ECLI:NL:GHDHA:2023:306
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van dossiers door Veilig Thuis; ontvankelijkheid en recht op wissing van persoonsgegevens onder de AVG
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 3 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verzoeken van [geïntimeerde] tot vernietiging van dossiers van Veilig Thuis. De zaak betreft de ontvankelijkheid van deze verzoeken en het recht op wissing van persoonsgegevens op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Veilig Thuis, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.K.M.T. Rongen, was appellante in principaal hoger beroep en verweerster in incidenteel hoger beroep. De rechtbank had eerder verzoeken van [geïntimeerde] toegewezen, maar het hof oordeelde dat deze verzoeken niet ontvankelijk zijn. Het hof stelde vast dat de ex-partner van [geïntimeerde] gehoord moest worden over de verzoeken, en dat de verzoeker zelf geen toestemming had gegeven voor het verstrekken van het procesdossier aan zijn ex-partner. Hierdoor kon het hof niet beslissen over de verzoeken van [geïntimeerde].
Het hof concludeerde dat de AVG van toepassing is op de verwerking van persoonsgegevens door Veilig Thuis en dat [geïntimeerde] geen recht heeft op wissing van zijn gegevens, omdat de verwerking rechtmatig was en noodzakelijk voor de uitvoering van de taken van Veilig Thuis. Het hof vernietigde de beschikking van de rechtbank Rotterdam van 1 maart 2021 voor zover daarbij verzoeken van [geïntimeerde] zijn toegewezen en verklaarde hem niet-ontvankelijk in die verzoeken. Veilig Thuis heeft verklaard de proceskosten te dragen, waardoor er geen kostenveroordeling aan [geïntimeerde] werd opgelegd.