Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer rechtbank : 8274305 RL EXPL 20-1019
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- het arrest van 20 april 2021 waarbij een mondelinge behandeling is gelast;
- het proces-verbaal van de zitting gehouden op 14 juli 2021;
- de memorie van grieven met bijlagen;
- de memorie van antwoord in principaal hoger beroep, tevens houdende memorie van grieven in incidenteel hoger beroep met bijlagen;
- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep.
3.Feitelijke achtergrond
“
Het volgende kunnen wij aanbieden voor het volgende:* Ontgraven en afvoeren grond er wordt 20 cm min vloerpeil ontgraven.* Leveren en verwerken van 15 cm los gestort zand.* Zand pakket aftrillen met trilplaat.Dit kunnen we uitvoeren voor een bedrag van € 16,- per m2 ex BTW* Ontgraven en afvoeren van grond er wordt 20 cm min vloerpeil ontgraven.* Leveren en verwerken van 15 cm los gestorte tuingrond.Dit kunnen we uitvoeren voor een bedrag van € 20,50 per m2 ex BTW* Ontgraven en afvoeren grond er wordt 20 cm min vloerpeil ontgraven.Dit kunnen we uitvoeren voor een bedrag van € 9,50 per m2 ex BTW* Ontgraven en afvoeren grond ca 40 cm.* Leveren en aanbrengen van een gronddoek* Leveren en verwerken van 25 cm los gestort gebroken puin.* Gebroken puin pakket aftrillen met trilplaat.* Leveren en aanbrengen van ca. 5 cm zand.* Zand pakket aftrillen met trilplaat.Dit kunnen we uitvoeren voor een bedrag van € 29,50 per m2 ex BTWVoor een meerprijs van € 2,00 per m2 ex BTW gemeten over de totale m2 van de gehele tuin kunnen wij 3 vakken ontgraven.”
241,97 m2 ontgraven en aanvullen met zandgrond;
30,75 m2 ontgraven en aanvullen met tuinaarde;
30,00 m2 ontgraven en aanvullen met zand en repack.
Verder is er een post opgevoerd: ‘extra kosten meer vlakken’.
“
U heeft mij gevraagd om een verduidelijking van het rapport van 8 februari 2021. Ik was op 26 januari 2021 bij u thuis om uw grond op te meten. Ik heb naar twee methodes gebreken. Voor methode A ben ik uitgegaan van de opdrachttekening die u mij heeft verstrekt. Voor methode B ben ik met landmeetapparatuur uw grond gaan opmeten. Dit gaat als volgt in zijn werk: Met behulp van GPS en Total station hoeken en afstanden gemeten. De hoeken van het gebouw in kaart gebracht tot de grens met de buren.Ik heb daarbij de oppervlakte van het huis opgemeten en die van het schuurtje met Civil 3D software aan de hand van de meting, en dat afgetrokken van het totaaloppervlak van de grond.U heeft mij mijn werk laten doen zonder mij te sturen in een bepaalde richting (…)”
4.Procedure bij de rechtbank
5.Vorderingen in hoger beroep
Zij heeft incidenteel hoger beroep ingesteld tegen het oordeel van de kantonrechter over de proceskostenveroordeling en vordert, onder aanvoering van één grief, de gedeeltelijke vernietiging van het vonnis met de veroordeling van [appellant] tot betaling van de daadwerkelijk door [geïntimeerde] gemaakte proceskosten.
6.Beoordelingin principaal hoger beroepniet-ontvankelijk?
Zoals [geïntimeerde] terecht aanvoert is het op grond van art. 353 lid 1 Rv niet mogelijk om voor het eerst in hoger beroep een eis in reconventie in te stellen. Daarop strandt deze vordering. Dat betekent niet dat [appellant] afstand heeft gedaan van het recht om de vordering van [geïntimeerde] te bestrijden. [appellant] vordert immers de vernietiging van het bestreden vonnis en daarin ligt, in samenhang met de grieven, naar het oordeel van het hof besloten de eis om alsnog de vordering van [geïntimeerde] (gedeeltelijk) af te wijzen. Dit betekent dat [appellant] niet slechts ‘pijnpunten’ heeft en ‘emotionele genoegdoening’ zoekt – dit zijn de woorden die [geïntimeerde] eraan geeft – waarvoor het hoger beroep zich niet zou lenen. Geen rechtsregel brengt met zich dat [appellant] , na een gehouden mondelinge behandeling na aanbrengen, niet alsnog zijn grieven naar voren mag brengen en zijn vordering in hoger beroep nader mag formuleren. Grieven en vordering hoeven niet in overeenstemming te zijn met wat [appellant] ter zitting naar voren heeft gebracht en uit (enkel) zijn houding ter zitting kan niet worden afgeleid dat hij geen procesbelang (meer) heeft, of afstand zou hebben gedaan van het recht om grieven aan te voeren c.q. verweren te handhaven.
het geschilhet aantal m2
Partijen verschillen van mening over de uitleg van de offerte (3.1). Die uitleg moet, zoals gebruikelijk, plaatsvinden aan de hand van het Haviltex-criterium: er dient niet alleen gekeken te worden naar de letterlijke of taalkundige uitleg van de offerte maar ook naar de betekenis die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijze aan de offerte mochten toekennen en hetgeen zij te dien aanzien van elkaar mochten verwachten.
De tekening die [echtgenote] heeft gemaakt komt redelijk overeen met de opdracht. Hoe meer vakken op de tekening hoe meer extra werk. Er zijn 3 extra vlakken […]. Het extra werk zit er in dat ik andere grond moet halen, dan voor afgraven van zand. Het is minder werk als in alle vakken hetzelfde moet gebeuren. Die vakken die anders moeten, moet ik opnemen en anders verwerken.” [appellant] heeft hier geen andere rationele of althans redelijke uitleg tegenover gesteld. Hij stelt dat de offerte het heeft over het “ontgraven” [de rapporteur] vakken terwijl volgens hem zijn hele tuin als één vak is ontgraven (en er slechts verschillende opvullingen zijn). Hiermee miskent hij echter dat de extra inspanningen en dus kosten voor [geïntimeerde] evident zitten in het verschil in opvullingen, en dat hij (de bedoeling van) de offerte ook vanuit dat perspectief had moeten begrijpen.
het in rekening te brengen bedrag
Totaal bewerkte m2 222,78
waarvan 27,99 m2 met tuinaarde en 30,00 m2 met repack is 57,99 m2.
Resteert aan aangevuld met zand (222,78 m2 min 57,99 m2 is) 164,79 m2.
De factuur had dan moeten bedragen:
164,79 m2 keer € 16,- is € 2.636,64 plus
27,99 m2 keer € 20,50 is € 573,80 plus
30,00 m2 keer € 29,50 is € 885,00 plus
222,78 m2 keer € 2,- is 445,56 (extra kosten meer vlakken) is€ 4.541,0021% btw is € 953,61totaal € 5.494,60
conclusie en proceskosten
in incidenteel hoger beroep
7.Beslissing
- compenseert in principaal hoger beroep tussen [appellant] en [geïntimeerde] de proceskosten in eerste aanleg en in hoger beroep aldus dat ieder der partijen de eigen kosten draagt;
- veroordeelt in incidenteel hoger beroep [geïntimeerde] in de proceskosten aan de kant van [appellant] tot op de dag van deze uitspraak begroot op € 418,- aan kosten advocaat;
- bekrachtigt het tussen [appellant] en [geïntimeerde] gewezen vonnis van 20 augustus 2020 voor het overige.