ECLI:NL:GHDHA:2023:545

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
28 maart 2023
Publicatiedatum
28 maart 2023
Zaaknummer
22-001388-22.a
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor handelen in strijd met gedragsaanwijzing en wederrechtelijk gebruik van identificerende persoonsgegevens, veroordeling voor belaging

Op 28 maart 2023 heeft het Gerechtshof Den Haag uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die was veroordeeld voor belaging, handelen in strijd met een gedragsaanwijzing en wederrechtelijk gebruik van identificerende persoonsgegevens. De verdachte werd in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van 105 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uren. In hoger beroep heeft het hof de vrijspraak uitgesproken voor de feiten 2 en 3, omdat er onvoldoende bewijs was voor de tenlastegelegde feiten. Het hof oordeelde dat de verdachte wel schuldig was aan belaging, waarbij hij het slachtoffer herhaaldelijk lastigviel met bedreigende berichten en het delen van persoonlijke informatie op sociale media. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 105 dagen, met bijzondere voorwaarden, waaronder een contactverbod met het slachtoffer en een taakstraf van 120 uren. Daarnaast werd een vordering van de benadeelde partij toegewezen, waarbij de verdachte aansprakelijk werd gesteld voor materiële en immateriële schade, met een totaalbedrag van € 1.695,82. Het hof heeft de strafmaat gemotiveerd door de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer, en heeft de verdachte verplicht om de schadevergoeding aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer.

Uitspraak

Rolnummer: 22-001388-22
Parketnummer: 09-807086-20
Datum uitspraak: 28 maart 2023
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Den Haag van 28 april 2022 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1991,
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 105 dagen, met aftrek van voorarrest, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren, onder de algemene en bijzondere voorwaarde als nader omschreven in het vonnis waarvan beroep. Tevens is aan de verdachte een taakstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis opgelegd. Voorts is een maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van twee jaren, inhoudende een contactverbod met het slachtoffer en een locatieverbod, opgelegd. Daarnaast is een beslissing genomen op de vordering van de benadeelde partij, zoals nader omschreven in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 13 juni 2019 tot en met 7 maart 2020 te
's-Gravenhage, althans in Nederland,
wederrechtelijk
stelselmatig
opzettelijk
inbreuk heeft gemaakt
op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [aangeefster], door
- die [aangeefster] (veel) SMS-berichten te sturen en/of
- die [aangeefster] en/of haar moeder (veelvuldig) berichten via (Facebook) Messenger te sturen en/of
- die [aangeefster] (veelvuldig) berichten via Whatsapp te sturen en/of
- die [aangeefster] (veelvuldig) emails te sturen waaronder (een) email(s) met daarin onder meer
* "Nee johhh.... ga je gwn je adres daar neer zetten voor privé ontvangst?" waarbij de site nl.xhamster.com werd vermeld en/of
* "Of ga je weer stil blijven zodat je kan vingeren op het gevoel dat ik je bericht etc. hahaha jij blijft doodlachen wollah" en/of
* "Ik zit me kk hard af te trekken.. zo geile gevoel dat jij geen poot heb om op te staan (...) Je kan niks.. ik heb letterlijk alles van je. van a tot z"
* "Je bent nu net als zo'n meid die dit bij me geflikt had 4 jaar terug. Tot op de dag van vandaag wordt zij daar mee geconfronteerd. Op alle manieren." en/of
* "(...) Deze keer ga ik gewoon jou fotos 100x uit laten drukken en flyeren in de buurt van Scheveningen" en/of
of woorden van soortgelijke aard en/of strekking en/of
- ( persoons)gegevens van die [aangeefster] op de (seks)site nl.xhamster.com te plaatsen en/of
- ( persoons)gegevens van die [aangeefster] op de website(s) "Kinky" en "Badoo" te plaatsen en/of
- een/diverse filmpje(s) van die [aangeefster] op YouTube te plaatsen met daarbij de tekst "Goedkope hoertje [aangeefster] uit Den Haag" en/of "[aangeefster] laat haar zelf weer eens zien zoals altijd" en/of "[aangeefster] de goede vriendin samen met haar vriendin" en/of "Snitch van Den Haag" of woorden van soortgelijke aard en/of strekking en/of
- die [aangeefster] zes, althans een of meer audio-berichten te sturen (zie p. 61 in het politie-pv) en/of
- die [aangeefster] (veelvuldig) te bellen met het oogmerk die [aangeefster], te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2019 tot en met 17 februari 2020 te 's-Gravenhage
opzettelijk en
wederrechtelijk
identificerende persoonsgegevens, te weten de (facebook account)naam en/of de voornaam en/of de adresgegevens en/of het telefoonnummer en/of een of meer foto('s) van [aangeefster]
heeft gebruikt
met het oogmerk om zijn, verdachtes, identiteit te verhelen en/of de identiteit van die [aangeefster] te verhelen of te misbruiken, uit welk gebruik enig nadeel kon ontstaan en
welk gebruik erin bestond dat hij, verdachte,
deze foto('s) en/of (account)naam en/of de voornaam en/of de adresgegevens en/of dit telefoonnummer heeft geplaatst op de (seks)website nl.xhamster.com, althans enige website, en/of op Facebook, althans social media, met daarbij de tekst "Pm me als je deze hoertje van den Haag wilt neuken. Ze heet [aangeefster] en ze neukt met iedereen in de bosjes voor 1 milkshake", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
3.
hij op of omstreeks 06 maart 2020 te 's-Gravenhage opzettelijk
heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 17 februari 2020 gegeven door de officier van justitie te Den Haag kort weergegeven inhoudende dat hij, verdachte,
- zich zal onthouden van ieder contact met [aangeefster] en/of
- niets over deze [aangeefster] zal (laten) verspreiden via (onder meer) email, internet, social media of enig ander communicatiemiddel door een of meer reacties te plaatsen op het Facebookaccount van die [aangeefster] onder meer inhoudende een of meer foto('s) en/of een video van die [aangeefster] en/of (daarbij) onder meer de tekst(en) "DM VOOR ADRES" en/of "Je gaat samen met je moeder op al die sexsites. en vandaag nog. Kanker junkie. ga gouwe tand in je kut steken hepatitus trol. Je wilt echt niet weten hoeveel mensen er nu over je weten. Ik zou gaan verhuizen. Ciao", althans woorden van gelijke aard en/of strekking.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd met uitzondering van de opgelegde straf en dat de verdachte ter zake van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 95 dagen, met aftrek van voorarrest, waarvan 80 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren onder de algemene voorwaarde en onder de bijzondere voorwaarde dat de verdachte op geen enkele wijze contact zal opnemen met het slachtoffer. Voorts vordert de advocaat-generaal een taakstraf voor de duur van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak feiten 2 en 3
Het hof is van oordeel dat wettig en overtuigend bewijs voor de onder 2 en 3 tenlastegelegde feiten ontbreekt. Direct bewijs dat de verdachte degene is geweest die de in de tenlastelegging onder de feiten 2 en 3 bedoelde feitelijke handelingen heeft verricht, is niet voorhanden. Voorts is het hof van oordeel dat er onvoldoende concrete aanknopingspunten zijn om de constructie van schakelbewijs toe te passen. De verdachte zal daarom van de onder 2 en 3 tenlastegelegde feiten worden vrijgesproken.
Overwegingen ten aanzien van feit 1
Het hof ziet geen aanleiding om de authenticiteit van de door aangeefster aan de politie verstrekte berichten in twijfel te trekken. De berichten zijn tevens, gelet op de inhoud van het dossier, voldoende in tijd te plaatsen. Uit de aard van de berichten blijkt voorts, conform de verklaring van aangeefster, dat zij meermalen heeft aangegeven geen berichten van de verdachte te willen ontvangen. Gelet verder op hetgeen de verdachte in dit verband (deels) heeft erkend, alsmede het resultaat van het technisch onderzoek naar de laptop van de verdachte, acht het hof – alles in onderling verband en samenhang bezien - wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 is tenlastegelegd. De daaromtrent door de verdediging gevoerde verweren worden verworpen.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij
op een of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 13 juni 2019 tot en met
7 maart3 februari2020 te 's-Gravenhage,
althans in Nederland,
wederrechtelijk
stelselmatig
opzettelijk
inbreuk heeft gemaakt
op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [aangeefster], door
- die [aangeefster]
(veel
)SMS-berichten te sturen en
/of
- die [aangeefster] en
/ofhaar moeder
(veelvuldig
)berichten via (Facebook) Messenger te sturen en
/of
- die [aangeefster]
(veelvuldig
)berichten via Whatsapp te sturen en
/of
- die [aangeefster]
(veelvuldig
)emails te sturen waaronder
(een)email
(s
)met daarin onder meer
* "Nee johhh.... ga je gwn je adres daar neer zetten voor privé ontvangst?" waarbij de site nl.xhamster.com werd vermeld en
/of
* "Of ga je weer stil blijven zodat je kan vingeren op het gevoel dat ik je bericht etc. hahaha jij blijft doodlachen wollah" en
/of
* "Ik zit me kk hard af te trekken.. zo geile gevoel dat jij geen poot heb om op te staan (...) Je kan niks.. ik heb letterlijk alles van je. van a tot z"
* "Je bent nu net als zo'n meid die dit bij me geflikt had 4 jaar terug. Tot op de dag van vandaag wordt zij daar mee geconfronteerd. Op alle manieren." en
/of
* "(...) Deze keer ga ik gewoon jou fotos 100x uit laten drukken en flyeren in de buurt van Scheveningen" en
/of
ofwoorden van soortgelijke aard en/of strekking en
/of
- (persoons)gegevens van die [aangeefster] op de (seks)site nl.xhamster.com te plaatsen en/of
- (persoons)gegevens van die [aangeefster] op de website(s) "Kinky" en "Badoo" te plaatsen en/of
-
een/diverse filmpje
(s
)van die [aangeefster] op YouTube te plaatsen met daarbij de tekst "Goedkope hoertje [aangeefster] uit Den Haag" en
/of"[aangeefster] laat haar zelf weer eens zien zoals altijd" en
/of"[aangeefster] de goede vriendin samen met haar vriendin" en
/of"Snitch van Den Haag" of woorden van soortgelijke aard en/of strekking en
/of
- die [aangeefster] zes, althans een of meer audio-berichten te sturen
(zie p. 61 in het politie-pv)en
/of
- die [aangeefster]
(veelvuldig
)te bellen met het oogmerk die [aangeefster], te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:

belaging.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich gedurende een langere periode schuldig gemaakt aan belaging, zoals in de bewezenverklaring nader omschreven. Hij heeft het slachtoffer lastiggevallen door haar veelvuldig berichten te sturen, te bellen en audioberichten in te spreken. Ook heeft hij veelvuldig contact gezocht met haar moeder. Toen de reactie van het slachtoffer de verdachte niet beviel werd zijn houding en toon dreigender. Zo dreigde hij met het plaatsen van filmpjes en foto’s van haar op internet. Hij heeft zodoende herhaaldelijk inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer. Feiten als het onderhavige worden door slachtoffers doorgaans bovendien als beangstigend en bedreigend ervaren. Uit het dossier blijkt dat ook in dit geval de verdachte door zijn handelen bij het slachtoffer aanzienlijk leed heeft toegebracht en angst heeft veroorzaakt.
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d.
28 februari 2023.
Het hof is - alles afwegende - van oordeel dat een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur - waarvan het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan de duur van het reeds ondergane voorarrest - alsmede een geheel onvoorwaardelijke taakstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormen.
Vordering tot schadevergoeding
In het onderhavige strafproces heeft [benadeelde partij] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële en immateriële schade als gevolg van het aan de verdachte tenlastegelegde, tot een bedrag van in totaal € 2.195,82.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg volledig toegewezen bedrag.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is door en namens de verdachte betwist.
Naar het oordeel van het hof heeft de benadeelde partij aangetoond dat de gestelde materiële schade van € 195,82 is geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 1 bewezenverklaarde. De vordering van de benadeelde partij zal derhalve worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 3 februari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening.
Het hof is van oordeel dat aannemelijk is geworden dat de benadeelde partij immateriële schade heeft geleden en dat deze schade het rechtstreeks gevolg is van het onder 1 bewezenverklaarde. De vordering ter zake van geleden immateriële schade leent zich - naar maatstaven van billijkheid - voor toewijzing tot € 1.500,00, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 3 februari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening. Het meer gevorderde zal worden afgewezen.
Gelet op het voorgaande dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer
Nu vaststaat dat de verdachte tot een bedrag van in totaal € 1.695,82 aansprakelijk is voor de schade die door het onder 1 bewezenverklaarde is toegebracht, zal het hof aan de verdachte de verplichting opleggen dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer], te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf
3 februari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36f en 285b van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
105 (honderdvijf) dagen.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
90 (negentig) dagen,
niet ten uitvoerzal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van
2 ( twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- gedurende de volledige proeftijd geen contact legt of laat leggen – direct of indirect – met [aangeefster], geboren op [geboortedatum];
- gedurende de volledige proeftijd op geen enkele wijze berichten over [aangeefster], geboren op [geboortedatum], mag verspreiden, onder meer niet online, niet via enig kanaal via sociale media en niet in print.
Geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij] ter zake van het onder 1 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 1.695,82 ( (duizend zeshonderdvijfennegentig euro en tweeëntachtig cent) bestaande uit € 195,82 (honderdvijfennegentig euro en tweeëntachtig cent) materiële schade en € 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Wijst af het door de benadeelde partij meer gevorderde.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer], ter zake van het onder 1 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 1.695,82 (duizend zeshonderdvijfennegentig euro en tweeëntachtig cent) bestaande uit € 195,82 (honderdvijfennegentig euro en tweeëntachtig cent) materiële schade en € 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de
gijzelingop ten hoogste
26 (zesentwintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de
wettelijke rentevoor de materiële en de immateriële schade op 3 februari 2020.
Dit arrest is gewezen door mr. M.A.J. van de Kar,
mr. J.A. van Dorp en mr. Y.C. Bours, in bijzijn van de griffier mr. M.J.J. van den Broek.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 28 maart 2023.