ECLI:NL:GHDHA:2023:529

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
28 maart 2023
Publicatiedatum
27 maart 2023
Zaaknummer
2200026122
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Langdurige en omvangrijke seksuele hands-off delicten met overwegingen inzake strafmodaliteiten

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 28 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam. De verdachte, geboren in 1992 en thans gedetineerd, was eerder vrijgesproken van enkele tenlastegelegde feiten, maar werd in hoger beroep veroordeeld voor andere ernstige delicten, waaronder afdreiging en het dwingen van slachtoffers tot het verstrekken van seksuele beelden. Het hof oordeelde dat de verdachte gedurende een lange periode stelselmatig slachtoffers heeft geïntimideerd en gedwongen tot het maken en versturen van seksuele beelden, met ernstige gevolgen voor de slachtoffers. De advocaat-generaal had een gevangenisstraf van zes jaar geëist, maar het hof legde een gevangenisstraf van vijf jaar op, met aftrek van voorarrest. Daarnaast werden er maatregelen opgelegd, waaronder een contactverbod en een gebiedsverbod, om de slachtoffers te beschermen. Het hof overwoog dat de verdachte een hoog recidiverisico vertoonde en dat de ernst van de feiten een langdurige gevangenisstraf rechtvaardigde. De vorderingen van benadeelde partijen tot schadevergoeding werden gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachte werd veroordeeld tot betaling van immateriële schade aan verschillende slachtoffers.

Uitspraak

Rolnummer: 22-000261-22
Parketnummer: 10-021068-21
Datum uitspraak: 28 maart 2023
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 18 januari 2022 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992,
adres: [adres],
thans gedetineerd in P.I. Heerhugowaard te Heerhugowaard.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte van het onder 1 primair, 2 en 3 tenlastegelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 1 subsidiair, 4, 5 primair en 6 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van
5 jaren, met aftrek van voorarrest. Voorts is een beslissing genomen omtrent de vorderingen van de benadeelde partijen en omtrent de inbeslaggenomen voorwerpen, één en ander als nader in het vonnis waarvan beroep omschreven.
Door de officier van justitie en namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - tenlastegelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2017 tot en met 22 januari 2021 te Heemskerk, Tilburg, Beverwijk en/of Rotterdam, althans in Nederland, en/of België, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging met smaad, smaadschrift en/of openbaring van een geheim,
- [ aangever 1],
- [ aangever 2],
- [ aangever 3],
- [ aangever 4],
- [ aangever 5],
- [ aangever 6]
- [ aangever 7],
- [ aangever 8],
- [ aangever 9],
- [ aangever 10],
- [ aangever 11],
- [ aangever 12] en
- [ aangever 13],
heeft gedwongen tot de afgifte en/of ter beschikking stelling van foto's en/of filmpjes
- met daarop de geheel en/of deels ontklede lichamen en/of de geslachtsdelen van die personen,
- waarop die personen (onderdanige) teksten opnoemen en/of hun excuses aanbieden, knielen en/of onderdanige houdingen aannemen,
- waarop die personen masturberen, hun geslachtsdeel op een bepaalde manier tonen en/of houden, een penisklem/kuisheidsgordel dragen en/of hun penis en/of teelballen met een veter afbinden,
- waarop die personen een luier dragen,
- waarop die personen urineren terwijl zij een luier en/of penisklem/kuisheidsgordel dragen en/of
- waarop die personen als een hond op handen en voeten rondkruipen en doen alsof zij als een hond urineren
geheel of ten dele toebehorende aan die personen,
door tegen die personen te zeggen dat hij, verdachte, die eerder gestuurde (seksuele naakt-) foto's en/of filmpjes van die personen online zou zetten en/of aan familie, collega’s en/of vrienden van die personen zou verspreiden en/of dat hij online zou zetten/bekend zou maken dat die personen pedofielen zijn als die personen niet zouden voldoen aan nieuwe opdrachten en/of geen nieuwe foto's en/of filmpjes zouden sturen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2017 tot en met 22 januari 2021 te Heemskerk, Tilburg, Beverwijk en/of Rotterdam, althans in Nederland, en/of België, anderen, te weten
- [ aangever 1],
- [ aangever 2],
- [ aangever 3],
- [ aangever 4],
- [ aangever 5],
- [ aangever 6]
- [ aangever 7],
- [ aangever 8],
- [ aangever 9],
- [ aangever 10],
- [ aangever 11],
- [ aangever 12] en
- [ aangever 13],
door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die personen wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten het sturen van foto's en/of filmpjes
- met daarop de geheel en/of deels ontklede lichamen en/of de geslachtsdelen van die personen,
- waarop die personen (onderdanige) teksten opnoemen en/of hun excuses aanbieden, knielen en/of onderdanige houdingen aannemen ([aangever 1], [aangever 3], [aangever 4], [aangever 8] en [aangever 11]),
- waarop die personen masturberen, hun geslachtsdeel op een bepaalde manier tonen en/of houden, een penisklem/kuisheidsgordel dragen en/of hun penis en/of teelballen met een veter en/of snoer afbinden ([aangever 1], [aangever 2], [aangever 3], [aangever 4], [aangever 5], [aangever 6], [aangever 7], [aangever 10], [aangever 12] en [aangever 13]),
- waarop die perso(o)n(en) een luier dragen ([aangever 3]),
- waarop die personen urineren terwijl zij een luier en/of penisklem/kuisheidsgordel dragen ([aangever 3] en [aangever 2]) en/of
- waarop die perso(o)n(en) als een hond op handen en voeten rondkruipen en doen alsof zij als een hond urineren ([aangever 2])
door tegen die personen te zeggen dat hij, verdachte, die eerder gestuurde (seksuele naakt-) foto's en/of filmpjes van die personen online zou zetten en/of aan familie, collega’s en/of vrienden van die personen zou verspreiden en/of dat hij online zou zetten/bekend zou maken dat die personen pedofielen zijn als die personen niet zouden voldoen aan nieuwe opdrachten en/of geen nieuwe foto's en/of filmpjes zouden sturen;
2.
hij in of omstreeks de periode van 18 mei 2018 tot en met 22 januari 2021 te Heemskerk, althans in Nederland, en/of België,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om,
met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging met smaad, smaadschrift en/of openbaring van een geheim,
- [ aangever 14] en
- [ aangever 15]
te dwingen tot de afgifte en/of ter beschikking stelling van een hoeveelheid geld (€50-100), althans enig geldbedrag, en/of foto's en/of filmpjes
- met daarop de geheel en/of deels ontklede lichamen en/of de geslachtsdelen van die personen en/of
- waarop die personen masturberen
geheel of ten dele toebehorende aan die personen,
tegen die personen heeft gezegd dat hij, verdachte, eerder gestuurde (seksuele naakt-) foto's en/of filmpjes van die personen online zou zetten en/of aan familie, collega’s en/of vrienden van die personen zou verspreiden en/of dat hij online zou zetten/bekend zou maken dat die personen pedofielen zijn als die personen niet zouden betalen, niet zouden voldoen aan opdrachten en/of geen nieuwe foto's en/of filmpjes zouden sturen terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2019 tot en met 22 januari 2021 te Heemskerk en/of Tilburg, althans in Nederland en/of België, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
- [ aangever 2],
- [ aangever 3],
- [ aangever 4] en
- [ aangever 5],
heeft gedwongen tot de afgifte en/of ter beschikking stelling van foto's en/of filmpjes
- met daarop de geheel en/of deels ontklede lichamen en/of de geslachtsdelen van die personen,
- waarop die personen (onderdanige) teksten opnoemen en/of hun excuses aanbieden, knielen en/of onderdanige houdingen aannemen ([aangever 3] en [aangever 4]),
- waarop die personen hun geslachtsdeel op een bepaalde manier tonen en/of houden en/of de voorhuid van die penis terug trekken,
- waarop die personen masturberen,
- waarop die personen een penisklem/kuisheidsgordel aandoen, afdoen en/of dragen en/of hun penis en/of teelballen met een veter en/of snoer afbinden en dit strakker trekken,
- waarop die personen een luier dragen en/of daarmee in bed liggen en op hun duim sabbelen,
- waarop die personen urineren terwijl zij een luier en/of penisklem/kuisheidsgordel dragen ([aangever 3] en [aangever 2]) en/of
- waarop die personen als een hond op handen en voeten rondkruipen en doen alsof zij als een hond urineren ([aangever 2])
die geheel of ten dele aan die voornoemde personen toebehoorden,
door te zeggen dat hij die personen zou ontvoeren, mishandelen, vermoorden en/of zou castreren, als die personen niet zouden voldoen aan nieuwe opdrachten en/of geen nieuwe foto's en/of filmpjes zouden sturen;
4.
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2017 tot en met 22 januari 2021 te Heemskerk, Tilburg en/of Rotterdam, althans in Nederland, en/of België, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid,
- [ aangever 1],
- [ aangever 2],
- [ aangever 3],
- [ aangever 4],
- [ aangever 5],
- [ aangever 6]
- [ aangever 7],
- [ aangever 10],
- [ aangever 12] en
- [ aangever 13],
heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, door
- die personen zichzelf geheel en/of deels uit te laten kleden,
- die personen de eigen penis vast te laten pakken, die penis te laten verplaatsen, op een wasbak en/of op zijn buik te laten leggen en/of de voorhuid van die penis terug te trekken,
- die personen de eigen penis tussen de benen te laten duwen en vervolgens die benen tegen elkaar te laten klemmen,
- die personen de eigen ballen vast te laten pakken, de eigen balzak uit te laten rekken en/of in de eigen ballen te laten knijpen,
- die personen te laten masturberen ([aangever 3], [aangever 4], [aangever 7], [aangever 12] en [aangever 2]),
- die personen een veter rondom de penis en/of ballen te laten knopen en/of aanbrengen ([aangever 1], [aangever 3], [aangever 6], [aangever 4], [aangever 10] en [aangever 5]) en/of
- die personen een penisklem/kuisheidsgordel op de eigen penis en/of ballen te laten aanbrengen ([aangever 3] en [aangever 2])
en die personen zichzelf te laten filmen en/of fotograferen terwijl en/of nadat zij bovenstaande handelingen verrichten en/of hebben verricht
door te zeggen dat hij eerder gestuurde (seksuele naakt-) foto's en/of filmpjes van die voornoemde personen online zou zetten en/of zou verspreiden, dat hij (online) zou zeggen dat die personen pedofiel zijn en/of dat hij die personen zou ontvoeren, mishandelen, vermoorden en/of zou castreren,
welk voornoemde feit zwaar lichamelijk letsel voor die [aangever 4] en/of [aangever 13] ten gevolge heeft gehad, te weten erectiestoornissen, pijn bij het urineren en/of permanente beschadigingen in/op de penis, teelballen en/of zwellichamen, althans (een onderdeel van) het geslachtsdeel;
5.
hij in of omstreeks de periode van 13 februari 2017 tot en met 27 juni 2017 te Heemskerk, althans in Nederland opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander te weten de naam en/of foto’s van [aangever 16] en/of [aangever 17] heeft gebruikt door
- via whatsapp contact te zoeken en/of een gesprek te voeren met die [aangever 16], waarbij hij, verdachte, gebruik maakte van de naam en/of foto’s van die [aangever 17] en/of
- via whatsapp contact te zoeken en/of een gesprek te voeren met die [aangever 17], waarbij hij, verdachte, gebruik maakte van de naam en/of foto’s van die [aangever 16],
met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en/of de identiteit van de ander te verhelen en/of te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 13 februari 2017 tot en met 27 juni 2017 te Heemskerk, althans in Nederland met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [aangever 16] en/of [aangever 17] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten het sturen van foto’s van de teelballen en/of het geslachtsdeel van die [aangever 16] en/of [aangever 17], door
- via whatsapp contact te zoeken en/of een gesprek te voeren met die [aangever 16], waarbij hij, verdachte, gebruik maakte van de naam en/of foto’s van die [aangever 17],
- via whatsapp contact te zoeken en/of een gesprek te voeren met die [aangever 17], waarbij hij, verdachte, gebruik maakte van de naam en/of foto’s van die [aangever 16],
- te vertellen dat hij, verdachte (zich voordoend als [aangever 17] en/of [aangever 16]), een operatie heeft gehad waarbij zijn teelballen zijn verwijderd en/of daarbij te zeggen dat hij zich onzeker voelde over zijn (ontbrekende) teelballen en/of
- te vragen om foto's van de teelballen van die [aangever 17] en/of [aangever 16];
6.
hij op of omstreeks 22 januari 2021 te Heemskerk, althans in Nederland, afbeeldingen, te weten video's en/of foto's, en/of gegevensdragers, te weten een mobiele telefoon (iPhone 6), bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een tong en/of penis oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een tong en/of penis oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt bestandsnaam: IMG_5783.MP4
en/of
het met de/een handen, tong en/of penis betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de anus en/of de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een handen, tong en/of penis betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de anus en/of de billen van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een hand betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel en/of de eigen billen bestandsnaam: IMG_5783.MP4
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn leeftijd past en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling bestandsnaam: IMG_5783.MP4.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ten aanzien van het onder 1 primair, 2, 3, 4, 5 primair en 6 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren, met aftrek van voorarrest.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsman – overeenkomstig de overgelegde en in het procesdossier gevoegde pleitnotities – bepleit dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging van de verdachte dient te worden verklaard ten aanzien van het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde, nu er niet voldaan is aan het wettelijk vereiste dat binnen drie maanden na het bekend worden van het misdrijf klacht is gedaan door hem tegen wie het gepleegd is.
Het hof overweegt hierover als volgt.
Artikel 318 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) luidt, voor zover van belang:

1. Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging met smaad, smaadschrift of openbaring van een geheim iemand dwingt hetzij tot de afgifte van enig goed dat geheel of ten dele aan deze of aan een derde toebehoort, hetzij tot het aangaan van een schuld of het teniet doen van een inschuld, hetzij tot het ter beschikking stellen van gegevens, wordt als schuldig aan afdreiging, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.

2. Dit misdrijf wordt niet vervolgd dan op klacht van hem tegen wie het gepleegd is.

Uit artikel 66 Sr volgt dat de klacht moet worden ingediend binnen drie maanden nadat degene die een klacht kan indienen op de hoogte is gekomen van het gepleegde feit.
Naar huidig recht kan worden gesteld dat de essentie bij klachtdelicten is dat vaststaat - of vastgesteld wordt - dat de aangever (of de wettelijk vertegenwoordiger daarvan) wil dat vervolgd wordt. Doorslaggevend is daarbij of op grond van het strafdossier en/of het onderzoek ter terechtzitting genoegzaam komt vast te staan dat het de uitdrukkelijke wens is van de aangever dat het Openbaar Ministerie vervolging instelt.
In deze zaak blijkt uit de aangiften en de in navolging daarop gedane klachten telkens dat de aangevers wilden dat er vervolgd zou worden. In alle gevallen stellen de aangevers dat zij gedurende een langere periode bedreigd en/of geïntimideerd zijn. Het gevolg hiervan was dat zij niet direct bij aanvang van deze feiten aangifte hebben gedaan, waardoor deze feiten konden voortduren. Ook toen er tijdelijk geen contact meer met hen werd opgenomen, hebben zij geen aangifte durven doen uit angst voor eventuele gevolgen, zoals bijvoorbeeld verspreiding en/of openbaarmaking van naaktfoto’s/filmpjes. Uit het dossier blijkt dat via Whatsapp-berichten ook is geïntimideerd en gemanipuleerd om aangever(s) te beletten naar de politie te laten gaan.
Gelet op de aard van de feiten en de voortdurende periode van intimidatie en manipulatie, alsmede het algemene gegeven dat een verdachte geen profijt dient te hebben van een regeling die strekt ter bescherming van de rechten van slachtoffers, gaat het hof in het onderhavige geval uit van een aanvang van de termijn op het moment waarop de aangevers zijn benaderd door de politie, zodat de klachten telkens binnen de termijn als bedoeld in artikel 66 Sr zijn gedaan.
Ten aanzien van de in België woonachtige aangever [aangever 13] stelt het hof vast dat hoewel er zich geen klacht van deze aangever in het dossier bevindt, de wens van deze aangever om tot vervolging van de verdachte over te gaan onmiskenbaar blijkt uit zijn verhoor door de Belgische politie op 28 april 2021 (zie ook ECLI:NL:HR:2014:380).
Het Openbaar Ministerie is derhalve ontvankelijk in de vervolging van de verdachte. De gevoerde verweren in dit verband worden verworpen.
Vrijspraken
Feiten 1 primair, 2 en 3
Het hof is van oordeel dat op grond van het onderhavige procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting onvoldoende kan worden vastgesteld dat de verdachte met zijn handelen het oogmerk had op wederrechtelijke bevoordeling. Naar het oordeel van het hof is daarom niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 primair, 2 en 3 is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan wordt vrijgesproken.
Feit 4
Met de advocaat-generaal en de verdediging is het hof van oordeel dat de tenlastegelegde strafverzwarende omstandigheid (zwaar lichamelijk letsel en/of permanente beschadigingen van het geslachtsdeel) niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte van dat (strafverzwarende) onderdeel in de tenlastelegging zal worden vrijgesproken.
Feit 6
Naar het oordeel van het hof is op basis het onderhavige procesdossier onvoldoende wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte opzet had op het in het bezit hebben van de tenlastegelegde kinderpornografische video.
Het hof overweegt dat er in het onderhavige geval sprake is van contra-indicaties ten aanzien van de vereiste opzet. Op de onder de verdachte in beslag genomen I-phone 6 (goednummer A01B2) is één kinderpornografische video aangetroffen, zoals in het onder 6 tenlastegelegde omschreven. Niet is gebleken dat deze kinderpornografische video specifiek in een mappenbestand is opgeslagen. Evenmin blijkt uit onderzoek naar de zoekgeschiedenis in de mobiele telefoon in de periode vanaf 13 augustus 2018 tot en met 21 januari 2021 dat actief naar kinderporno is gezocht.
Op de onder de verdachte in beslag genomen I-phone 11 (goednummer A01B3) zijn in de map “Images” 206.286 afbeeldingen aangetroffen, waaronder een groot aantal (extreem) pornografische afbeeldingen en/of fragmenten. In totaal zijn er 2 kinderpornografische video’s op de I-phone 11 aangetroffen.
Op de onder de verdachte in beslag genomen laptop (goednummer 6167461) zijn 309.410 mediabestanden aangetroffen, waaronder van blote mannelijke geslachtsdelen. Dat hierbij tevens kinderpornografische afbeeldingen zouden zijn aangetroffen, volgt niet uit het dossier.
Uit het voorgaande volgt, dat onvoldoende is gebleken dat de verdachte gericht heeft gezocht op kinderpornografische afbeeldingen danwel deze na ontvangst daarvan welbewust heeft opgeslagen. Daarnaast betreft het aantal kinderpornografische bestanden dat op onder de verdachte in beslag genomen gegevensdragers is aangetroffen, op het geheel gezien een dermate gering aantal, dat het hof – alles afwegende - in dit geval niet uitsluit dat deze bestanden bijvangst betreffen zoals door de verdediging betoogd. De verdachte wordt dan ook van het onder 6 tenlastegelegde vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair, 4 en 5 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in
of omstreeksde periode van 1 oktober 2017 tot en met 22 januari 2021
te Heemskerk, Tilburg, Beverwijk en/of Rotterdam, althansin Nederland
,en/of België, anderen, te weten
- [ aangever 1],
- [ aangever 2],
- [ aangever 3],
- [ aangever 4],
- [ aangever 5],
- [ aangever 6]
- [ aangever 7],
- [ aangever 8],
- [ aangever 9],
- [ aangever 10],
- [ aangever 11],
- [ aangever 12] en
- [ aangever 13],
door
geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld ofenige andere feitelijkheid gericht tegen die personen wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen,
niet te doen en/of te dulden,
te weten het sturen van foto's en/of filmpjes
- met daarop de geheel en/of deels ontklede lichamen en/of de geslachtsdelen van die personen,
- waarop die personen (onderdanige) teksten opnoemen en/of hun excuses aanbieden, knielen en/of onderdanige houdingen aannemen ([aangever 1], [aangever 3], [aangever 4],
[aangever 8]en [aangever 11]),
- waarop die personen masturberen, hun geslachtsdeel op een bepaalde manier tonen en/of houden,
en/ofeen penisklem/kuisheidsgordel dragen en/of hun penis en/of teelballen met een veter en/of snoer afbinden ([aangever 1], [aangever 2], [aangever 3], [aangever 4], [aangever 5], [aangever 6], [aangever 7], [aangever 10], [aangever 12] en [aangever 13]),
- waarop die perso
(o
)n
(en)een luier
draagt en die persoon urineert terwijl hij een luier draagt([aangever 3]),
en
- waarop die
persoon urineertterwijl
hijeen penisklem/kuisheidsgordel
draagt([aangever 2]) en
/of
- waarop die perso
(o
)n
(en)als een hond op handen en voeten
rondkruipten
doetalsof
hijals een hond
urineert([aangever 2])
door tegen die personen te zeggen dat hij, verdachte,
dieeerder gestuurde (seksuele naakt-) foto's en/of filmpjes van die personen online zou zetten en/of aan familie,
en/ofcollega’s en/of vrienden van die personen zou verspreiden en/of dat hij online zou zetten/bekend zou maken dat die personen pedofiel
enzijn
als die personen niet zouden voldoen aan nieuwe opdrachten en/of geen nieuwe foto's en/of filmpjes zouden sturen;
4.
hij in
of omstreeksde periode van 1 oktober 2017 tot en met 22 januari 2021
te Heemskerk, Tilburg en/of Rotterdam, althansin Nederland
,en/of België, door
geweld of een andere feitelijkheid en/ofbedreiging met geweld of een andere feitelijkheid,
- [ aangever 1],
- [ aangever 2],
- [ aangever 3],
- [ aangever 4],
- [ aangever 5],
- [ aangever 6]
- [ aangever 7],
- [ aangever 10],
- [ aangever 12] en
- [ aangever 13],
heeft gedwongen tot het plegen
en/of duldenvan een of meer ontuchtige handelingen, door
- die personen zichzelf geheel en/of deels uit te laten kleden
en/of
- die personen de eigen penis vast te laten pakken, die penis te laten verplaatsen, op een wasbak en/of op zijn buik te laten leggen en/of de voorhuid van die penis terug te trekken
en/of
- die personen de eigen penis tussen de benen te laten duwen en vervolgens die benen tegen elkaar te laten klemmen
en/of
- die personen de eigen ballen vast te laten pakken, de eigen balzak uit te laten rekken en/of in de eigen ballen te laten knijpen
en/of
- die personen te laten masturberen (
[aangever 3],[aangever 4], [aangever 7], [aangever 12] en [aangever 2])
en/of
- die personen een veter rondom de penis en/of ballen te laten knopen en/of aanbrengen ([aangever 1], [aangever 3], [aangever 6], [aangever 4], [aangever 10] en [aangever 5]) en/of
- die personen een penisklem/kuisheidsgordel op de eigen penis en/of ballen te laten aanbrengen ([aangever 3] en [aangever 2])
en die personen zichzelf te laten filmen en/of fotograferen terwijl en/of nadat zij bovenstaande handelingen verrichten en/of hebben verricht
door te zeggen dat hij eerder gestuurde (seksuele naakt-) foto's en/of filmpjes van die voornoemde personen online zou zetten en/of zou verspreiden, dat hij (online) zou zeggen dat die personen pedofiel zijn en/of dat hij die personen zou ontvoeren
en/ofmishandelen
, vermoordenen/of zou castreren,
welk voornoemde feit zwaar lichamelijk letsel voor die [aangever 4] en/of [aangever 13] ten gevolge heeft gehad, te weten erectiestoornissen, pijn bij het urineren en/of permanente beschadigingen in/op de penis, teelballen en/of zwellichamen, althans (een onderdeel van) het geslachtsdeel;
5.
hij in
of omstreeksde periode van 13 februari 2017 tot en met 27 juni 2017
te Heemskerk, althansin Nederland opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander te weten de naam en/of foto’s van [aangever 16] en
/of[aangever 17] heeft gebruikt door
- via whatsapp contact te zoeken en
/ofeen gesprek te voeren met die [aangever 16], waarbij hij, verdachte, gebruik maakte van de naam en/of foto’s van die [aangever 17] en
/of
- via whatsapp contact te zoeken en
/ofeen gesprek te voeren met die [aangever 17], waarbij hij, verdachte, gebruik maakte van de naam en/of foto’s van die [aangever 16],
met het oogmerk om
zijn identiteit te verhelen en/ofde identiteit van de ander
te verhelen en/ofte misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 subsidiair en 4 bewezenverklaarde levert op:

de eendaadse samenloop van

een ander door bedreiging met een feitelijkheid, gericht tegen die ander, wederrechtelijk dwingen iets te doen,
meermalen gepleegd,

en

feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd.

Het onder 5 primair bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om de identiteit van een ander te misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kon ontstaan, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Motivering van straf en maatregelen
Het hof heeft de op te leggen straf en maatregelen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

Ernst van de feiten

De verdachte begaf zich gedurende enkele jaren stelselmatig op verschillende contact/datingsites waar hij zich aanvankelijk voordeed als jonge vrouw om op die manier in contact te komen met jongens/jonge mannen. Na het (in eerste instantie vrijwillig) uitwisselen van naaktfoto’s werd er vervolgens gedreigd de foto’s openbaar te maken bij familie en/of (sociale) contacten van de slachtoffers als zij niet nog meer verdergaande seksueel getinte naaktfoto’s/- video’s van zichzelf zouden maken en naar de verdachte zouden sturen. De verdachte heeft de aangevers hierbij zeer vergaande, perverse, vernederende en mensonterende en ook fysiek pijnlijke handelingen bij zichzelf laten verrichten. Zo werden enkele slachtoffers gedwongen om een penisklem te dragen en heeft hij met dat doel en die opdracht een penisklem achtergelaten nabij de woning van een van de slachtoffers. Op het moment dat de verdachte door zijn slachtoffers werd geblokkeerd of anderszins genegeerd, zocht hij regelmatig opnieuw contact. De verdachte is hierbij zeer geraffineerd te werk gegaan. Hij heeft de slachtoffers aldus ook veel angst aangejaagd.
Uit het politieonderzoek kwam een grote groep jongemannen naar voren waarvan een aantal uiteindelijk aangifte heeft gedaan. Het betrof deels kwetsbare personen die in veel gevallen met niemand durfden te praten over de contacten met de verdachte. Zij hebben dit lange tijd met zich mee moeten dragen en leefden gedurende lange tijd in voortdurende angst dat er compromitterende naaktfoto’s/-video’s van hen naar buiten zouden komen of dat zij opnieuw werden gedwongen tot de hiervoor omschreven handelingen. Uit de slachtofferverklaringen zoals ter terechtzitting in eerste aanleg en bij het hof voorgedragen, is gebleken wat een enorme impact de feiten op deze voornamelijk jong volwassen slachtoffers hebben gehad en nog steeds hebben en hoe het gebeuren hun leven beheerst en heeft beheerst. Zij ervoeren en ervaren ook thans nog gevoelens van onveiligheid, onmacht en schaamte.
Dat zijn daden ingrijpende en verstrekkende gevolgen hebben, moet voor de verdachte voorzienbaar zijn geweest. Hij heeft echter nauwelijks en niet eenduidig verklaard over zijn gedrag of wat hem hiertoe gebracht heeft. Misbruik van seksueel beeldmateriaal kent vele verschijningsvormen. Materiaal dat naar zijn aard intiem en gevoelig is, is per definitie niet bedoeld voor ongecontroleerde verspreiding. Gevoelens van onveiligheid en onmacht kunnen versterkt worden door de wetenschap dat eenmaal (online) verspreid materiaal, vaak niet (volledig en met zekerheid) verwijderd en vernietigd kan worden. Hierdoor zal een slachtoffer van dergelijk misbruik
moeten leven met de onzekerheid of het materiaal verspreid is en anderen hiervan kennis hebben kunnen nemen. De verdachte heeft niet of nauwelijks empathie getoond voor de slachtoffers. Opvallend is dat deze feiten gedurende een lange periode hebben plaatsgevonden naast het drukke ‘normale’ leven van de verdachte. Verdachte lijkt gedurende lange tijd een dubbelleven te hebben geleid.
Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan identiteitsfraude. Twee vrienden dachten dat zij met elkaar aan het chatten waren maar in werkelijkheid chatten zij beiden met de verdachte. Hij heeft hiervan misbruik gemaakt door hen met een verzonnen verhaal over een ziekte zover te krijgen dat zij foto’s van (delen van) hun geslachtsdeel hebben gestuurd. De verdachte heeft hiermee inbreuk gemaakt op de integriteit van de betrokkenen.
Gezien de ernst van de feiten kan naar het oordeel van het hof in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een langdurige gevangenisstraf.

Uittreksel Justitiële Documentatie

Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte
betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d.
21 februari 2023, waaruit blijkt dat de verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van
strafbare feiten, maar niet eerder voor soortgelijke
feiten.

Rapporten ten aanzien van de persoon van de verdachte

Psychiater dr. D.J. Vinkers heeft een rapport over de persoon van de verdachte opgemaakt, gedateerd 30 april 2021. Dit rapport houdt onder meer en zakelijk weergegeven het volgende in.
Verdachte heeft een matig ernstige stoornis in het gebruik van cannabis en narcistische en antisociale persoonlijkheidstrekken. Hij geeft weinig openheid over zijn innerlijke motieven en drijfveren waardoor geen seksuele stoornis zoals sadisme kan worden vastgesteld.
Verdachte ontkent sadistische of agressieve impulsen. Het is daardoor niet goed mogelijk om een delictscenario op te stellen of een eventuele doorwerking in het tenlastegelegde indien dit wordt bewezen. Uit de Static-99 komt een hoog gemiddeld risico voor recidive van seksuele (handsoff) delicten en op de Stable-2007 een matig hoog risico.
Voorts zijn rapporten uitgebracht door psycholoog drs.
Y. Noorlander d.d. 26 april 2021, en is in hoger beroep door psycholoog M.L. Sikkens gerapporteerd d.d. 21 september 2022 en door psychiater C.J.F. Kemperman d.d. 22 december 2022. Sikkens rapporteert dat het onderzoek geen of in ieder geval onvoldoende basis oplevert om te adviseren tot eventuele verminderde toerekenbaarheid. Kemperman beveelt aan - vanuit een zorgaspect, maar ook teneinde eventueel het recidiverisico gunstig te beïnvloeden - om betrokkene een ambulante behandeling bij De Waag aan te bieden teneinde hem meer zicht te laten krijgen op wat er nu precies in zijn leven is misgegaan. Kemperman wijst in dit kader o.a. op de mogelijkheid van een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel.
GGZ Antes Advies, Reclassering Nederland (hierna: de Reclassering) heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 21 april 2021. In dit rapport wordt het risico op letselschade ingeschat als hoog. Geadviseerd wordt om bij een veroordeling een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, een ambulante behandeling bij De Waag of een soortgelijke zorgverlener, een drugsverbod, een contactverbod en een verbod om sites, fora en/of chatgroepen te bezoeken die zijn gericht op perverse, morbide of sadistisch-seksuele inhoud, met een bevel dadelijke uitvoerbaarheid. Dit advies heeft de Reclassering bij email van 20 december 2021 gehandhaafd.
Het hof stelt vast dat de deskundigen geen (seksuele) stoornis bij de verdachte hebben kunnen vaststellen en dat geen van hen adviseert om een maatregel van terbeschikkingstelling op te leggen. Met de advocaat-generaal ziet het hof, anders dan in eerste aanleg door de officier van justitie gevorderd, geen gronden om die maatregel op te leggen.

Maatregel ex artikel 38z Sr

In het voorgaande ziet het hof evenwel ambtshalve de noodzaak om aan de verdachte de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z lid 1 Sr op te leggen. Aan de wettelijke vereisten voor de oplegging van deze maatregel is voldaan. Aan de verdachte wordt ter zake van de onderhavige strafbare feiten — misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer
personen en waarop naar de wettelijke omschrijving een
gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of meer is
gesteld - een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd.
Naar het oordeel van het hof is de oplegging van de
maatregel in het belang van de veiligheid van andere
personen. Het hof heeft daarbij acht geslagen op de ernst en de sadistische aard van de door de verdachte begane feiten. Het hof heeft voorts acht geslagen op de persoon van de verdachte, zoals dit in de hiervoor aangehaalde rapporten naar voren komt. In dit kader neemt het hof met name in aanmerking dat in het rapport van de Reclassering d.d. 21 april 2021 het recidiverisico op letselschade wordt ingeschat als hoog, en dat ook in het rapport van psychiater Vinkers d.d. 30 april 2021 naar voren komt dat sprake is van een hoog gemiddeld risico voor recidive van seksuele (handsoff) delicten. Het hof acht langdurig toezicht nodig om het recidiverisico te beperken en zal daarom tot de oplegging van deze maatregel overgaan.

Maatregelen ex artikel 38v Sr

Het hof acht voorts ambtshalve noodzakelijk dat aan de verdachte - die wordt veroordeeld wegens strafbare feiten - ter beveiliging van de maatschappij en ter voorkoming van strafbare feiten, maatregelen strekkende tot beperking van de vrijheid als bedoeld in artikel 38v lid 1 Sr zullen worden opgelegd, in de vorm van een contactverbod en een gebiedsverbod.
Contactverbod
Het contactverbod houdt in dat de verdachte voor de duur van vijf (5) jaren op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met de slachtoffers in de onderhavige zaak, te weten de navolgende personen:
  • [aangever 1],
  • [aangever 2],
  • [aangever 3],
  • [aangever 4],
  • [aangever 5],
  • [aangever 6],
  • [aangever 7],
  • [aangever 8],
  • [aangever 9],
  • [aangever 10],
  • [aangever 11],
  • [aangever 12]
  • [aangever 13]
  • [aangever 16].
Iedere keer dat de verdachte niet aan deze maatregel voldoet, zal vervangende hechtenis worden toegepast voor de duur van veertien (14) dagen, met een maximum van zes (6) maanden.
Gebiedsverbod
De verdachte heeft zich ten behoeve van het bewezenverklaarde naar de directe omgeving van de woning van een van de slachtoffers begeven. Het slachtoffer draagt hier kennis van, is hierdoor zeer angstig geworden en vreest een onverhoedse confrontatie met verdachte. De verdachte heeft ter zitting in hoger beroep verklaard dat in het kader van tussentijds verlof uit de Penitentiaire Inrichting aan hem een gebiedsverbod voor de gehele woonplaats van dit slachtoffer zou worden opgelegd. Het hof leidt hieruit af dat de ernst van de gevoelens van het slachtoffer onderkend zijn door de bevoegde autoriteiten. Teneinde recht te doen aan de gevoelens van het slachtoffer en teneinde een onverhoedse confrontatie tussen dit slachtoffer en verdachte te voorkomen acht het hof een gebiedsverbod voor de verdachte passend en geboden.
Het hof heeft dit belang van het slachtoffer afgewogen tegen het belang van de verdachte terug te keren naar de gemeente waar hij eerder ook woonde, waar hij zijn hele leven gewoond heeft en waar ook al zijn familie en vrienden wonen. Dit alles afwegend leidt het hof tot een gebiedsverbod als hierna omschreven.
Het gebiedsverbod houdt in dat de verdachte voor de duur van twee (2) jaren zich niet zal ophouden in het gebied dat wordt omsloten door: De Baandert, Mozartstraat, Rendorpark, Mary Zeldenruststraat, Mina Krusemanpark, Noorder Maatweg, Rosa Manussingel, Anna Polakstraat, Breedweerlaan, Maerelaan te Heemskerk. Een kaart, waarop dit gebied is aangegeven, is als bijlage aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Iedere keer dat de verdachte niet aan deze maatregel voldoet, zal vervangende hechtenis worden toegepast voor de duur van veertien (14) dagen, met een maximum van zes (6) maanden.
Dadelijk uitvoerbaar
Het hof zal bevelen dat de maatregelen ex art. 38v Sr dadelijk uitvoerbaar zijn nu er, gelet op het hetgeen hiervoor is overwogen omtrent onder meer het recidiverisico, ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer jong volwassen personen, gezien de zeer vergaande, perverse, vernederende, mensonterende en ook fysiek pijnlijke handelingen die hij zijn slachtoffers gedurende een lange periode heeft laten verrichten.

Conclusie

Het hof is - alles afwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur, in combinatie met de maatregelen zoals hierna vermeld, een passende en geboden reactie vormen.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Vorderingen tot schadevergoeding

Vorderingen benadeelde partijen

In het onderhavige strafproces hebben de volgende personen zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden schade als gevolg van het aan de verdachte tenlastegelegde:
  • [aangever 1]ter zake van de onder 1 en 4 tenlastegelegde feiten. Hij vordert een vergoeding van € 15.000,- aan immateriële schade;
  • [aangever 2]ter zake van de onder 1, 3 en 4 tenlastegelegde feiten. Hij vordert een vergoeding van € 15.000,- aan immateriële schade;
  • [aangever 7]ter zake van de onder 1 en 4 ten laste gelegde feiten. Hij vordert een vergoeding van
€ 10.000,- aan immateriële schade;
  • [aangever 11]ter zake van het onder 1 tenlastegelegde feit. Hij vordert een vergoeding van € 7.500,- aan immateriële schade;
  • [aangever 14]ter zake van het onder 2 tenlastegelegde feit. Hij vordert een vergoeding van € 7.500,- aan immateriële schade;
  • [aangever 10]ter zake van de onder 1 en 4 tenlastegelegde feiten. Hij vordert een vergoeding van € 5.000,- aan immateriële schade;
  • [aangever 4]ter zake van de onder 1, 3 en 4 tenlastegelegde feiten. Hij vordert een vergoeding van € 10.000,- aan immateriële schade;
  • [aangever 12]ter zake van de onder 1 en 4 tenlastegelegde feiten. Hij vordert een bedrag van
€ 10.000,- aan immateriële schade;
  • [aangever 5]ter zake van de onder 1 en 4 tenlastegelegde feiten. Hij vordert een vergoeding van € 10.000,- aan immateriële schade;
  • [aangever 6]ter zake van de onder 1 en 4 tenlastegelegde feiten. Hij vordert een vergoeding van € 7.500,- aan immateriële schade;
  • [aangever 9]ter zake van het onder 1 tenlastegelegde feit. Hij vordert een vergoeding van € 5.000,- aan immateriële schade;
  • [aangever 3]ter zake van de onder 1, 3 en 4 tenlastegelegde feiten. Hij vordert een vergoeding van € 10.000,- aan immateriële schade, en
  • [aangever 16]ter zake van het onder 5 tenlastegelegde feit. Hij vordert een vergoeding van € 800,- aan immateriële schade.
In hoger beroep zijn deze vorderingen aan de orde tot deze in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedragen. Ten aanzien van [aangever 3] geldt dat hij zich niet in hoger beroep heeft gevoegd. Dit brengt mee dat zijn vordering aan de orde is tot het in eerste aanleg toegewezen bedrag van € 5.000,-.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vorderingen zijn ter terechtzitting door de raadsman van de verdachte betwist.

Oordeel hof

[aangever 14]
Nu de verdachte ter zake van het onder 2 tenlastegelegde wordt vrijgesproken, dient de benadeelde partij [aangever 14] niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
Het hof zal bepalen dat de verdachte en de benadeelde partij [aangever 14] ieder hun eigen kosten dragen.
Overige benadeelde partijen
Het hof is van oordeel dat aannemelijk is geworden dat de benadeelde partijen immateriële schade hebben geleden en dat deze schade het rechtstreeks gevolg is van het onder
1. subsidiair en/of 4 bewezenverklaarde. De vorderingen lenen zich - naar maatstaven van billijkheid en gelet op hetgeen in vergelijkbare zaken wordt toegewezen - voor toewijzing tot de volgende bedragen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over deze bedragen vanaf 23 januari 2021 – hierbij houdt het hof de einddatum van het onder 1 subsidiair en 4 bewezenverklaarde aan - tot aan de dag der algehele voldoening:
  • [aangever 1]: € 7.500,-
  • [aangever 2]: € 7.500,-
  • [aangever 7]: € 1.500,-
  • [aangever 11]: € 2.500,-
  • [aangever 10] € 1.500,-
  • [aangever 4] € 7.500,-
  • [aangever 12] € 5.000,-
  • [aangever 5] € 5.000,-
  • [aangever 6] € 1.500,-
  • [aangever 9] € 1.500,-
  • [aangever 3]: € 5.000,-
  • [aangever 16]: € 800,-.
Voor het overige levert behandeling van de vorderingen van de benadeelde partijen naar het oordeel van het hof een onevenredige belasting van het strafgeding op. Het hof zal dan ook bepalen dat de benadeelde partijen voor het overige niet-ontvankelijk zijn in de vordering tot vergoeding van de geleden schade. Deze kunnen in zoverre bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Gelet op het voorgaande dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die deze benadeelde partijen tot aan deze uitspraak in verband met de vorderingen hebben gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partijen ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moeten maken.
Het namens de verdediging ten aanzien van de benadeelde partij [aangever 16] gevoerde verweer, inhoudende dat de vordering onvoldoende is onderbouwd, wordt verworpen, nu de verdachte via identiteitsfraude zijn ogenschijnlijke preoccupaties ten aanzien van het mannelijk geslacht heeft kunnen botvieren.
Betaling aan de Staat ten behoeve van de slachtoffers
Nu vaststaat dat de verdachte tot bovengenoemde bedragen per slachtoffer aansprakelijk is voor de schade die door het bewezenverklaarde is toegebracht, zal het hof aan de verdachte de verplichting opleggen telkens dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer in kwestie.
Beslag
Ten aanzien van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen gelast het hof:
  • verbeurdverklaringvan de zwarte Samsung Galaxy Y (6167491), nu het onder 1 subsidiair en 4 bewezenverklaarde deels met behulp van dit voorwerp is begaan;
  • teruggave aan de verdachtevan de volgende voorwerpen, met dien verstande dat teruggave alleen geschiedt indien het voor de politie mogelijk is deze voorwerpen te resetten naar de fabrieksinstellingen en eerst nadien dit daadwerkelijk is gebeurd: de iPhone 11, HP laptop, tablet Apple, de digitale camera, de tablet in doos, de zwarte Samsung Galaxy GT en de adapter voor een micro SD-kaart.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14e, 24, 33, 33a, 36f, 38v, 38w, 38z, 55, 57, 63, 231b, 246 en 284 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder
1. primair, 2, 3 en 6 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair, 4 en 5 primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 subsidiair, 4 en 5 primair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Legt aan de verdachte op
de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht.
Legt aan de verdachte op
de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid inhoudende dat de veroordeelde voor de duur van 5 (vijf) jaren op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met de navolgende personen:
  • [aangever 1],
  • [aangever 2],
  • [aangever 3],
  • [aangever 4],
  • [aangever 5],
  • [aangever 6],
  • [aangever 7],
  • [aangever 8],
  • [aangever 9],
  • [aangever 10],
  • [aangever 11],
  • [aangever 12]
  • [aangever 13]
  • [aangever 16].
Beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt 14 (veertien) dagen voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan met een maximum van 6 (zes) maanden.
Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op.

Beveelt dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is.

Legt aan de verdachte op
de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid inhoudende dat de verdachte voor de duur van 2 (twee) jaren zich niet zal ophouden in het gebied dat wordt omsloten door: De Baandert, Mozartstraat, Rendorpark, Mary Zeldenruststraat, Mina Krusemanpark, Noorder Maatweg, Rosa Manussingel, Anna Polakstraat, Breedweerlaan, Maerelaan te Heemskerk.
Beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt 14 (veertien) dagen voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan met een maximum van 6 (zes) maanden.
Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op.

Beveelt dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is.

Verklaart verbeurdhet in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten de zwarte Samsung Galaxy Y (6167491).
Gelast de teruggave aan de verdachtevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
de iPhone 11, HP laptop, tablet Apple, de digitale camera, de tablet in doos, de zwarte Samsung Galaxy GT en de adapter voor een micro SD-kaart. Teruggave van deze voorwerpen aan de verdachte geschiedt
alleen indienhet voor de politie mogelijk is deze voorwerpen te resetten naar de fabrieksinstellingen en eerst nadien dit daadwerkelijk is gebeurd.

Vordering van de benadeelde partij [aangever 14]

Verklaart de benadeelde partij [aangever 14] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.

Vordering van de benadeelde partij [aangever 1]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [aangever 1] ter zake van het onder 1 subsidiair en 4 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 7.500,- (zevenduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd
[aangever 1], ter zake van het onder 1 subsidiair en 4 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 7.500,- (zevenduizend vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 72 (tweeënzeventig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 23 januari 2021.

Vordering van de benadeelde partij [aangever 2]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [aangever 2] ter zake van het onder
1 subsidiair en 4 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 7.500,- (zevenduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [aangever 2], ter zake van het onder 1 subsidiair en 4 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 7.500,- (zevenduizend vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 72 (tweeënzeventig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 23 januari 2021.

Vordering van de benadeelde partij [aangever 7]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [aangever 7] ter zake van het onder
1 subsidiair en 4 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 1.500,- (duizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [aangever 7], ter zake van het onder 1 subsidiair en 4 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 1.500,- (duizend vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 25 (vijfentwintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 23 januari 2021.

Vordering van de benadeelde partij [aangever 11]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [aangever 11] ter zake van het onder
1 subsidiair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 2.500,- (tweeduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [aangever 11], ter zake van het onder 1 subsidiair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 2.500,- (tweeduizend vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 35 (vijfendertig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 23 januari 2021.

Vordering van de benadeelde partij [aangever 10]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [aangever 10] ter zake van het onder
1 subsidiair en 4 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 1.500,- (duizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [aangever 10], ter zake van het onder 1 subsidiair en 4 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 1.500,- (duizend vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 25 (vijfentwintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 23 januari 2021.

Vordering van de benadeelde partij [aangever 4]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [aangever 4] ter zake van het onder
1 subsidiair en 4 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 7.500,- (zevenduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [aangever 4], ter zake van het onder 1 subsidiair en 4 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 7.500,- (zevenduizend vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 72 (tweeënzeventig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 23 januari 2021.

Vordering van de benadeelde partij [aangever 12]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [aangever 12] ter zake van het onder 1 subsidiair en 4 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 5.000,- (vijfduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [aangever 12], ter zake van het onder 1 subsidiair en 4 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 5.000,- (vijfduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 60 (zestig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 23 januari 2021.

Vordering van de benadeelde partij [aangever 5]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [aangever 5] ter zake van het onder
1 subsidiair en 4 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 5.000,- (vijfduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [aangever 5], ter zake van het onder 1 subsidiair en 4 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 5.000,- (vijfduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 60 (zestig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 23 januari 2021.

Vordering van de benadeelde partij [aangever 6]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [aangever 6] ter zake van het onder
1 subsidiair en 4 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 1.500,- (duizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [aangever 6], ter zake van het onder 1 subsidiair en 4 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 1.500,- (duizend vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 25 (vijfentwintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 23 januari 2021.

Vordering van de benadeelde partij [aangever 9]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [aangever 9] ter zake van het onder
1 subsidiair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 1.500,- (duizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [aangever 9], ter zake van het onder 1 subsidiair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 25 (vijfentwintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 23 januari 2021.

Vordering van de benadeelde partij [aangever 3]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [aangever 3] ter zake van het onder
1 subsidiair en 4 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 5.000,- (vijfduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [aangever 3], ter zake van het onder 1 subsidiair en 4 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 5.000,00 (vijfduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 60 (zestig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 23 januari 2021.

Vordering van de benadeelde partij [aangever 16]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [aangever 16] ter zake van het onder 5 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 800,- (achthonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [aangever 16], ter zake van het onder 5 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 800,- (achthonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 16 (zestien) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 28 juni 2017.
Dit arrest is gewezen door mr. Th.W.H.E. Schmitz,
mr. B. Stapert en mr. M.C. Bruining, in bijzijn van de griffier mr. J. van der Vegte.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 28 maart 2023.
Bijlage ten aanzien van het gebiedsverbod ex art. 38v van het Wetboek van Strafrecht
Heemskerk