ECLI:NL:GHDHA:2023:551
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek tot bevelen van schuldeiser in te stemmen met aangeboden schuldregeling in het kader van dwangakkoord
In deze zaak heeft [appellante] hoger beroep ingesteld tegen de vonnissen van de rechtbank Rotterdam, die haar verzoek om KomKids Kinderopvang B.V. te bevelen in te stemmen met een aangeboden schuldregeling en haar verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling heeft afgewezen. Het hof heeft op 14 maart 2023 uitspraak gedaan in deze zaak. De rechtbank had overwogen dat niet voldoende aannemelijk was dat het voorstel van [appellante] het uiterste was waartoe zij in staat was, en dat er onvoldoende duidelijkheid was over haar arbeidscapaciteit na 1 februari 2023. In hoger beroep heeft [appellante] betoogd dat haar verzoek om een gedwongen schuldregeling alsnog moet worden toegewezen. KomKids heeft geweigerd om mee te werken aan het minnelijke traject en stelde dat het aanbod niet het maximaal haalbare was. Het hof heeft de schuldenlast van [appellante] beoordeeld en vastgesteld dat haar aanbod aan de schuldeisers het maximaal haalbare was. Het hof oordeelde dat KomKids in redelijkheid niet kon weigeren in te stemmen met de schuldregeling, gezien de onevenredigheid tussen de belangen van KomKids en die van [appellante] en de overige schuldeisers. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en KomKids bevolen in te stemmen met de aangeboden schuldregeling.