De verdachte heeft jarenlang verschillende behandelingen ondergaan in verband met onder meer zijn autisme-stoornis. Bij het uitblijven van enig positief effect van deze behandelingen is hij op eigen initiatief op zoek gegaan naar hulp voor zijn problematiek.
Uit een brief van psychiater [psychiater] d.d. 15 juli 2007 blijkt dat de verdachte is
gediagnostiseerd met een autistische stoornis in de zin van Asperger en een depressieve stoornis, hetgeen tot suïcide kan leiden. De verdachte heeft in 2005 ook daadwerkelijk latent suïcidale gedachten gehad. Hij heeft psychofarmaca voorgeschreven gekregen, die echter niet het gewenste effect hadden. In 2007 is via de GGZ een behandeling met dagstructuur opgestart, eveneens zonder effect.
Na enige tijd met de psychofarmaca te zijn gestopt, is de verdachte in 2008 via het Centrum voor Autisme weer gestart met Dipiperon, hetgeen zijn klachten verergerde.
In de brief van 6 juli 2018 schrijft de huisarts van de verdachte, [getuige 1], dat de verdachte wederom medicatie in de vorm van Tryptizol en Dipiperon voorgeschreven heeft gekregen, echter zonder effect.
Verschillende hulpinstanties hebben zich intensief bemoeid met de problematiek van de verdachte.
Bij brief van 13 mei 2019 heeft voornoemde huisarts aangegeven dat de bij de verdachte bestaande klachten, te weten het moeite hebben met sociale contacten en het ervaren van boosheid, agitatie en onrust, veroorzaakt door zijn stoornis, door gebruik van cannabis worden bestreden. Ook zorgt dit voor een afname van de gestoorde frustratietolerantie.
Zij heeft op 8 maart 2023 als deskundige tegenover de raadsheer-commissaris in dit hof verklaard dat de verdachte door de medicinale cannabis die hij gebruikt (het hof begrijpt: de door de verdachte gekweekte cannabis) rustig is geworden en dat hij zijn leven hierdoor meer op orde heeft gekregen. Daarnaast heeft zij verklaard dat zij dit middel als de enige optie ziet om het gewenste effect te sorteren. Afgezet tegen de andere behandelingen die de verdachte heeft gehad, meent zij thans op het punt te zijn gekomen waarop zij kan stellen dat dit middel het beste werkt en daarmee in haar ogen medisch noodzakelijk is. De term medisch noodzakelijk definieert zij als “het middel dat de enige optie is die dat effect geeft wat je wil nastreven”.