ECLI:NL:GHDHA:2023:724
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake alimentatie en verdeling van de voormalige echtelijke woning
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 19 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de alimentatie en de verdeling van de voormalige echtelijke woning tussen een man en een vrouw. De man had onvoldoende financiële gegevens ingediend om te onderbouwen dat hij niet in zijn eigen levensonderhoud kon voorzien. Het hof oordeelde dat de man gehouden was aan de overeenkomst die hij met de vrouw had gesloten over de waardering van de voormalige echtelijke woning. De man was in hoger beroep gekomen van een eerdere beschikking van de rechtbank Den Haag, waarin de echtscheiding was uitgesproken en de hoofdverblijfplaats van de minderjarigen bij de vrouw was vastgesteld. De rechtbank had ook alimentatiebedragen vastgesteld die de man aan de vrouw moest betalen voor zowel de kinderen als voor zijn eigen levensonderhoud. Het hof heeft de bestreden beschikking voor het grootste deel bekrachtigd, maar de partneralimentatie die de vrouw aan de man moest betalen, werd vernietigd, omdat de man had verklaard om religieuze redenen geen partneralimentatie te willen ontvangen. Het hof heeft ook het verzoek van de man tot schorsing van de uitvoerbaarverklaring van de bestreden beschikking afgewezen, omdat hij geen belang meer had bij dit verzoek. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt.