ECLI:NL:GHDHA:2023:296

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
24 februari 2023
Publicatiedatum
24 februari 2023
Zaaknummer
2200088718
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor oplichting, valsheid in geschrifte en witwassen met vrijspraak voor omkoping

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 24 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere veroordeling van de verdachte door de rechtbank Rotterdam. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, voor oplichting, valsheid in geschrifte en witwassen. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld na het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 10 februari 2023. De verdachte is vrijgesproken van de tenlastegelegde omkoping en valsheid in geschrifte met mededader, maar is wel schuldig bevonden aan oplichting en valsheid in geschrifte. De verdachte heeft zich gedurende een periode van 5,5 jaar schuldig gemaakt aan oplichting van een stichting voor voortgezet onderwijs door het opstellen van valse facturen voor niet verrichte werkzaamheden. Daarnaast heeft hij zich schuldig gemaakt aan het witwassen van bijna 200.000 euro. Het hof heeft de verdachte een gevangenisstraf van 6 maanden opgelegd, die niet ten uitvoer zal worden gelegd, en een taakstraf van 240 uren. De vordering tot schadevergoeding van de stichting is niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze reeds was toegewezen bij een civiele rechter.

Uitspraak

Rolnummer: 22-000887-18
Parketnummer: 10-996542-14
Datum uitspraak: 24 februari 2023
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 22 februari 2018 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
BRP-adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof van
10 februari 2023.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder feit 1 primair, feit 2 primair, feit 3 primair, feit 4 primair, feit 5 primair A, feit 5 primair B en feit 6 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en als bijzondere voorwaarde een meldplicht bij de reclassering.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld en zijn schriftelijk grieven ingediend.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - tenlastegelegd dat:
1.
Hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot en met 30 juni 2012 (telkens) te Rotterdam en/of Apeldoorn en/of Kampen en/of Zwolle, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [stichting] (hierna: [stichting]) heeft bewogen tot de afgifte van een goed, te weten een of meer geldbedrag(en) ter hoogte van (in totaal) (ongeveer) 249.285 euro (AH-040), in elk geval een of meer geldbedrag(en),
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) met vorenomschreven oogmerk,
(telkens) opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven -:
- uit hoofde van zijn, verdachtes, functie als voorzitter van het College van Bestuur van het [stichting], een of meer (fictieve) opdracht(en) gegund aan [medeverdachte 1] en/of [rechtspersoon 1], en/of
- ( vervolgens) (telkens) op (een) factu(u)r(en) (genoemd in D-144) op naam van [rechtspersoon 1] vermeld en/of doen vermelden en/of laten vermelden dat door [rechtspersoon 1] werkzaamheden en/of diensten zijn verricht ten behoeve van/voor [stichting], zulks terwijl in werkelijkheid die werkzaamheden en/of diensten niet waren verricht, althans niet de werkzaamheden en/of diensten waren verricht zoals vermeld op die factu(u)r(en), en/of
- ( vervolgens) (telkens) deze factu(u)r(en) (genoemd in D-144) namens [rechtspersoon 1] doen en/of laten verstrekken en/of toekomen aan [stichting], teneinde het op de factu(u)r(en) vermelde bedrag (op een rekening van [rechtspersoon 1]) te laten voldoen, en/of
- ( vervolgens) (telkens) in zijn, verdachtes, functie als voorzitter van het College van Bestuur van het [stichting], deze factu(u)r(en) (genoemd in D-144) geaccordeerd (ter fiat van betaling), althans opdracht gegeven deze factu(u)r(en) te (laten) betalen door/namens het [stichting], en/of
- ( vervolgens) (telkens) in zijn, verdachtes, functie als voorzitter van het College van Bestuur van het [stichting], [medeverdachte 2], in diens functie als directeur Eenheid Zorg bij het [stichting], gevraagd en/of opdracht gegeven deze factu(u)r(en) (genoemd in D-144) te accorderen (ter fiat van betaling), althans opdracht gegeven deze factu(u)r(en) te (laten) betalen door/namens het [stichting], en/of
- ( telkens) tegenover [stichting] verzwegen en/of verborgen gehouden en/of verhuld dat er met betrekking tot de (overeengekomen en/of gefactureerde) vergoeding(en) voor het verrichten van werkzaamheden en/of diensten ten behoeve van/voor [stichting] door [rechtspersoon 1], een (verborgen of verzwegen) vergoeding en/of betaling aan hem, verdachte, en/of zijn bedrij(f)(ven) was inbegrepen en/of overeengekomen,
waardoor het [stichting] (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
Hij, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode 1 januari 2007 tot en met 30 juni 2012 (telkens) te Rotterdam en/of Apeldoorn en/of Kampen en/of Zwolle, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk een of meer geldbedrag(en) ter hoogte van (ongeveer) (in totaal) 249.285 euro, althans enig(e) geldbedrag(en), dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [stichting] (hierna: [stichting]), in elk geval aan een ander(en) dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
en welk(e) geldbedrag(en) hij, verdachte, uit hoofde van zijn, verdachtes, persoonlijke dienstbetrekking van voorzitter van het College van Bestuur van het [stichting], in elk geval anders dan door misdrijf, onder zich had, (telkens) wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
2.
Hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot en met 30 juni 2012 (telkens) te Rotterdam en/of Apeldoorn en/of Kampen en/of Zwolle, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
(een) factu(u)r(en) (telkens) op naam van [rechtspersoon 1] gericht aan [stichting] (hierna: [stichting]), waaronder:
1. een factuur met factuurnummer [nummer 1] d.d. 9 mei 2007 (D-248) en/of
2. een factuur met factuurnummer [nummer 2] d.d. 7 april 2009 (D-264) en/of
3. een factuur met factuurnummer [nummer 3] d.d. 15 juni 2010 (D-278) en/of
4. een factuur met factuurnummer [nummer 4] d.d. 26 augustus 2010 (D-280) en/of
(een) factu(u)r(en) (telkens) op naam van [rechtspersoon 2] gericht aan [rechtspersoon 1], waaronder:
1. een factuur met factuurnummer [nummer 5] d.d. 18 mei 2007 (D-249) en/of
2. een factuur met factuurnummer [nummer 6] d.d. 15 april 2009 (D-265) en/of
3. een factuur met factuurnummer [nummer 7] d.d. 30 juni 2010 (D-279) en/of
4. een factuur met factuurnummer [nummer 8] d.d. 26 augustus 2010 (D-281)
zijnde (telkens) een geschrift bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst en/of valselijk heeft doen opmaken en/of heeft doen vervalsen, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
(telkens) valselijk en in strijd met de waarheid op genoemde factu(u)r(en) (onder meer) -zakelijk weergegeven-:
- vermeld en/of doen en/of laten vermelden en/of doen voorkomen dat [rechtspersoon 2] werkzaamheden en/of diensten heeft verricht ten behoeve van/voor [rechtspersoon 1], (terwijl in werkelijkheid die werkzaamheden en/of diensten niet zijn verricht, althans niet de werkzaamheden en/of diensten zijn verricht zoals omschreven op deze factu(u)r(en)), en/of
-(een) factuurbedrag(en) vermeld en/of doen en/of laten vermelden dat/die in werkelijkheid geen, althans niet volledig, betrekking heeft/hebben op de in die factu(u)r(en) vermelde werkzaamheden en/of diensten,
zulks met het oogmerk om dit/deze geschrift(en) (telkens) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[rechtspersoon 2] op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot en met 30 juni 2012 (telkens) te Rotterdam en/of Apeldoorn en/of Kampen en/of Zwolle, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
(een) factu(u)r(en) (telkens) op naam van [rechtspersoon 1] gericht aan [stichting] (hierna: [stichting]), waaronder: 1. een factuur met factuurnummer [nummer 1] d.d. 9 mei 2007 (D-248) en/of
2. een factuur met factuurnummer [nummer 2] d.d. 7 april 2009 (D-264) en/of
3. een factuur met factuurnummer [nummer 3] d.d. 15 juni 2010 (D-278) en/of
4. een factuur met factuurnummer [nummer 4] d.d. 26 augustus 2010 (D-280) en/of
(een) factu(u)r(en) (telkens) op naam van [rechtspersoon 2] gericht aan [rechtspersoon 1], waaronder:
1. een factuur met factuurnummer [nummer 5] d.d. 18 mei 2007 (D-249) en/of
2. een factuur met factuurnummer [nummer 6] d.d. 15 april 2009 (D-265) en/of
3. een factuur met factuurnummer [nummer 7] d.d. 30 juni 2010 (D-279) en/of
4. een factuur met factuurnummer [nummer 8] d.d. 26 augustus 2010 (D-281)
zijnde (telkens) een geschrift bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst en/of valselijk heeft doen opmaken en/of heeft doen vervalsen, immers heeft/hebben [rechtspersoon 2] en/of haar mededader(s)
(telkens) valselijk en in strijd met de waarheid op genoemde factu(u)r(en) (onder meer) -zakelijk weergegeven-:
- vermeld en/of doen en/of laten vermelden en/of doen voorkomen dat [rechtspersoon 2] werkzaamheden en/of diensten heeft verricht ten behoeve van/voor [rechtspersoon 1], (terwijl in werkelijkheid die werkzaamheden en/of diensten niet zijn verricht/, althans niet de werkzaamheden en/of diensten zijn verricht/ zoals omschreven op deze factu(u)r(en)), en/of
-(een) factuurbedrag(en) vermeld en/of doen en/of laten vermelden dat/die in werkelijkheid geen, althans niet volledig, betrekking heeft/hebben op de in die factu(u)r(en) vermelde werkzaamheden en/of diensten,
zulks met het oogmerk om dit/deze geschrift(en) (telkens) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken,
tot het plegen van welk bovenomschreven strafbare feit verdachte opdracht heeft gegeven, dan wel aan welk bovenomschreven gedraging verdachte feitelijke leiding heeft gegeven;
3.
Hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode vanaf 29 juli 2008 tot en met 31 juli 2012 (telkens) te Rotterdam en/of Apeldoorn en/of Almere, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal,
anders dan als ambtenaar, werkzaam zijnde (als voorzitter van het College van Bestuur) in dienstbetrekking bij en/of optredend als lasthebber van [stichting] (hierna: [stichting]), naar aanleiding van hetgeen hij, verdachte, in zijn betrekking en/of bij de uitvoering van zijn last(en) heeft gedaan en/of nagelaten dan wel zal/zou doen en/of nalaten,
(telkens) een belofte, te weten de toezegging/instemming om een vast gedeelte/bedrag per gewerkt/te declareren uur bij [stichting], aan hem, verdachte en/of zijn bedrij(f)(ven) te betalen,
en/of een of meer gift(en), te weten een of meer geldbedrag(en) van in totaal 170.961,35 euro (AH-033), in elk geval enig(e) geldbedrag(en), van [medeverdachte 3] en/of [rechtspersoon 3], heeft aangenomen, en dit aannemen in strijd met de goede trouw (telkens) heeft verzwegen tegenover zijn werkgever en/of lastgever;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
Hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode vanaf 1 januari 2008 tot en met 31 juli 2012 (telkens) te Rotterdam en/of Apeldoorn en/of Almere, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal,
in zijn functie als ambtenaar, te weten als voorzitter van het College van Bestuur van [stichting] (hierna: [stichting]), in elk geval enig ambtelijke functie, meermalen, althans eenmaal,
opzettelijk (telkens) een belofte, te weten de toezegging/instemming om een vast gedeelte/bedrag per gewerkt/te declareren uur bij [stichting], aan hem, verdachte en/of zijn bedrij(f)(ven) te betalen,
en/of een of meer gift(en), te weten een of meer geldbedrag(en) van in totaal 186.698,25 euro (AH-033), in elk geval enig(e) geldbedrag(en), heeft aangenomen van [medeverdachte 3] en/of [rechtspersoon 3], wetende of redelijkerwijs vermoedende dat die/deze belofte en/of gift(en) hem, verdachte, werd(en) gedaan en/of verleend en/of werd(en) aangeboden:
a. a) teneinde hem te bewegen om, al dan niet in strijd met haar plicht in zijn bediening iets te doen, en/of
b) ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door hem, al dan niet in strijd met zijn plicht, in zijn huidige of vroegere bediening is gedaan,
te weten (telkens) het anders dan om zakelijke redenen begunstigen van die [medeverdachte 3] en/of [rechtspersoon 3] en/of het geven van een voorkeursbehandeling aan die [medeverdachte 3] en/of [rechtspersoon 3] en/of het laten ontstaan en/of onderhouden van een zodanige relatie tussen hem, verdachte, en die [medeverdachte 3] en/of [rechtspersoon 3] dat hij, verdachte, tegenover die [medeverdachte 3] en/of [rechtspersoon 3] niet meer zo vrij en/of onbeïnvloed en/of onafhankelijk en/of objectief was/kon zijn bij het nemen van beslissingen in relatie tot die [medeverdachte 3] en/of [rechtspersoon 3] als in het geval dat hij, verdachte, die giften niet had aangenomen;
4.
Hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 1 maart 2008 tot en met 31 juli 2012, telkens) te Apeldoorn en/of Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
(een) factu(u)r(en) (telkens) op naam van [rechtspersoon 2] gericht aan [rechtspersoon 3], waaronder:
1. een factuur d.d. 27 september 2008 (D-379) en/of
2. een factuur d.d. 22 januari 2009 (D-383) en/of
3. een factuur d.d. 29 januari 2010 (D-395) en/of
4. een factuur d.d. 31 januari 2011 (D-406) en/of
5. een factuur d.d. 9 april 2012 (D-419)
zijnde (telkens) een geschrift bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst en/of valselijk heeft doen opmaken en/of heeft doen vervalsen,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid op/in die factu(u)r(en) (onder meer) -zakelijk weergegeven-:
- vermeld en/of doen en/of laten vermelden en/of doen voorkomen dat door [rechtspersoon 2] en/of door hem, verdachte, werkzaamheden en/of diensten (te weten: "advieswerkzaamheden") zijn verricht ten behoeve van/voor [rechtspersoon 3] en/of [medeverdachte 3],(terwijl in werkelijkheid die werkzaamheden en/of diensten niet, althans niet in zijn geheel, door [rechtspersoon 2] en/of hem, verdachte, zijn verricht ten behoeve van/voor [rechtspersoon 3] en/of [medeverdachte 3], althans niet de werkzaamheden en/of diensten zijn verricht zoals omschreven op deze factu(u)r(en)), en/of
- ( een) factuurbedrag(en) vermeld en/of doen en/of laten vermelden dat/die in werkelijkheid geen, althans niet volledig, betrekking heeft/hebben op de in die factu(u)r(en) vermelde werkzaamheden/diensten, en/of
zulks met het oogmerk om dit/deze geschrift(en) (telkens) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[rechtspersoon 2] op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 1 maart 2008 tot en met 31 juli 2012, (telkens) te Apeldoorn en/of Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
(een) factu(u)r(en) (telkens) op naam van [rechtspersoon 2] gericht aan [rechtspersoon 3], waaronder:
1. een factuur d.d. 27 september 2008 (D-379) en/of
2. een factuur d.d. 22 januari 2009 (D-383) en/of
3. een factuur d.d. 29 januari 2010 (D-395) en/of
4. een factuur d.d. 31 januari 2011 (D-406) en/of
5. een factuur d.d. 9 april 2012 (D-419), zijnde (telkens) een geschrift bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst en/of valselijk heeft doen opmaken en/of heeft doen vervalsen,
immers heeft/hebben [rechtspersoon 2] en/of haar mededader(s) (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid op/in die factu(u)r(en) (onder meer) -zakelijk weergegeven-:
- vermeld en/of doen en/of laten vermelden dat door [rechtspersoon 2] en/of verdachte werkzaamheden en/of diensten (te weten: "advieswerkzaamheden") zijn verricht ten behoeve van/voor [rechtspersoon 3] en/of [medeverdachte 3], (terwijl in werkelijkheid die werkzaamheden en/of diensten niet, althans niet in zijn geheel, door [rechtspersoon 2] en/of verdachte zijn verricht ten behoeve van/voor [rechtspersoon 3] en/of [medeverdachte 3], althans niet de werkzaamheden en/of diensten zijn verricht zoals omschreven op deze factu(u)r(en)), en/of
- ( een) factuurbedrag(en) vermeld en/of doen en/of laten vermelden dat/die in werkelijkheid geen, althans niet volledig, betrekking heeft/hebben op de in die factu(u)r(en) vermelde werkzaamheden en/of diensten, en/of
zulks met het oogmerk om dit/deze geschrift(en) (telkens) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken,
tot het plegen van welk bovenomschreven strafbare feit verdachte opdracht heeft gegeven, dan wel aan welk bovenomschreven gedraging verdachte feitelijke leiding heeft gegeven.
5.
Hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot en met 1 december 2007, (telkens) te Apeldoorn en/of Bilthoven en/of Gemeente De Bilt, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
(een) factu(u)r(en) (telkens) op naam van [rechtspersoon 2] gericht aan [rechtspersoon 4], te weten:
- een factuur met factuurnummer [nummer 9] d.d. 19 januari 2007 (D-338) en/of
- een factuur met factuurnummer [nummer 10] d.d. 1 augustus 2007 (D-341) en/of
- een factuur met factuurnummer [nummer 11] d.d. 1 december 2007 (D-345) en/of
(een) factu(u)r(en) (telkens) op naam van [rechtspersoon 4] gericht aan [school 1], te weten:
- een factuur met factuurnummer [nummer 11] d.d. 18 januari 2007 (D-541) en/of
- een factuur met factuurnummer [nummer 12] d.d. 13 juli 2007 (D-542),
zijnde (telkens) een geschrift bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst en/of valselijk heeft doen opmaken en/of heeft doen vervalsen, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid (onder meer) -zakelijk weergegeven-:
- op/in de factu(u)r(en) [nummer 11] en/of [nummer 12] vermeld en/of doen en/of laten vermelden dat [rechtspersoon 4] en/of [medeverdachte 4] "conform afspraak zoals vastgelegd in offerte/contract fb 20012/3 d.d. 12 december 2006" een bedrag in rekening brengt/brengen bij [school 1] en/of
- op/in de factu(u)r(en) [nummer 9] en/of [nummer 10] en/of [nummer 11] vermeld en/of doen en/of laten vermelden dat hij, verdachte en/of [rechtspersoon 2] "conform afspraak" een bedrag in rekening brengt/brengen bij [rechtspersoon 4],
als ware er sprake van het verrichten van werkzaamheden en/of diensten in de periode januari 2007 tot en met december 2007 door hem, verdachte, ten behoeve van/voor [medeverdachte 3] en/of [school 1] zoals vermeld in genoemde offerte, (terwijl in werkelijkheid geen sprake was van het verrichten van werkzaamheden en/of diensten door hem, verdachte, in de periode januari 2007 tot en met december 2007 ten behoeve van/voor [medeverdachte 3] en/of het [school 1] zoals vermeld in genoemde offerte, althans geen sprake was van het verrichten van werkzaamheden en/of diensten zoals vermeld op die factu(u)r(en)),
en/of als ware sprake van bemiddeling door [medeverdachte 4] en/of [rechtspersoon 4] tussen hem, verdachte, enerzijds en [medeverdachte 3] en/of [school 1] anderzijds, (terwijl in werkelijkheid geen sprake was van bemiddeling door [medeverdachte 4] en/of [rechtspersoon 4])
zulks met het oogmerk om dit/deze geschrift(en) (telkens) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[rechtspersoon 2] op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot en met 1 december 2007, (telkens) te Apeldoorn en/of Bilthoven en/of Gemeente De Bilt, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
(een) factu(u)r(en) (telkens) op naam van [rechtspersoon 2] gericht aan [rechtspersoon 4], te weten:
- een factuur met factuurnummer [nummer 9] d.d. 19 januari 2007 (D-338) en/of
- een factuur met factuurnummer [nummer 10] d.d.1 augustus 2007 (D-341) en/of
- een factuur met factuurnummer [nummer 11] d.d.1 december 2007 (D-345) en/of
(een) factu(u)r(en) (telkens) op naam van [rechtspersoon 4] gericht aan [school 1], te weten:
- een factuur met factuurnummer [nummer 11] d.d. 18 januari 2007 (D-541) en/of
- een factuur met factuurnummer [nummer 12] d.d. 13 juli 2007 (D-542),
zijnde (telkens) een geschrift bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst en/of valselijk heeft doen opmaken en/of heeft doen vervalsen, immers heeft/hebben [rechtspersoon 2], en/of haar mededader(s) (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid (onder meer) -zakelijk weergegeven-:
- op/in de factu(u)r(en) [nummer 11] en/of [nummer 12] vermeld en/of doen en/of laten vermelden dat [rechtspersoon 4] en/of [medeverdachte 4] "conform afspraak zoals vastgelegd in offerte/contract fb 20012/3 d.d. 12 december 2006" een bedrag in rekening brengt/brengen bij [school 1] en/of
- op/in de factu(u)r(en) [nummer 9] en/of [nummer 10] en/of [nummer 11] vermeld en/of doen en/of laten vermelden dat hij, verdachte en/of [rechtspersoon 2] "conform afspraak" een bedrag in rekening brengt/brengen bij [rechtspersoon 4],
als ware er sprake van het verrichten van werkzaamheden en/of diensten in de periode januari 2007 tot en met december 2007 door hem, verdachte, ten behoeve van/voor [medeverdachte 3] en/of [school 1] zoals vermeld in genoemde offerte, (terwijl in werkelijkheid geen sprake was van het verrichten van werkzaamheden en/of diensten door hem, verdachte, in de periode januari 2007 tot en met december 2007 ten behoeve van/voor [medeverdachte 3] en/of het [school 1] zoals vermeld in genoemde offerte, althans geen sprake was van het verrichten van werkzaamheden en/of diensten zoals vermeld op die factu(u)r(en)),
en/of als ware sprake van bemiddeling door [medeverdachte 4] en/of [rechtspersoon 4] tussen hem, verdachte, enerzijds en [medeverdachte 3] en/of [school 1] anderzijds, (terwijl in werkelijkheid geen sprake was van bemiddeling door [medeverdachte 4] en/of [rechtspersoon 4])
zulks met het oogmerk om dit/deze geschrift(en) (telkens) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken,
tot het plegen van welk bovenomschreven strafbare feit verdachte opdracht heeft gegeven, dan wel aan welk bovenomschreven gedraging verdachte feitelijke leiding heeft gegeven;
6.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot en met 3 december 2014 (telkens) te Rotterdam en/of Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
(telkens) (een) voorwerp(en), te weten een of meerdere geldbedrag(en) van (ongeveer)(in totaal)
A. 249.285 euro, althans 199.155 euro, althans enig(e) geldbedrag(en) (feit 1 en/of feit 2)(AH-040, p.5)
B. 186.698,35 euro, althans enig(e) geldbedrag(en) (feit 3 en/of feit 4)(AH-033, p.4)
C. 9.000 euro, althans 5.355 euro en/of 2.677,50 euro en/of 2.677,50 euro,
althans enig(e) geldbedrag(en) (feit 5)(AH-076, p.3)
heeft overgedragen en/of omgezet en/of (telkens) van dit/die voorwerp(en) gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) dat dit/deze geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf, terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) van het plegen van voornoemd misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair, 5 primair eerste en tweede cumulatief en onder 6 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd voor de duur van 2 jaren.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak ten aanzien van het onder 3, 4 en 5 tenlastegelegde
De raadsman van de verdachte heeft zich ter terechtzitting, voor zover relevant, op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 3, 4 en 5 tenlastegelegde.
Hij heeft daartoe, overeenkomstig zijn pleitnotities, in de kern het volgende aangevoerd.
Voor wat betreft het onder 3 tenlastegelegde: Er bestaat geen causaal verband tussen de betalingen aan de verdachte en de werkverschaffing aan medeverdachte [medeverdachte 3]. Het is voldoende aannemelijk dat de verdachte de betalingen door [medeverdachte 3] niet verzweeg voor zijn werkgever.
Voor wat betreft het onder 4 tenlastegelegde: In navolging van feit 3 dient vrijspraak te volgen voor feit 4 omdat de facturen niet valselijk en in strijd met de waarheid zijn opgemaakt.
Voor wat betreft het onder 5 tenlastegelegde: Er is geen sprake van valse facturen ten aanzien van [rechtspersoon 4).
Op grond van het verhandelde ter terechtzitting gaat het hof uit van de volgende feiten en omstandigheden.
In periode vanaf medio 2007 tot en met eind 2012 heeft de medeverdachte [medeverdachte 3] diverse werkzaamheden verricht voor de [stichting] ([stichting]). De verdachte is vanaf januari 2004 tot juni 2012 voorzitter van het College van Bestuur (CvB) geweest bij het [stichting].
Vanaf 1 juni 2007 tot juni 2012 is aan het [stichting stichting] een totaalbedrag van € 668.133,40 in rekening gebracht door de vennootschap onder firma van [medeverdachte 3] en zijn echtgenote genaamd [rechtspersoon 3] ([rechtspersoon 3]). In de periode van 31 juli 2008 tot en met 11 juni 2012 maakte [rechtspersoon 3) geldbedragen over aan [rechtspersoon 2], de onderneming van verdachte. Dit betroffen geldbedragen van in totaal € 170.544,85 en zij werden overgemaakt op de privérekening van de verdachte. De betalingen zijn telkens verricht op grond van de door verdachte verstrekte facturen via zijn onderneming [rechtspersoon 2].
De verdachte en zijn medeverdachte hebben (telkens) verklaard dat de bedragen zijn overgemaakt uit hoofde van een betalingsafspraak tussen beiden. Deze afspraak had mede betrekking op de adviserende werkzaamheden die de verdachte voor [medeverdachte 3] eerder onbezoldigd had verricht, in de periode nadat hij rector werd op het [school 1] ([school 1]) in 2000. Toen in 2008 aan de orde kwam dat de verdachte in financiële problemen verkeerde, wilde [medeverdachte 3] hem financieel ondersteunen gezien het advies en de ondersteuning die de verdachte hem jarenlang had geboden. Hij heeft samen met zijn echtgenote en in overleg met de accountant gekeken hoe zij deze steun konden vormgeven. Na een inschatting van de tijd dat de verdachte hem ondersteuning en advies bood en had geboden kwamen zij uit op de betalingsregeling inhoudende dat [medeverdachte 3] 25% van zijn extra verdiensten zou doen toekomen aan [verdachte].
Ten aanzien van het onder 3 en 4 tenlastegelegde overweegt het hof als volgt.
Voor een bewezenverklaring van het onder 3 tenlastegelegde moet worden vastgesteld dat [medeverdachte 3] aan de verdachte het geldbedrag heeft betaald teneinde hem werkzaamheden te gunnen binnen het [stichting]; er moet anders gezegd een causaal verband bestaan tussen opdrachtverleningen aan [medeverdachte 3] binnen het [stichting] en betalingen van de geldbedragen aan de verdachte.
Het hof heeft op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting niet de overtuiging bekomen dat bedragen betaald zijn met de bedoeling de verdachte om te kopen. Niet ter discussie staan de door [medeverdachte 3] aan de verdachte betaalde bedragen, maar uit het dossier komt niet het beeld naar voren dat deze betalingen zijn verricht met het oogmerk bepaalde opdrachten te verkrijgen. De grondslag voor de betalingen is gelegen in de adviesrelatie tussen de verdachte en [medeverdachte 3] en de betalingen hebben niet ten doel om werk te bemachtigen voor [medeverdachte 3] binnen [stichting].
Het hof neemt daarbij het volgende in aanmerking. Voordat [medeverdachte 3] begon met de betalingen in maart 2008 aan [verdachte], verrichtte hij al gedurende langere tijd werkzaamheden binnen het [stichting], namelijk sinds januari 2007. Ook nadat de verdachte vanaf juni 2012 niet langer werkzaam was voor het [stichting] en derhalve geen invloed meer kon uitoefenen binnen de organisatie, bleven de betalingen aan de verdachte doorgaan tot januari 2013. Daarnaast was de verdachte niet degene die bij het [stichting] de beslissingen nam over het inzetten van [medeverdachte 3]. Aanstellingsprocedures verliepen in onderling overleg met [getuige 1] en [getuige 2] en in overleg met de vestigingsdirecteuren. De aanstelling van [medeverdachte 3] is bovendien op gezamenlijk initiatief van het CvB gebeurd. Het voor een bewezenverklaring van omkoping vereiste causale verband tussen de betaling en de opdracht, ontbreekt derhalve.
Voorts bevat het dossier geenszins aanwijzingen dat de onderlinge betalingsafspraak, noch de betalingen zelf, heimelijk plaatsvonden. Op 20 april 2008, kort nadat de verdachte begon met de betalingen, werd door [medeverdachte 3] in een e-mailbericht aan [getuige 2] de betalingsafspraak tussen hem en [verdachte] vermeld: ‘
Dit is afgezien van mijn eigen afspraak met [verdachte]: in dat geval zou er nog een kwart afgaan (…)’.).
Daarnaast geeft het dossier, ondanks het ontbreken van enige verslaglegging over de afspraken, blijk van het bestaan van een adviesrelatie tussen [medeverdachte 3] en de verdachte. Dat blijkt onder andere uit diverse e-mailberichten en verklaringen van [getuige 3], [getuige 4], [getuige 5] en [getuige 6].
Onder deze omstandigheden kan niet worden vastgesteld dat het niet anders kan zijn dan dat de betaling door [medeverdachte 3] aan de verdachte een betaling is geweest met het doel daar iets voor terug te krijgen, zodat geen sprake is van het voor omkoping vereiste oogmerk. De verdachte dient daarom ten aanzien van het onder feit 3 tenlastegelegde te worden vrijgesproken.
De bewezenverklaring van feit 4 houdt direct verband met de bewezenverklaring van feit 3. Nu vaststaat dat de bedragen zijn betaald naar aanleiding van door de verdachte verrichte advieswerkzaamheden, is geen sprake van valsheid in de daartoe opgestelde facturen. Dat op de facturen staat vermeld ‘advies werkzaamheden in de maand september 2008’, ‘januari 2009’, ‘januari 2010’ en ‘januari 2011’ terwijl het mede ziet op advisering in eerdere jaren doet daar niets aan af. De vermelde maanden corresponderen immers met de maand waarin is gefactureerd. Ook ten aanzien van feit 4, de valsheid in geschrifte, dient de verdachte te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het onder 5 tenlastegelegde overweegt het hof, in navolging van zojuist overwogene, dat de omstandigheid dat de verdachte zijn werkzaamheden voor [medeverdachte 3] in rekening bracht via [rechtspersoon 4) niets af doet aan de daadwerkelijk verrichtte advieswerkzaamheden. Derhalve is geen sprake van valse facturen.
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 3 primair, 3 subsidiair, 4 primair, 4 subsidiair, 5 primair, 5 primair en 5 subsidiair is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 primair en 6 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij
op een of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van 1 januari 2007 tot en met 30 juni 2012
(telkens
)te Rotterdam en/of Apeldoorn en/of Kampen en/of Zwolle,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met
(een
)ander
(en), althans alleen, meermalen,
althans eenmaal,
(telkens
)met het oogmerk om zich en
/of (een
)ander
(en)wederrechtelijk te bevoordelen,
(telkens
) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/ofdoor
een (of meer)listige kunstgre
(e)p
(en
)en
/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels, [stichting] (hierna: [stichting]) heeft bewogen tot de afgifte van een goed, te weten
een of meergeldbedrag
(en
)ter hoogte van
(in totaal
) (ongeveer)249.285 euro (AH-040),
in elk geval een of meer geldbedrag(en),
hebbende verdachte en
/ofzijn mededader
(s) (telkens
)met vorenomschreven oogmerk,
(telkens
)opzettelijk
valselijk en/oflistiglijk en
/ofbedrieglijk en
/ofin strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven -:
- uit hoofde van zijn, verdachtes, functie als voorzitter van het College van Bestuur van het [stichting],
een of meer (fictieve
)opdracht
(en
)gegund aan [medeverdachte 1] en/of [rechtspersoon 1], en
/of
-
(vervolgens
) (telkens
)op
(een)factu
(u)r
(en
)(genoemd in D-144) op naam van [rechtspersoon 1] vermeld
en/of doen vermelden en/of laten vermeldendat door [rechtspersoon 1] werkzaamheden en/of diensten zijn verricht ten behoeve van/voor [stichting], zulks terwijl in werkelijkheid die werkzaamheden en/of diensten niet waren verricht,
althans niet de werkzaamheden en/of diensten waren verricht zoals vermeld op die factu(u)r(en),en
/of
-
(vervolgens
) (telkens
)deze factu
(u)r
(en
)(genoemd in D-144) namens [rechtspersoon 1]
doen en/oflaten verstrekken en
/oftoekomen aan [stichting], teneinde het op de factu
(u)r
(en
)vermelde bedrag (op een rekening van [rechtspersoon 1]) te laten voldoen, en
/of
- (vervolgens) (telkens) in zijn, verdachtes, functie als voorzitter van het College van Bestuur van het [STICHTING], deze factu(u)r(en) (genoemd in D-144) geaccordeerd (ter fiat van betaling), althans opdracht gegeven deze factu(u)r(en) te (laten) betalen door/namens het [STICHTING], en/of
-
(vervolgens
) (telkens
)in zijn, verdachtes, functie als voorzitter van het College van Bestuur van het [stichting], [medeverdachte 2], in diens functie als directeur Eenheid Zorg bij het [stichting]
, gevraagd en/ofopdracht gegeven deze factu
(u)r
(en
)(genoemd in D-144) te accorderen (ter fiat van betaling),
althans opdracht gegeven deze factu(u)r(en) te (laten) betalen door/namens het [stichting],en
/of
-
(telkens
)tegenover [stichting] verzwegen en
/ofverborgen gehouden
en/of verhulddat er met betrekking tot de (overeengekomen en
/ofgefactureerde) vergoeding
(en
)voor het verrichten van werkzaamheden en/of diensten ten behoeve van/voor [stichting] door [rechtspersoon 1], een (verborgen of verzwegen) vergoeding en
/ofbetaling aan hem, verdachte, en
/ofzijn bedrij
(f
)(ven)was inbegrepen en/of overeengekomen,
waardoor het [stichting]
(telkens
)werd
(en)bewogen tot bovenomschreven afgifte;
2.
hij
op een of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van 1 januari 2007 tot en met 30 juni 2012
(telkens
)te Rotterdam en/of Apeldoorn en/of Kampen en/of Zwolle,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met
(een
)ander
(en), althans alleen, meermalen,
althans eenmaal,
(een)factu
(u)r
(en
) (telkens
)op naam van [rechtspersoon 1] gericht aan [stichting] Onderwijs (hierna: [stichting]), waaronder:
1. een factuur met factuurnummer [nummer 1] d.d. 9 mei 2007 (D-248) en
/of
2. een factuur met factuurnummer [nummer 2] d.d. 7 april 2009 (D-264) en
/of
3. een factuur met factuurnummer [nummer 3] d.d. 15 juni 2010 (D-278) en
/of
4. een factuur met factuurnummer [nummer 4] d.d. 26 augustus 2010 (D-280) en
/of
(een)factu
(u)r
(en
) (telkens
)op naam van [rechtspersoon 2] gericht aan [rechtspersoon 1], waaronder:
1. een factuur met factuurnummer [nummer 5] d.d. 18 mei 2007 (D-249) en
/of
2. een factuur met factuurnummer [nummer 6] d.d. 15 april 2009 (D-265) en
/of
3. een factuur met factuurnummer [nummer 7] d.d. 30 juni 2010 (D-279) en
/of
4. een factuur met factuurnummer [nummer 8] d.d. 26 augustus 2010 (D-281)
zijnde
(telkens
)een geschrift bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen,
(telkens
)valselijk heeft opgemaakt
en/of heeft vervalst en/of valselijk heeft doen opmaken en/of heeft doen vervalsen, immers
heeft/hebben hij, verdachte, en
/ofzijn mededader
(s)
(telkens
)valselijk en in strijd met de waarheid op genoemde factu
(u)r
(en
)(onder meer) - zakelijk weergegeven -:
- vermeld
en/of doen en/of laten vermelden en/of doen voorkomendat [rechtspersoon 2] werkzaamheden en/of diensten heeft verricht ten behoeve van/voor [rechtspersoon 1], (terwijl in werkelijkheid die werkzaamheden en/of diensten niet zijn verricht,
althans niet de werkzaamheden en/of diensten zijn verricht zoals omschreven op deze factu(u)r(en)),en
/of
-
(een)factuurbedrag
(en
)vermeld
en/of doen en/of laten vermelden dat/die in werkelijkheid geen
, althans niet volledig,betrekking
heeft/haddenop de in die factu
(u)r
(en
)vermelde werkzaamheden en/of diensten,
zulks met het oogmerk om
dit/deze geschrift
(en
) (telkens
)als echt en onvervalst te gebruiken en
/ofdoor anderen te doen gebruiken;
6.
hij
op een of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 1 januari 2007 tot en met 30 juni 2012
(telkens
) te Rotterdam en/of Apeldoorn, althansin Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
(telkens) (een) voorwerp(en), te weten een of meerderegeldbedrag
(en
)van
(ongeveer)(in totaal)
A.
249.285 euro, althans199.155 euro,
althans enig(e) geldbedrag(en)(feit 1 en
/offeit 2)(AH-040, p.5)
B. 186.698,35 euro, althans enig(e) geldbedrag(en) (feit 3 en/of feit 4)(AH-033, p.4)
C. 9.000 euro, althans 5.355 euro en/of 2.677,50 euro en/of 2.677,50 euro, althans enig(e) geldbedrag(en) (feit 5)(AH-076, p.3)
heeft overgedragen en
/ofomgezet en
/of (telkens
)van
dit/die voorwerp
(en
)gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij, verdachte,
en/of zijn mededader(s)wist
(en)dat
dit/deze geldbedrag
(en
)- onmiddellijk of middellijk - afkomstig
was/waren uit enig misdrijf, terwijl hij, verdachte
en/of zijn mededader(s)van het plegen van voornoemd
witwasseneen gewoonte heeft gemaakt.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 primair bewezenverklaarde levert op:

medeplegen van oplichting.

Het onder 2 primair bewezenverklaarde levert op:

medeplegen van valsheid in geschrift.

Het onder 6 bewezenverklaarde levert op:

van het plegen van witwassen een gewoonte maken.

Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft zich als voorzitter van het college van bestuur van [stichting] (een stichting voor voortgezet onderwijs), tezamen met [medeverdachte 1], gedurende een periode van 5,5 jaar schuldig gemaakt aan oplichting van [stichting] tot een bedrag van bijna 250.000 euro, door het opstellen van valse facturen. In de valse facturen werden door de verdachte en [medeverdachte 1] werkzaamheden gedeclareerd die niet hadden plaatsgevonden. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het witwassen van een bedrag van bijna 200.000 euro. De verdachte heeft misbruik gemaakt van zijn positie in het college van bestuur en van het in hem gestelde vertrouwen met als doel zichzelf en in veel mindere mate een kennis van hem – ten koste van de stichting – financieel te bevoordelen. Het hof rekent dit de verdachte zwaar aan.
Het hof heeft daarnaast oog voor de (maatschappelijke) gevolgen en de impact van de ontdekking van dit laakbare gedrag, met name gezien de media aandacht in eerste aanleg, die de strafzaak geruime tijd op het leven van de verdachte heeft gehad.
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 27 januari 2023 waaruit blijkt dat de verdachte nooit eerder in aanraking is gekomen met justitie voor het plegen van een strafbaar feit.
Gezien de ernst van de bewezenverklaarde feiten en de hoogte van de gefraudeerde bedragen hanteert het hof als uitgangspunt, mede gelet op de oriëntatiepunten voor straftoemeting, een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden. Het hof heeft echter geconstateerd dat zowel in eerste aanleg als in hoger beroep sprake is van overschrijding van de redelijke termijn in de zin van artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).
De termijn in eerste aanleg begon te lopen op 20 augustus 2014, de datum waarop de woning van de verdachte is doorzocht, terwijl het eindvonnis is gewezen op 22 februari 2018. Dit tijdsverloop maakt dat de redelijke termijn is overschreden met ruim 18 maanden. De termijn in hoger beroep is aanvangen op 27 februari 2018, de datum van het instellen van het hoger beroep, terwijl het eindarrest is gewezen op 24 februari 2023. Dit maakt dat in hoger beroep sprake is van een overschrijding van 36 maanden.
Gelet op de zeer aanzienlijke overschrijding van de redelijke termijn, ziet het hof aanleiding om af te wijken van het eerder genoemde uitgangspunt en te kiezen voor een andere strafmodaliteit in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf. Het hof is - alles afwegende - van oordeel dat een taakstraf voor de duur van 240 uren in combinatie met een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden een passende en geboden reactie vormt.
Vordering tot schadevergoeding [stichting]
In het onderhavige strafproces heeft [stichting] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte tenlastegelegde, tot een bedrag van € 1.225.316,84, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot het niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij in de vordering tot schadevergoeding.
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu de vordering reeds is toegewezen bij onherroepelijk vonnis van de civiele rechter.
Gelet op het voorgaande dient de benadeelde partij te worden veroordeeld in de kosten die de verdachte tot aan deze uitspraak in verband met de verdediging tegen die vordering heeft moeten maken, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47, 57, 225, 326 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 3, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 primair en 6 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair, 2 primair en 6 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
Verklaart de
benadeelde partij [stichting] niet-ontvankelijkin de vordering tot schadevergoeding.
Veroordeelt de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door mr. C.G.M. van Rijnberk,
mr. H.C. Wiersinga en mr. H. Steenhuis, in bijzijn van de griffier mr. C. Rietdijk.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 24 februari 2023.