ECLI:NL:GHDHA:2023:2881
Gerechtshof Den Haag
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verzoek voorlopige hechtenis
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 21 september 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die gedetineerd is in de PI Krimpen aan den IJssel. De rechtbank Rotterdam had eerder op 10 augustus 2023 het verzoek van de verdachte om opheffing van de voorlopige hechtenis afgewezen. De verdachte heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. Tijdens de behandeling in raadkamer zijn de verdachte, zijn advocaat mr. J.W. Vedder en de advocaat-generaal mr. M.W. Hemelaar gehoord. De verdediging betoogde dat de termijn van 30 dagen voor de behandeling van het hoger beroep was verstreken, waardoor het appel geen 'effective remedy' meer zou zijn volgens het EVRM. Het hof stelde echter vast dat er geen wettelijke termijn is voor de behandeling van dergelijke appellen en dat het hof streeft naar een spoedige behandeling. Het hof betreurde de vertraging, maar zag geen reden om de voorlopige hechtenis op te heffen.
Daarnaast werd door de verdediging aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis had afgewezen, omdat er geen ernstige bezwaren zouden zijn. Het hof oordeelde echter dat er wel degelijk ernstige bezwaren aanwezig zijn, onder andere op basis van de aangiftes van de aangeefsters. Ook de gronden voor voorlopige hechtenis, zoals herhalingsgevaar, bleven van kracht.
Ten slotte werd er in raadkamer verzocht om schorsing van de voorlopige hechtenis, waarbij de verdachte zijn gezondheid en de financiële ondersteuning van zijn gezin als argumenten aanvoerde. Het hof overwoog echter dat de geschokte rechtsorde zich niet verdraagt met schorsing van de voorlopige hechtenis, tenzij er uitzonderlijk zwaarwegende belangen zijn. Het hof concludeerde dat het belang van de strafvordering zwaarder weegt dan de belangen van de verdachte bij schorsing. De beslissing van het hof was om het hoger beroep en het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis af te wijzen.