Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
3.Feitelijke achtergrond
note verbalevan 10 november 2021 heeft de Turkse Ambassade in Nederland aan de Nederlandse regering doen toekomen een “guarantee for Mr. [appellant] and its translation into English, as delivered by the Ministry of Justice of the Republic of Turkey” (hierna: de garantie).
4.Procedure bij de voorzieningenrechter
5.Beoordeling in hoger beroep
rigorous scrutiny’ verwacht. [3] Uitlevering kan een schending van art. 3 EVRM opleveren indien er gegronde redenen (‘
substantial grounds’) zijn om aan te nemen dat de opgeëiste persoon een reëel risico (‘
a real risk’) loopt om te worden onderworpen aan foltering of aan een (andere) onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing; het is aan de opgeëiste persoon om dat aan te tonen. [4] Om in strijd te komen met art. 3 EVRM moet sprake zijn van leed dat ‘
a minimum level of severity’ heeft; daarbij neemt het EHRM in aanmerking dat een gevangenisstraf een zekere mate van leedtoevoeging impliceert. [5] Bij de beoordeling van het risico moeten alle relevante omstandigheden van het geval in aanmerking worden genomen. Een algemene verwijzing naar problemen met de naleving van mensenrechten in het verzoekende land is in beginsel onvoldoende om een reëel risico op schending van art. 3 EVRM aan te kunnen nemen. [6] Aannemelijk moet zijn dat de uit te leveren persoon met een dergelijke schending te maken zal krijgen.
Paposhvili t. Belgiëen
Savran t. Denemarken. Het EHRM overwoog: [7]
seriously ill personin which substantial grounds have been shown for believing that he or she, although not at imminent risk of dying, would face a real risk, on account of the absence of appropriate treatment in the receiving country or the lack of access to such treatment,
of being exposed to a serious, rapid and irreversible decline in his or her state of health resulting in intense suffering or to a significant reduction in life expectancy. The Court points out that these situations correspond to a
high thresholdfor the application of Article 3 of the Convention in cases concerning the removal of aliens suffering from serious illness.
as a “seriously ill person”, the applicant “would face a real risk, on account of the absence of appropriate treatment in the receiving country or the lack of access to such treatment,
of being exposed to a serious, rapid and irreversible decline in his or her state of health resulting in intense suffering or to a significant reduction in life expectancy”(ibid., § 183).
, it is only after this threshold test has been met, and thus Article 3 is applicable, that the returning State’s obligations listed in paragraphs 187-91 of the Paposhvili judgment (see paragraph 130 above) become of relevance.
endat uitlevering tot gevolg zal hebben dat hij een snelle en onomkeerbare teruggang in zijn gezondheid zal ondervinden die intens lijden of een belangrijke reductie in zijn levensverwachting tot gevolg zal hebben. Het EHRM noemt dit een ‘hoge drempel’ waaraan voldaan moet zijn. Als deze drempel niet gehaald wordt faalt het beroep op art. 3 EVRM.
a minimum level of severity’ wordt gehaald. Dat heeft [appellant] niet aannemelijk gemaakt. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat de door de Turkse autoriteiten verstrekte garantie in ieder geval in zoverre concreet en gedetailleerd is, dat daaruit blijkt dat [appellant] zal worden geplaatst in een kort geleden gebouwde penitentiaire inrichting waar geen sprake is van overbevolking. [appellant] heeft niet gesteld dat hij niet in deze penitentiaire inrichting zal worden geplaatst of dat daar wel sprake is van overbevolking of andere concrete misstanden waarmee hij onvermijdelijk te maken zal krijgen.