Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Stichting Mijzo,
Stichting de Wever,
gevestigd in Tilburg,
1.VGZ Zorgkantoor B.V.,
advocaat: mr. A.J.H.W.M. Versteeg, kantoorhoudend in Amsterdam,
CZ Zorgkantoor B.V.gevestigd in Tilburg,
advocaat: mr. T.R.M. van Helmond, kantoorhoudend in Amsterdam,
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- De dagvaarding, tevens houdende de memorie van grieven, van 16 januari 2023, waarmee Mijzo c.s. in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Den Haag van 20 december 2022 (hierna ook: het vonnis), met producties A-K;
- de memorie van antwoord van VGZ, met producties I en J;
- de memorie van antwoord van CZ;
- productie L van Mijzo en De Wever.
3.Feitelijke achtergrond
Heeft de gehanteerde tariefsystematiek een voor uw organisatie onvoorzien en onredelijk benadelend gevolg, dan is er in uitzonderlijke gevallen de mogelijkheid voor individuele aanbieders om een beroep te doen op de hardheidsclausule. Hierbij is het van belang dat u kunt aantonen dat u op dit moment op een doelmatige manier de zorg levert en het voor u geldende tariefpercentage voor uw organisatie niet kostendekkend is. We nemen uw financiële positie mee en beoordelen of er nog operationele verbeteringen mogelijk zijn. Dit nemen we mee bij de beoordeling of en welke afspraken we maken op basis van de hardheidsclausule. U kunt bij uw zorgkantoor een aanvraagformulier hardheidsclausule opvragen. Dit aanvraagformulier is gemaakt om de informatie op te halen die noodzakelijk is voor de beoordeling van uw aanvraag. Het is belangrijk dat u dit formulier juist en volledig invult, zodat wij een goed beeld hebben van uw (toekomstige) financiële situatie."
4.Procedure bij de voorzieningenrechter
5.Vorderingen in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
Spoedeisend belang
tekort – mogelijke besparingen > 0,5(EV – 0,15 Wlz-omzet).
7.Beslissing
- bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Den Haag van 20 december 2022;
- veroordeelt Mijzo en De Wever hoofdelijk in de proceskosten van het hoger beroep aan de zijde van VGZ, begroot tot op heden op € 783 voor het griffierecht en € 3.549 voor het salaris van de advocaat, en op € 174 aan nasalaris voor de advocaat, nog te verhogen met € 85 als niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan dit arrest is voldaan en vervolgens betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden, te vermeerderen met de wettelijke rente (artikel 6:119 BW) vanaf 14 dagen na de datum van dit arrest, respectievelijk, wat het bedrag van € 90 betreft, na de betekening;
- verklaart dit arrest wat deze kostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad;
- veroordeelt Mijzo in de proceskosten van het hoger beroep aan de zijde van CZ, begroot tot op heden op € 783 voor het griffierecht en € 3.549 voor het salaris van de advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente (artikel 6:119 BW) vanaf 14 dagen na de datum van dit arrest;
- wijst het meer of anders gevorderde af.