ECLI:NL:GHDHA:2023:507
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vader zonder gezag met omgangsregeling in procedure over machtiging uithuisplaatsing
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 15 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep van een vader die zonder gezag maar met een omgangsregeling betrokken was in een procedure over de machtiging tot uithuisplaatsing van zijn kind. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.P. Dayala, was in hoger beroep gekomen van een eerdere beschikking van de kinderrechter die de ondertoezichtstelling van zijn kind had verlengd en de gecertificeerde instelling had gemachtigd om het kind uit huis te plaatsen. Het hof heeft vastgesteld dat de vader niet als belanghebbende kan worden aangemerkt, omdat hij geen gezag heeft over het kind en het kind feitelijk niet bij hem woonde voorafgaand aan de uithuisplaatsing. Hierdoor kon de vader niet in zijn hoger beroep worden ontvangen. Het hof heeft ook overwogen dat de machtiging tot uithuisplaatsing terecht was verleend, gezien de kwetsbaarheid van het kind en de noodzaak van specialistische behandeling. De vader is niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek.