3.1Het hof gaat uit van de volgende vaststaande feiten:
a. Op 6 november 2019 heeft omstreeks 06:35 uur een verkeersongeval plaatsgevonden op de snelweg A4 richting de Botlektunnel. Bij dit verkeersongeval (verder: het ongeval) was de door [appellant] bestuurde auto van het merk Citroën, type C5, met kenteken [kenteken] (hierna: de auto), betrokken en (in ieder geval) een rode vrachtwagen. Als gevolg van dit verkeersongeval heeft [appellant] schade geleden. [appellant] heeft samen met de bestuurder van de rode vrachtwagen, [bestuurder] (hierna: [bestuurder] ), een aanrijdingsformulier ingevuld. Op dat formulier is onder de kop Zichtbare schade aan voertuig A ingevuld:
"deuk, kras linker portier spiegel kapot". Achter de kop "Aansprakelijkheid" is het volgende vermeld:
"vrachtwagen 1 heeft achterkant aangetikt, auto is gedraaid en vrachtwagen 2 heeft aangereden".Op het formulier is verder vermeld dat [appellant] reed met een snelheid van 60 km per uur.
De politie heeft ter plaatse een proces-verbaal van het ongeval opgemaakt. In dit proces-verbaal is, voor zover relevant, het volgende vermeld:
"Toedracht
Voertuig A: (...)[auto [appellant] , hof]
Voertuig B: (.. . )[auto [bestuurder] , hof]
Beide voertuigen reden in de zelfde richting op de A 15 thv 48.6 in de richting van Spijkenisse. Voertuig A reed op de 3e rijbaan toen deze geraakt werd door een vrachtwagen die op de 2e rijbaan reed. Hierdoor heeft voertuig A een draai gemaakt waardoor deze op de 1e rijbaan terecht kwam. Voertuig B reed op dat moment op de 1e rijbaan. Door de draai kwam het voertuig A tegen voertuig B aan die op de le rijbaan reed."
Op 11 november 2019 heeft [appellant] aangifte gedaan bij de politie dat een onbekend gebleven bestuurder van een vrachtwagen is weggereden na betrokken te zijn geweest bij het ongeval zonder dat hij zijn gegevens heeft achtergelaten. In het proces-verbaal van de aangifte is, voor zover relevant, het volgende vermeld.
"( ... ) Op 06 november 2019 omstreeks 06:35 uur reed ik alleen in mijn auto op de snelweg A4 richting de Botlektunnel A 15. Toen ik net door de Beneluxtunnel was gereden reed ik op de rechter baan. Ik zag dat een zandauto op de rechter baan wilde invoegen. Ik liet de zandauto voor mij invoegen. Ik wilde zelf opschuiven naar de linker baan. Toen ik met invoegen bezig was voelde ik aan mijn linker achterzijde een harde tik. Ik zag en voelde dat mijn auto aangereden was door een vrachtwagen. Ik zag en voelde dat mijn auto draaide en ik zag dat ik omgedraaid op de rijbaan van de A15 terecht kwam. Ik zag dat er hierna een rode vrachtwagen mijn auto aanreed. Ik zag dat ik in de verkeerde rijrichting op de snelweg terecht was gekomen. Ik schrok hier enorm van. De rode vrachtwagen is gestopt en heeft samen met de politie een schadeformulier ingevuld. De eerste vrachtwagen. Dus die mijn auto in eerste instantie aan mijn linker achterzijde heeft aangereden is kennelijk opzettelijk na het ongeval doorgereden. De bestuurder van deze vrachtwagen heeft zich niet kenbaar gemaakt en heeft ook geen gegevens van zijn vrachtwagen achter gelaten. Ik kan u helaas niets vertellen, over deze vrachtwagen. Ik heb hier niets van gezien. (.. . )"
Op 18 november 2019 heeft een expert van DEKRA Automotive in opdracht van DAS Rechtsbijstand de schade aan de auto van [appellant] vastgesteld op € 1.865,--, op basis van totaal verlies. In dit rapport, is voor zover relevant, het volgende vermeld:
"--- SCHADEGEGEVENS -----------------------------------------------------------
Schade bev. zich : L. ZIJDE Eerdere schade: ONBEKEND
Stootrichting : 9 uur (...)
Aangrijppunt : Links achter
Schadeoorzaak (... ) : Aanrijding met voertuig"
Op 5 maart 2020 heeft (de gemachtigde van) [appellant] een e-mail met een omschrijving van het ongeval aan Waarborgfonds gezonden met de vraag of het Waarborgfonds kan bevestigen dat [appellant] recht heeft op schadevergoeding. Bij deze e-mail was een getuigenverklaring van [bestuurder] gevoegd, waarin [bestuurder] het volgende verklaart:
"Ich befuhr die A 15 Richtung Rotterdam.
Plötzlich schlug ein PKW von links vor meinen LKW, dass ich nicht bremsen konnte. De PKW-Fahrer behauptete von einem anderen LKW von der linken ausseren Spur angefahren worden zu sein."
Op 24 maart 2020 heeft het Waarborgfonds per e-mail aan [appellant] laten weten dat de schade op basis van de verstrekte gegevens niet in behandeling kan worden genomen, omdat er onvoldoende bewijs is dat een onbekend of onverzekerd motorrijtuig betrokken is geweest bij het ongeval en of deze bestuurder aansprakelijk is voor de schade van [appellant] .
Op 8 mei 2020 heeft de gemachtigde van [appellant] per e-mail foto's van de schade aan de auto van [appellant] naar het Waarborgfonds gestuurd, gewezen op de bewijskracht van een proces-verbaal van politie en aan het Waarborgfonds verzocht om de schade van [appellant] alsnog in behandeling te nemen.
Bij e-mail van 19 mei 2020 heeft het Waarborgfonds aan [appellant] per e-mail laten weten dat zij, ook op basis van de foto's die [appellant] aan het Waarborgfonds had gestuurd, de schade niet in behandeling zou nemen wegens onvoldoende bewijs voor betrokkenheid en aansprakelijkheid van de onbekend gebleven bestuurder van het motorvoertuig. Het Waarborgfonds schreef:
"Om een beroep te kunnen doen op het Waarborgfonds Motorverkeer dient de betrokkenheid van een onbekend motorvoertuig alsmede de aansprakelijkheid van de bestuurder daarvan aangetoond te zijn.
Alleen de verklaring van uw cliënt is hiervoor, zoals aangegeven, onvoldoende. Ook als deze verklaring is opgetekend in een proces-verbaal. Het blijft daarmee immers een optekening van de verklaring van uw cliënt. De politieagent in kwestie geeft enkel weer wat uw cliënt hem heeft verteld.
Ter aanvulling op de verklaring van uw cliënt heeft u een getuigenverklaring van de bestuurder van de vrachtwagen toegezonden. Uit deze verklaring blijkt dat deze bestuurder het 'eerste' ongeval niet zelf heeft waargenomen. De
bestuurder geeft in zijn verklaring immers aan dat uw relatie beweerde dat hij eerder door een andere vrachtwagen was aangereden.
Ter aanvulling op de verklaring van uw cliënt wijst u nu op de foto's van de schade aan de auto van uw cliënt. U stelt dat de schaafschade aan de linker achterzijde door de onbekend gebleven vrachtauto zou zijn veroorzaakt. Dit kan
evenwel uit de foto's niet worden afgeleid. Op de foto's is enkel zichtbaar dat er sprake is van schade. Wanneer deze schade precies is ontstaan blijkt niet uit de foto's."