Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 11 februari 2022, waarmee 3B Wonen in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 12 november 2021;
- het arrest van dit hof van 15 maart 2022, waarin een mondelinge behandeling is gelast;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 17 mei 2022;
- de memorie van grieven van 3B Wonen;
- de memorie van antwoord van [verweerder], met een bijlage.
3.Feitelijke achtergrond
- in een jas: een brok hash van 96,5 gram;
- in andere daar aanwezige jassen: 2x een bankbiljet ter waarde van 10,- euro, 2x een
bankbiljet ter waarde van 50,- euro, 1 x een bankbiljet ter waarde van 200,- euro (samen
320,- euro)
- diverse relatief dure goederen, waaronder een grote flatscreen televisie, een ombouw
rond de televisie met daaronder een ingebouwde haard, een grote moderne koelkast,
een nieuw uitziend bankstel, een nieuw uitziend boxspring bed, meerdere paren
schoenen nieuw in de doos van Nike en Adidas, diverse jassen van merken als Nike en
Moncler en een prijskaartje van een Dsquared kledingstuk ter waarde van 540,- euro.
4.Procedure bij de kantonrechter in de rechtbank
primaireen verklaring voor recht dat de huurovereenkomst rechtsgeldig is ontbonden,
subsidiairontbinding van de huurovereenkomst,
in beide gevallen met veroordeling van [verweerder] tot ontruiming van de woning.
Daarnaast heeft 3B Wonen een contractuele boete gevorderd van € 2.500,--.
5.Vorderingen in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
De buitengerechtelijke ontbinding is proportioneel
De Richtlijn 93/13 EEG beschouwt een beding als oneerlijk wanneer het, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument (in deze zaak [verweerder]) aanzienlijk verstoort. In een geval, waarin een beding aan schending van een contractueel verbod meer rechtsgevolgen verbindt dient de rechter te onderzoeken of het cumulatieve effect van deze rechtsgevolgen ertoe leidt dat sprake is van een oneerlijk beding als bedoeld in de Richtlijn.
7.Beslissing
- vernietigt het tussen partijen gewezen vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 12 november 2021, en
- verklaart voor recht dat 3B Wonen de huurovereenkomst tussen partijen terecht heeft ontbonden op grond van artikel 7:231 lid 2 BW;
- veroordeelt [verweerder] om het gehuurde binnen 14 dagen na betekening van dit arrest te ontruimen en bezemschoon en vrij van huurders aan 3B Wonen op te leveren onder afgifte van de sleutels;
- veroordeelt [verweerder] tot betaling van een boete van € 500,-;