Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer rechtbank : 8818165\CV EXPL 20-36434
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 2 september 2021, waarmee [appellante] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam (hierna: de kantonrechter) van 25 juni 2021, zoals hersteld bij het vonnis van 6 augustus 2021;
- het arrest van dit hof van 19 oktober 2021, waarin een mondelinge behandeling na aanbrengen is gelast;
- de bijlagen die [geïntimeerde] ter gelegenheid van de mondelinge behandeling na aanbrengen heeft overgelegd.
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling na aanbrengen, gehouden op 8 december 2021;
- de memorie van grieven van [appellante];
- de memorie van antwoord van [geïntimeerde].
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de rechtbank
5.Beoordeling in hoger beroep
6.Beslissing
- bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter van 25 juni 2021;
- veroordeelt [appellante] in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van [geïntimeerde] bepaald op € 772,- aan verschotten, € 2.524,- aan salaris voor de advocaat (inclusief € 163,- aan nasalaris);
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad.