[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
BRP-adres: [adres].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof van
10 februari 2023.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1 primair, onder 2 primair, onder 3 primair eerste en tweede cumulatief/alternatief en het onder 4 eerste en tweede cumulatief/alternatief tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld en zijn schriftelijk grieven ingediend.
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging
ter terechtzitting in eerste aanleg - tenlastegelegd dat:
Hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode vanaf 29 juli 2008 tot en met 31 juli 2012 (telkens) te Rotterdam en/of Apeldoorn en/of Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
(telkens) aan iemand, te weten [medeverdachte], anders dan als ambtenaar werkzaam zijnde in dienstbetrekking bij en/of optredend als lasthebber van [stichting] (hierna: [stichting]) (als voorzitter van het College van Bestuur), naar aanleiding van hetgeen deze [medeverdachte] in zijn betrekking en/of bij de uitvoering van zijn last(en) heeft gedaan en/of nagelaten dan wel zal/zou doen en/of nalaten,
(telkens) een belofte, te weten de toezegging/instemming om een vast gedeelte/bedrag per gewerkt/te declareren uur bij [stichting] aan [medeverdachte] en/of zijn bedrij(f)(ven) te betalen,
en/of een of meer gift(en), te weten een of meer geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van circa 170.961,35 euro (AH-033), in elk geval enig(e) geldbedrag(en), heeft gedaan van die aard en/of onder zodanige omstandigheden dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), redelijkerwijs moest(en) aannemen dat die [medeverdachte] deze belofte en/of gift(en) in strijd met de goede trouw zou/zal verzwijgen tegenover zijn werkgever en/of lastgever.
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[rechtspersoon 1] op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode vanaf 29 juli 2008 tot en met 31 juli 2012 (telkens) te Rotterdam en/of Apeldoorn en/of Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
(telkens) aan iemand, te weten [medeverdachte], anders dan als ambtenaar werkzaam zijnde in dienstbetrekking bij en/of optredend als lasthebber van [stichting] (hierna: [stichting]) (als voorzitter van het College van Bestuur), naar aanleiding van hetgeen deze [medeverdachte] in zijn betrekking en/of bij de uitvoering van zijn last(en) heeft gedaan en/of nagelaten dan wel zal/zou doen en/of nalaten, (telkens) een belofte, te weten de toezegging/instemming om een vast gedeelte/bedrag per gewerkt/te declareren uur bij [stichting] aan [medeverdachte] en/of zijn bedrijf te betalen,
en/of een of meer gift(en), te weten een of meer geldbedrag(en) van in totaal 170.961,35 euro (AH-033), in elk geval enig(e) geldbedrag(en), heeft gedaan van die aard en/of onder zodanige omstandigheden dat [rechtspersoon 1] en/of haar mededader(s), redelijkerwijs moest(en) aannemen dat die [medeverdachte] deze belofte en/of gift(en) in strijd met de goede trouw zou/zal verzwijgen tegenover zijn werkgever en/of lastgever,
aan welke vorenomschreven verboden gedraging hij, verdachte, feitelijk leiding heeft gegeven;
Meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
Hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode vanaf 1 januari 2008 tot en met 31 juli 2012 (telkens) te Rotterdam en/of Apeldoorn en/of Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
[medeverdachte], als ambtenaar werkzaam zijnde bij [stichting] (hierna: [stichting]) (als voorzitter van het College van Bestuur), in elk geval in enig ambtelijke functie,
(telkens) een belofte, te weten de toezegging/instemming om een vast gedeelte/bedrag per gewerkt/te declareren uur bij [stichting] aan [medeverdachte] en/of zijn bedrij(f)(ven) te betalen,
en/of een of meer gift(en), te weten een of meer geldbedrag(en) van in totaal 170.961,35 euro (AH-033), in elk geval enig(e) geldbedrag(en), heeft gedaan zulks (telkens) met het oogmerk om die [medeverdachte] te bewegen in zijn bediening, in strijd met zijn plicht, iets te doen en/of na te laten en/of (telkens) ten gevolge en/of naar aanleiding van hetgeen door die [medeverdachte], in zijn bediening, in strijd met zijn plicht, is gedaan en/of nagelaten, te weten (onder meer):
(telkens) het anders dan om zakelijke redenen begunstigen van hem, verdachte, en/of [rechtspersoon 1] en/of het geven van een voorkeursbehandeling aan hem, verdachte, en/of [rechtspersoon 1] en/of het laten ontstaan en/of onderhouden van een zodanige relatie tussen die [medeverdachte] en hem, verdachte, en/of [rechtspersoon 1] dat die [medeverdachte],tegenover hem, verdachte, en/of [rechtspersoon 1] niet meer zo vrij en/of onbeïnvloed en/of onafhankelijk en/of objectief was/kon zijn bij het nemen van beslissingen in relatie tot hem, verdachte, en/of [rechtspersoon 1] als in het geval dat die [medeverdachte] die giften niet had aangenomen;
Meest subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[rechtspersoon 1] op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode vanaf 1 januari 2008 tot en met 31 juli 2012 (telkens) te Rotterdam en/of Apeldoorn en/of Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
[medeverdachte], als ambtenaar werkzaam zijnde bij [stichting] (hierna: [stichting]) (als voorzitter van het College van Bestuur), in elk geval in enig ambtelijke functie,
(telkens) een belofte, te weten de toezegging/instemming om een vast gedeelte/bedrag per gewerkt/te declareren uur bij [stichting] aan [medeverdachte] en/of zijn bedrij(f)(ven) te betalen,
en/of een of meer gift(en), te weten een of meer geldbedrag(en) van in totaal 170.961,35 euro (AH-033), in elk geval enig(e) geldbedrag(en), heeft gedaan zulks (telkens) met het oogmerk om die [medeverdachte] te bewegen in zijn bediening, in strijd met zijn plicht, iets te doen en/of na te laten en/of (telkens) ten gevolge en/of naar aanleiding van hetgeen door die [medeverdachte], in zijn bediening, in strijd met zijn plicht, is gedaan en/of nagelaten, te weten (onder meer):
(telkens) het anders dan om zakelijke redenen begunstigen van hem, verdachte, en/of [rechtspersoon 1] en/of het geven van een voorkeursbehandeling aan hem, verdachte, en/of [rechtspersoon 1] en/of het laten ontstaan en/of onderhouden van een zodanige relatie tussen die [medeverdachte] en hem, verdachte, en/of [rechtspersoon 1] dat die [medeverdachte], tegenover hem, verdachte, en/of [rechtspersoon 1] niet meer zo vrij en/of onbeïnvloed en/of onafhankelijk en/of objectief was/kon zijn bij het nemen van beslissingen in relatie tot hem, verdachte, en/of [rechtspersoon 1] als in het geval dat die [medeverdachte] die giften niet had aangenomen,
aan welke vorenomschreven verboden gedraging hij, verdachte, feitelijk leiding heeft gegeven;
Hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 1 maart 2008 tot en met 31 juli 2012, (telkens) te Apeldoorn en/of Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
(een) factu(u)r(en) (telkens) op naam van [rechtspersoon 2] gericht aan [rechtspersoon 1], waaronder:
1. een factuur d.d. 27 september 2008 (D-379) en/of
2. een factuur d.d. 22 januari 2009 (D-383) en/of
3. een factuur d.d. 29 januari 2010 (D-395) en/of
4. een factuur d.d. 31 januari 2011 (D-406) en/of
5. een factuur d.d. 9 april 2012 (D-419),
zijnde (telkens) een geschrift bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst en/of valselijk heeft doen opmaken en/of heeft doen vervalsen,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid op/in die factu(u)r(en) (onder meer) -zakelijk weergegeven- :
- vermeld en/of doen en/of laten vermelden en/of doen voorkomen dat door [rechtspersoon 2] en/of [medeverdachte] werkzaamheden en/of diensten (te weten: "advieswerkzaamheden") zijn verricht ten behoeve van/voor [rechtspersoon 1] en/of hem, verdachte, (terwijl in werkelijkheid die werkzaamheden en/of diensten niet, althans niet in zijn geheel, door [rechtspersoon 2] en/of [medeverdachte] zijn verricht ten behoeve van/voor [rechtspersoon 1] en/of verdachte, althans niet de werkzaamheden en/of diensten zijn verricht zoals omschreven op deze factu(u)r(en)), en/of
- ( een) factuurbedrag(en) vermeld en/of doen en/of laten vermelden dat/die in werkelijkheid geen, althans niet volledig, betrekking heeft/hebben op de in die factu(u)r(en) vermelde werkzaamheden en/of diensten,
zulks met het oogmerk om dit/deze geschrift(en) (telkens) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[rechtspersoon 1] op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 1 maart 2008 tot en met 31 juli 2012,(telkens) te Apeldoorn en/of Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
(een) factu(u)r(en) (telkens) op naam van [rechtspersoon 2] gericht aan [rechtspersoon 1], waaronder:
1. een factuur d.d. 27 september 2008 (D-379) en/of
2. een factuur d.d. 22 januari 2009 (D-383) en/of
3. een factuur d.d. 29 januari 2010 (D-395) en/of
4. een factuur d.d. 31 januari 2011 (D-406) en/of
5. een factuur d.d. 9 april 2012 (D-419),
zijnde (telkens) een geschrift bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst en/of valselijk heeft doen opmaken en/of heeft doen vervalsen,
immers heeft/hebben [rechtspersoon 1] en/of zijn mededader(s) (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid op/in die factu(u)r(en) (onder meer) -zakelijk weergegeven- :
- vermeld en/of doen en/of laten vermelden en/of doen voorkomen dat door [rechtspersoon 2] en/of [medeverdachte] werkzaamheden en/of diensten (te weten: "advieswerkzaamheden") zijn verricht ten behoeve van/voor [rechtspersoon 1] en/of hem, verdachte, (terwijl in werkelijkheid die werkzaamheden en/of diensten niet, althans niet in zijn geheel, door [rechtspersoon 2] en/of [medeverdachte] zijn verricht ten behoeve van/voor [rechtspersoon 1] en/of verdachte, althans niet de werkzaamheden en/of diensten zijn verricht zoals omschreven op deze factu(u)r(en)), en/of
- ( een) factuurbedrag(en) vermeld en/of doen en/of laten vermelden dat/die in werkelijkheid geen, althans niet volledig, betrekking heeft/hebben op de in die factu(u)r(en) vermelde werkzaamheden en/of diensten,
zulks met het oogmerk om dit/deze geschrift(en) (telkens) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken,
tot het plegen van welk bovenomschreven strafbare feit verdachte opdracht heeft gegeven, dan wel aan welk bovenomschreven gedraging verdachte feitelijke leiding heeft gegeven;
Hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 november 2007 tot en met 30 juni 2012, (telkens) te Rotterdam en/of Almere, althans in Nederland en/of China en/of Engeland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
(een) factu(u)r(en) (telkens) op naam van [rechtspersoon 1] gericht aan [stichting] Rotterdam (hierna: [stichting]), waaronder:
1. een factuur met factuurnummer [nummer 1] d.d. 30 september 2008 (D-202) en/of
2. een factuur met factuurnummer [nummer 2] d.d. 31 maart 2009 (D-206) en/of
3. een factuur met factuurnummer [nummer 3] d.d. 18 januari 2011 (D-222) en/of
4. een factuur met factuurnummer [nummer 4] d.d. 22 september 2011 (D-232)
zijnde (telkens) een geschrift bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst en/of valselijk heeft doen opmaken en/of heeft doen vervalsen,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid op/in die factu(u)r(en) (onder meer) -zakelijk weergegeven- vermeld en/of doen en/of laten vermelden dat hij, verdachte, en/of [rechtspersoon 1] ten behoeve van/voor [stichting] gedurende op die factu(u)r(en) vermelde uren en/of dagen werkzaamheden en/of diensten heeft/hebben verricht en/of reisbewegingen/reiskosten heeft/hebben gemaakt, (zulks terwijl in werkelijkheid deze werkzaamheden/diensten niet, althans niet geheel, door hem, verdachte, en/of [rechtspersoon 1] zijn verricht en/of deze reisbewegingen/reiskosten niet, althans niet geheel, door hem, verdachte, en/of [rechtspersoon 1] zijn gemaakt, althans niet de werkzaamheden en/of diensten zijn verricht en/of niet de reisbewegingen/reiskosten zijn gemaakt zoals omschreven op deze factu(u)r(en)),
zulks met het oogmerk om dit/deze geschrift(en) (telkens) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken,
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 november 2007 tot en met 30 juni 2012, (telkens) te Rotterdam en/of Almere, althans in Nederland en/of China en/of Engeland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van en/of opzettelijk heeft afgeleverd een of meerdere vals(e) factu(u)r(en), waaronder:
1. een factuur met factuurnummer [nummer 1] d.d. 30 september 2008 (D-202) en/of
2. een factuur met factuurnummer [nummer 2] d.d. 31 maart 2009 (D-206) en/of
3. een factuur met factuurnummer [nummer 3] d.d. 18 januari 2011 (D-222) en/of
4. een factuur met factuurnummer [nummer 4] d.d. 22 september 2011 (D-232),
zijnde (telkens) een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware het echt en onvervalst,
bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat in strijd met de waarheid (onder meer) -zakelijk weergegeven- is vermeld dat hij, verdachte, en/of [rechtspersoon 1] ten behoeve van/voor [stichting] gedurende op die factu(u)r(en) vermelde uren en/of dagen werkzaamheden en/of diensten heeft/hebben verricht en/of reisbewegingen/reiskosten heeft/hebben gemaakt, (zulks terwijl in werkelijkheid deze werkzaamheden/ en/of diensten niet, althans niet geheel, door hem, verdachte, en/of [rechtspersoon 1] zijn verricht en/of deze reisbewegingen/reiskosten niet, althans niet geheel, door hem, verdachte, en/of [rechtspersoon 1] zijn gemaakt, althans niet de werkzaamheden en/of diensten zijn verricht en/of niet de reisbewegingen/reiskosten zijn gemaakt zoals omschreven op deze factu(u)r(en)),
bestaande dat gebruikmaken hierin (onder meer) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), de genoemde factu(u)r(en) heeft/hebben verstrekt of doen toekomen aan [stichting], teneinde het op de factu(u)r(en) vermelde bedrag (op een rekening van [rechtspersoon 1]) te ontvangen, terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die factu(u)r(en) bestemd was/waren tot gebruik als ware deze geschriften (telkens) echt en onvervalst;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[rechtspersoon 1] op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 november 2007 tot en met 30 juni 2012, (telkens) te Rotterdam en/of Almere, althans in Nederland en/of China en/of Engeland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
(een) factu(u)r(en) (telkens) op naam van [rechtspersoon 1] gericht aan [stichting] Rotterdam (hierna: [stichting]), waaronder:
1. een factuur met factuurnummer [nummer 1] d.d. 30 september 2008 (D-202) en/of
2. een factuur met factuurnummer [nummer 2] d.d. 31 maart 2009 (D-206) en/of
3. een factuur met factuurnummer [nummer 3] d.d. 18 januari 2011 (D-222) en/of
4. een factuur met factuurnummer [nummer 4] d.d. 22 september 2011 (D-232),
zijnde (telkens) een geschrift bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst en/of valselijk heeft doen opmaken en/of heeft doen vervalsen,
immers heeft/hebben [rechtspersoon 1] en/of zijn mededader(s) (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid op/in die factu(u)r(en) (onder meer) -zakelijk weergegeven- vermeld en/of doen en/of laten vermelden dat hij, verdachte, en/of [rechtspersoon 1] ten behoeve van/voor [stichting] gedurende op die factu(u)r(en) vermelde uren en/of dagen werkzaamheden en/of diensten heeft/hebben verricht en/of reisbewegingen/reiskosten heeft/hebben gemaakt,
(terwijl in werkelijkheid deze werkzaamheden en/of diensten niet, althans niet geheel, door hem, verdachte, en/of [rechtspersoon 1] zijn verricht en/of deze reisbewegingen/reiskosten niet, althans niet geheel, door hem, verdachte, en/of [rechtspersoon 1] zijn gemaakt, althans niet de werkzaamheden en/of diensten zijn verricht en/of niet de reisbewegingen/reiskosten zijn gemaakt zoals omschreven op deze factu(u)r(en)),
zulks met het oogmerk om dit/deze geschrift(en) (telkens) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken,
tot het plegen van welk bovenomschreven strafbare feit verdachte opdracht heeft gegeven, dan wel aan welk bovenomschreven gedraging verdachte feitelijke leiding heeft gegeven,
[rechtspersoon 1] op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 november 2007 tot en met 30 juni 2012, (telkens) te Rotterdam en/of Almere, althans in Nederland en/of China en/of Engeland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van en/of opzettelijk heeft afgeleverd een of meerdere vals(e) factu(u)r(en), waaronder:
1. een factuur met factuurnummer [nummer 1] d.d. 30 september 2008 (D-202) en/of
2. een factuur met factuurnummer [nummer 2] d.d. 31 maart 2009 (D-206) en/of
3. een factuur met factuurnummer [nummer 3] d.d. 18 januari 2011 (D-222) en/of
4. een factuur met factuurnummer [nummer 4] d.d. 22 september 2011 (D-232),
zijnde (telkens) een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware het echt en onvervalst, bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat in strijd met de waarheid (onder meer) -zakelijk weergegeven- is vermeld dat hij, verdachte, en/of [rechtspersoon 1] ten behoeve van/voor [stichting] gedurende op die factu(u)r(en) vermelde uren en/of dagen werkzaamheden en/of diensten heeft/hebben verricht en/of reisbewegingen/reiskosten heeft/hebben gemaakt, (zulks terwijl in werkelijkheid deze werkzaamheden en/of diensten niet, althans niet geheel, door hem, verdachte, en/of [rechtspersoon 1] zijn verricht en/of deze reisbewegingen/reiskosten niet, althans niet geheel, door hem, verdachte, en/of [rechtspersoon 1] zijn gemaakt, althans niet de werkzaamheden en/of diensten zijn verricht en/of niet de reisbewegingen/reiskosten zijn gemaakt zoals omschreven op deze factu(u)r(en)),
bestaande dat gebruikmaken hierin (onder meer) dat [rechtspersoon 1] en/of haar mededader(s) de genoemde factu(u)r(en) heeft/hebben verstrekt of doen toekomen aan [stichting], teneinde het op de factu(u)r(en) vermelde bedrag (op een rekening van [rechtspersoon 1]) te ontvangen, terwijl [rechtspersoon 1] en/of haar mededader(s) (telkens) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die factu(u)r(en) bestemd was/waren tot gebruik als ware deze geschriften (telkens) echt en onvervalst,
tot het plegen van welk bovenomschreven strafbare feit verdachte opdracht heeft gegeven, dan wel aan welk bovenomschreven gedraging verdachte feitelijke leiding heeft gegeven;
4.
Hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juli 2007 tot en met 1 december 2007, (telkens) te Rotterdam en/of Almere en/of Bilthoven en/of Gemeente De Bilt, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
(een) factu(u)r(en) (telkens) op naam van [rechtspersoon 3] gericht aan [[school 1]], te weten:
1. een factuur met factuurnummer [nummer 5] d.d. 13 juli 2007 (D-285) en/of
2. een factuur met factuurnummer [nummer 6] d.d. 3 september 2007 (D-286) en/of
3. een factuur met factuurnummer [nummer 7] d.d. 5 oktober 2007 (D-287) en/of
4. een factuur met factuurnummer [nummer 8] d.d. 13 november 2007 (D-288)
en/of (een) bijbehorende urensta(a)t(en),
zijnde (telkens) een geschrift bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst en/of valselijk heeft doen opmaken en/of heeft doen vervalsen,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)(telkens) valselijk en in strijd met de waarheid op genoemde factu(u)r(en) en/of urensta(a)t(en) (onder meer) -zakelijk weergegeven-:
(telkens) vermeld en/of doen en/of laten vermelden, dat hij, verdachte, (namens [rechtspersoon 3]) werkzaamheden en/of diensten heeft verricht voor/ten behoeve van [[school 1]], gedurende op die factu(u)r(en) en/of urensta(a)t(en) vermelde uren en/of tegen de/het op die factu(u)r(en) vermelde uurtarie(f)(ven),
(zulks terwijl in werkelijkheid hij, verdachte, minder (declarabele) uren heeft gewerkt en/of deze werkzaamheden en/of diensten tegen (een) lager(e) uurtarie(f)(ven) heeft verricht dan op die factu(u)r(en) en/of urensta(a)t(en) is/zijn vermeld, althans geen werkzaamheden en/of diensten zijn verricht voor het aantal uren en/of tegen de bedrag(en) zoals omschreven op deze factu(u)r(en) en/of urensta(a)t(en)),
zulks met het oogmerk om dit/deze geschrift(en) (telkens) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken,
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juli 2007 tot en met 1 december 2007, (telkens) te Rotterdam en/of Almere en/of Bilthoven en/of Gemeente De Bilt, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van en/of opzettelijk heeft afgeleverd een of meerdere vals(e) of vervalst(e) factu(u)r(en), te weten:
1. een factuur met factuurnummer [nummer 5] d.d. 13 juli 2007 (D-285) en/of
2. een factuur met factuurnummer [nummer 6] d.d. 3 september 2007 (D-286) en/of
3. een factuur met factuurnummer [nummer 7] d.d. 5 oktober 2007 (D-287) en/of
4. een factuur met factuurnummer [nummer 8] d.d. 13 november 2007 (D-288)
en/of (een) bijbehorende urensta(a)t(en),
zijnde (telkens) een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware het echt en onvervalst,
bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat in strijd met de waarheid (onder meer) -zakelijk weergegeven- is vermeld dat hij, verdachte, (namens [rechtspersoon 3]) werkzaamheden en/of diensten heeft verricht voor/ten behoeve van [[school 1]], gedurende op die factu(u)r(en) en/of urensta(a)t(en) vermelde uren en/of tegen de/het op die factu(u)r(en) vermelde uurtarie(f)(ven), (zulks terwijl in werkelijkheid hij, verdachte, minder (declarabele) uren heeft gewerkt en/of deze werkzaamheden en/of diensten tegen (een) lager(e) uurtarie(f)(ven) heeft verricht dan op die factu(u)r(en) en/of urensta(a)t(en) is/zijn vermeld, althans geen werkzaamheden en/of diensten zijn verricht voor het aantal uren en/of tegen de bedrag(en) zoals omschreven op deze factu(u)r(en) en/of urensta(a)t(en)),
bestaande dat gebruikmaken hierin (onder meer) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), de genoemde factu(u)r(en) en/of urensta(a)t(en) heeft/hebben verstrekt of doen toekomen aan [[school 1]], teneinde het op de factu(u)r(en) vermelde bedrag (op een rekening van [rechtspersoon 3]) te ontvangen, terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die factu(u)r(en) bestemd was/waren tot gebruik als ware deze geschriften (telkens) echt en onvervalst.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1 primair, onder 2 primair, onder 3 primair eerste en tweede cumulatief/alternatief en het onder 4 eerste en tweede cumulatief/alternatief tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd voor de duur van 2 jaren.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
De raadsman van de verdachte heeft zich ter terechtzitting op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten.
Hij heeft daartoe, overeenkomstig zijn pleitnotities, in de kern het volgende aangevoerd.
Voor wat betreft het onder 1 tenlastegelegde: De betalingen van de verdachte aan de medeverdachte [medeverdachte] waren niet gericht op het verkrijgen van opdrachten, maar waren gedaan naar aanleiding van advieswerkzaamheden die [medeverdachte] voor de verdachte verrichte. De betalingsafspraak is bij zijn weten door [medeverdachte] niet verzwegen tegenover derden, waar onder de raad van toezicht en het college van bestuur van het [stichting].
Voor wat betreft het onder 2 tenlastegelegde: Er was sprake van een adviesrelatie tussen [medeverdachte] en de verdachte welke redengevend is geweest voor de betalingen, waardoor de inhoud van de facturen niet vals is. Van intellectuele valsheid is geen sprake.
Voor wat betreft het onder 3 tenlastegelegde: Er is niet meer gefactureerd dan dat er aan werk is geleverd. De onjuistheden in de facturen ten aanzien van de uren, dagen en reisbewegingen zijn slordigheden, maar geenszins opzettelijk vals gefactureerd.
Voor wat betreft het onder 4 tenlastegelegde: De verdachte had geen opzet op de valsheid van de facturen, en evenmin opzet op het medeplegen van het vervalsen van geschriften dan wel van het valselijk opmaken van geschriften.
Op grond van het verhandelde ter terechtzitting gaat het hof uit van de volgende feiten en omstandigheden.
In periode vanaf medio 2007 tot en met eind 2012 heeft de verdachte diverse werkzaamheden verricht voor de [stichting] ([stichting]). De medeverdachte [medeverdachte] is vanaf januari 2004 tot juni 2012 voorzitter van het College van Bestuur (CvB) geweest bij het [stichting].
Vanaf 1 juni 2007 tot juni 2012 is aan het [stichting] een totaalbedrag van € 668.133,40 in rekening gebracht door de vennootschap onder firma van de verdachte en zijn echtgenote genaamd ‘[rechtspersoon 1]’ ([rechtspersoon 1]). In de periode van 31 juli 2008 tot en met 11 juni 2012 maakte [rechtspersoon 1] geldbedragen over aan [rechtspersoon 2], de onderneming van [medeverdachte]. Dit betroffen geldbedragen van in totaal € 170.544,85 die werden overgemaakt op de privérekening van [medeverdachte]. De betalingen zijn telkens verricht op grond van facturen verstrekt via zijn onderneming [rechtspersoon 2]
De verdachte en zijn medeverdachte hebben (telkens) verklaard dat de bedragen zijn overgemaakt uit hoofde van een betalingsafspraak tussen beide. Deze afspraak had mede betrekking op de adviserende werkzaamheden die [medeverdachte] voor de verdachte eerder onbezoldigd had verricht, in de periode nadat verdachte rector werd op het [school 2] ([school 2]) in 2000. Toen in 2008 aan de orde kwam dat [medeverdachte] in financiële problemen verkeerde, wilde de verdachte hem financieel ondersteunen gezien het advies en de ondersteuning die [medeverdachte] hem jarenlang had geboden. Hij heeft samen met zijn echtgenote en in overleg met de accountant gekeken hoe zij deze steun konden vormgeven. Na een inschatting van de tijd die [medeverdachte] hem ondersteuning en advies bood kwamen zij uit op de betalingsregeling inhoudende dat van [verdachte] 25% van zijn verdiensten zou doen toekomen aan [medeverdachte].
Ten aanzien van het onder 1 en 2 tenlastegelegde overweegt het hof als volgt.
Voor een bewezenverklaring van het onder 1 tenlastegelegde moet worden vastgesteld dat de verdachte aan [medeverdachte] het geldbedrag heeft betaald teneinde hem werkzaamheden te gunnen binnen het [stichting]; er moet anders gezegd een causaal verband bestaan tussen opdrachtverleningen aan de verdachte binnen het [stichting] en betalingen van de geldbedragen aan medeverdachte [medeverdachte].
Het hof heeft op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting niet de overtuiging bekomen dat bedragen betaald zijn met de bedoeling medeverdachte [medeverdachte] om te kopen. De door de verdachte aan [medeverdachte] betaalde bedragen staan niet ter discussie, maar uit het dossier komt niet het beeld naar voren dat deze betalingen zijn verricht met het oogmerk bepaalde opdrachten te verkrijgen. De grondslag voor de betalingen is gelegen in de adviesrelatie tussen [medeverdachte] en de verdachte en heeft niet ten doel om werk te bemachtigen voor de verdachte binnen [stichting].
Het hof neemt daarbij het volgende in aanmerking. Voordat de verdachte begon met de betalingen aan [medeverdachte] in maart 2008, verrichtte hij al gedurende langere tijd werkzaamheden binnen het [stichting], namelijk sinds januari 2007. Ook nadat [medeverdachte] vanaf juni 2012 niet langer werkzaam was voor het [STICHTING] en derhalve geen invloed meer kon uitoefenen binnen de organisatie, bleven de betalingen aan [medeverdachte] doorgaan tot januari 2013. Daarnaast was [medeverdachte] niet degene die bij het [stichting] de beslissingen nam over het inzetten van de verdachte. Aanstellingsprocedures verliepen in onderling overleg met [getuige 1] en [getuige 2] en in overleg met de vestigingsdirecteuren. De aanstelling van de verdachte is bovendien op gezamenlijk initiatief van het CvB gebeurd. Het voor een bewezenverklaring van omkoping vereiste causale verband tussen de betaling en de opdracht, ontbreekt derhalve.
Voorts bevat het dossier geenszins aanwijzingen dat de onderlinge betalingsafspraak, noch de betalingen zelf, heimelijk plaatsvonden. Op 20 april 2008, kort nadat de verdachte begon met de betalingen, werd door de verdachte in een e-mailbericht aan [getuige 2] de betalingsafspraak tussen hem en [medeverdachte] vermeld: ‘
Dit is afgezien van mijn eigen afspraak met [medeverdachte]: in dat geval zou er nog een kwart afgaan (…)’.).
Daarnaast geeft het dossier, ondanks het ontbreken van enige verslaglegging over de afspraken, blijk van het bestaan van een adviesrelatie tussen de verdachte en [medeverdachte]. Dat blijkt onder andere uit diverse
e-mailberichten en verklaringen van [getuige 3], [getuige 4], [getuige 5] en [getuige 6].
Onder deze omstandigheden kan niet worden vastgesteld dat het niet anders kan zijn dan dat de betaling door verdachte aan [medeverdachte] een betaling is geweest met het doel daar iets voor terug te krijgen, zodat geen sprake is van het voor actieve omkoping vereiste oogmerk. De verdachte dient daarom ten aanzien van het onder feit 1 tenlastegelegde te worden vrijgesproken.
De bewezenverklaring van feit 2 houdt direct verband met de bewezenverklaring van feit 1. Nu vaststaat dat de bedragen zijn betaald naar aanleiding van door [medeverdachte] verrichte advieswerkzaamheden, is geen sprake van valsheid in de daartoe opgestelde facturen. Dat op de facturen staat vermeld ‘advies werkzaamheden in de maand september 2008’, ‘januari 2009’, ‘januari 2010’ en ‘januari 2011’ terwijl het mede ziet op advisering in eerdere jaren doet daar niet aan af. De vermelde maanden corresponderen immers met de maand waarin is gefactureerd. Ook ten aanzien van feit 2, de valsheid in geschrifte, dient de verdachte te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van onder 3 en 4 tenlastegelegde overweegt het hof het volgende.
Ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde wordt de verdachte valsheid in facturen verweten omdat de gefactureerde uren/dagen en reisbewegingen/reiskosten niet overeenkomen met de daadwerkelijk gemaakte uren en reizen. Ten aanzien van het onder 4 tenlastegelegde wordt de verdachte valsheid in facturen verweten omdat de gedeclareerde uren niet, minder of geenszins door de verdachte zouden zijn gewerkt.
Het hof ziet onvoldoende aanwijzingen dat de verdachte de facturen opzettelijk valselijk heeft opgemaakt dan wel van valse facturen gebruik heeft gemaakt. De verdachte heeft altijd veel gewerkt en dus ook veel uren gemaakt. Deze hoge arbeidsethos komt in het dossier duidelijk naar voren. Zo blijkt niet alleen dat de verdachte geregeld in het weekend en tijdens vakanties/ feestdagen werkte en dagelijks veel uren maakte, maar ook dat iedereen altijd heel tevreden was over het door de verdachte uitgevoerde werk. Ondanks de slordigheden in de facturen acht het hof aannemelijk dat de verdachte niet meer uren heeft gefactureerd dan de feitelijk door hem gewerkte uren. Voor zover de verdachte incidenteel te veel reiskosten heeft gefactureerd acht het hof aannemelijk dat dit abusievelijk is gebeurd. De slordigheden zijn onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen van het vereiste opzet op de valsheid.
Gelet op het hiervoor overwogene is naar het oordeel van het hof niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte is tenlastegelegd, zodat de verdachte van alle feiten behoort te worden vrijgesproken.