerders
5.1
De bewindvoerders voeren aan dat rechthebbende aan de bewindvoerders, zijn moeder en zijn zuster, heeft laten weten dat hij graag iets aan goede doelen wil doen. Hij zou graag arme mensen willen helpen en heeft daarvoor een bedrag van € 100,- per maand in gedachten. De goede doelen waar hij aan denkt zijn de Stichting Mercy Ships Holland en ZOA (officieel: Coöperatie Dutch Coalition for Relief and Development U.A.). Gezien zijn leeftijd heeft rechthebbende geen schenkingstraditie kunnen opbouwen. Hij zat tot en met 31 mei 2020 nog op school en heeft per 1 juni 2020 een baan gekregen. Onverkort vasthouden aan de eis van de schenkingstraditie zou betekenen dat rechthebbende nimmer zijn wens om arme mensen met een schenking te helpen zou kunnen verwezenlijken, aldus de bewindvoerders. Omdat het gaat om een relatief klein bedrag van € 100,- per maand is er geen sprake van een wanverhouding tussen de gift en zijn inkomen en vermogen. Rechthebbende had op 31 december 2021 € 31.111,93 op de bank staan (inmiddels is dit opgelopen tot ca € 42.000) en zijn inkomen bedraagt € 1.541,65 netto per maand. Door de door hem gewenste (periodieke) gift zal zijn vermogen niet tot beneden een bedrag van € 30.000,- verminderen. De bewindvoerders menen daarom dat de kantonrechter hun verzoek niet had mogen afwijzen. Rechthebbende heeft ter zitting verklaard dat hij nu werkt en dat hij graag een deel van zijn inkomen zou schenken aan arme mensen.
Oordeel hof
5.2
Op grond van artikel 1:441 lid 2 onder a van het Burgerlijk Wetboek behoeft de bewindvoerder voor een aantal beschikkingshandelingen over het onder bewind gestelde vermogen van de rechthebbende, zoals door middel van de onderhavige voorgenomen schenkingen, toestemming van de rechthebbende of, indien deze daartoe niet in staat is, machtiging van de kantonrechter.
Gesteld noch gebleken is dat de rechthebbende in staat is om de bewindvoerder toestemming te verlenen voor de schenkingen.
5.3
Bij de beoordeling van een verzoek als het onderhavige worden de “Aanbevelingen meerderjarigenbewind” (hierna: de Aanbevelingen), zoals deze door het LOVCK met het oog op de gewenste uniformering in de rechtstoepassing binnen de bewindspraktijk zijn vastgesteld, als leidraad genomen.
5.4
Op grond van de Aanbevelingen geldt als hoofdregel dat het doen van schenkingen namens een rechthebbende die zijn wil niet kan bepalen slechts wordt toegestaan indien er een schenkingstraditie wordt aangetoond. Ook als sprake is van een schenkingstraditie wordt een schenking in beginsel niet toegestaan als het liquide vermogen van een rechthebbende door de schenking minder wordt dan € 30.000,-. In bijzondere, door de bewindvoerder aan te voeren omstandigheden, kan daarvan worden afgeweken indien het belang van rechthebbende dat vereist, dan wel indien de schenking de leefomgeving van de rechthebbende verbetert.
5.5
Het hof is van oordeel dat het verzoek van rechthebbende kan worden toegewezen en neemt daarbij het volgende in aanmerking. Op basis van de overgelegde stukken en het verhandelde ter terechtzitting is het hof gebleken dat rechthebbende tot en met 31 mei 2020 nog op school zat en per 1 juni 2020 een baan heeft gekregen. Gezien zijn jonge leeftijd (thans 22 jaar) heeft hij weliswaar geen schenkingstraditie kunnen opbouwen, maar dient rechthebbende naar het oordeel van het hof wel de gelegenheid te kunnen krijgen om een schenkingstraditie op te kunnen bouwen. Het hof is voorts genoegzaam gebleken dat het een authentieke wens van rechthebbende is om aan goede doelen (die bijdragen aan het algemeen nut) te schenken, zoals aan de Stichting Mercy Ships Holland of ZOA of aan andere stichtingen die ten doel hebben arme mensen te ondersteunen. Het hof weegt verder mee dat rechthebbende een vast inkomen uit arbeid heeft, dat hij van zijn inkomen veel kan sparen en dat zijn spaartegoed momenteel € 42.000,- bedraagt, daar waar zijn spaartegoed ten tijde van het indienen van het beroepschrift nog ongeveer € 33.000,- bedroeg. Onder deze omstandigheden valt naar het oordeel van het hof niet te verwachten dat de door de bewindvoerders verzochte schenkingen de financiële positie van de rechthebbende in gevaar brengen. Rechthebbende heeft ter zitting zelf verklaard dat het zijn wens is om schenkingen aan goede doelen te doen en het hof begrijpt hieruit dat het schenken aan goede doelen zijn geestelijk welzijn ten goede komt. De bewindvoerder, in de persoon van de moeder van rechthebbende, heeft in dit kader verklaard dat het wel doelen moeten zijn die vallen onder een ANBI instelling (algemeen nut beogende instelling), waaraan maximaal € 100,- per maand mag worden geschonken. Het hof is verder van oordeel dat de bewindvoerder er ter zitting voldoende blijk van heeft gegeven te beseffen dat de situatie wellicht opnieuw bekeken dient te worden als de rechthebbende, die nu nog thuis woont, in een gezinsvervangend tehuis gaat wonen en dan meer kosten zal hebben. Het zou er dan toe kunnen leiden dat er dan geen schenkingen meer gedaan kunnen worden.
5.6
Gelet op het voorgaande zal het hof het verzoek van de bewindvoerders ten aanzien van de schenkingen dan ook toewijzen.

6.De beslissing

Het hof, beschikkende in het hoger beroep:
vernietigt de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 10 maart 2022, en opnieuw beschikkende:
verleent de bewindvoerders een doorlopende machtiging tot het doen van schenkingen ten behoeve van goede doelen die vallen onder een ANBI instelling (algemeen nut beogende instelling), zoals aan de Stichting Mercy Ships Holland of ZOA, tot een maximum van € 100,- per maand uit het vermogen van de rechthebbende;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mrs. C.M. Warnaar, E.A. Mink en A.R.J. Mulder, bijgestaan door F.L. Lekahena als griffier en is op 10 mei 2023 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.