Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
raadkamer beklagzaken
,
1.Het beklag
[beklaagde 1](officier van justitie) en
[beklaagde 2](voormalig officier van justitie), beklaagden, niet te vervolgen ter zake van schending van de geheimhoudingsplicht ex artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht (verder: Sr).
2.De stukken betreffende het beklag
- Een brief met bijlage van mr. Brouwer d.d. 5 januari 2023, inhoudende het verzoek om met klager aanwezig te mogen zijn bij het horen van beklaagden.
- Een brief van mr. Hirsch Ballin d.d. 12 januari 2023, inhoudende een reactie op het verzoek van mr. Brouwer.
- Een e-mailbericht van de advocaat-generaal d.d. 16 januari 2023, inhoudende een reactie op verzoek van mr. Brouwer
- Een brief van mr. Hirsch Ballin d.d. 17 januari 2023, inhoudende een schriftelijk standpunt ten aanzien van het beklag.
- Een brief (met bijlagen) van mr. Hirsch Ballin d.d. 25 januari 2023.
- Een brief van mr. Brouwer d.d. 26 januari 2023, zijnde een reactie op de namens beklaagden nader toegezonden stukken.
- Een brief van mr. Hirsch Ballin d.d. 31 januari 2023, inhoudende een reactie op de brief van mr. Brouwer van 26 januari 2023.
- Een brief van mr. Brouwer d.d. 3 februari 2023 naar aanleiding van de brief van mr. Hirsch Ballin van 31 januari 2023.
3.De feiten en standpunten
persoonlijk, nu zij
persoonlijkde bestanddelen van artikel 272 Sr hebben vervuld. Zij delen daarom naar het oordeel van de raadsman niet in de immuniteit voor strafrechtelijke vervolging van de Staat.
eigendaderschap – een beroep zouden kunnen doen op de immuniteit die de Hoge Raad in beginsel (slechts) aan de Staat heeft toegekend.