[naam verdachte],
geboren te Kirkuk (Irak) op [datum],
adres: [adres].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 tenlastegelegde veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete ter hoogte van € 200,00 subsidiair 4 dagen hechtenis met een proeftijd van 1 jaar.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij, op of omstreeks 23 oktober 2021 te Zoetermeer, althans in Nederland opzettelijk meerdere ambtenaren, te weten [opsporingsambtenaar 1] (hoofdagent bij politie Eenheid Den Haag) en [opsporingsambtenaar 2] (agent bij politie Eenheid Den Haag), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in het openbaar, schriftelijk, via instagram, heeft beledigd, door hen de woorden toe te voegen:
- “ Je vergeet erbij te zetten dat ik jarig ben zielige aandachtszoekers en dat jullie me verjaardag hebben verpest omdat jullie geen echte criminelen kunnen aanpakken want daar hebben jullie de skilss niet voor en mocht hem lekker om 9uur in de ochtend weer ophalen dus jullie missie is mislukt jammer jongens wie het laatst lacht lacht het best en ga je werk doen ipv aandacht zoeken.”, en/of
- “ Kijk mijn volgers en kijk dan jou salaris.”, en/of
- “ Zielige agenten dag is mijn lambo die lambo ga je nooit rijden alleen met je pakje aan jullie gaan nooit wat bereiken. Zoeligersoldaten me 5 uur in de ochtend naar huis laten lopen doe dat lekker met je eigen kinderen vieze haters agenten in Rotterdam zijn ver beter dan jullie jullie hebben echt niks te doen.”,
althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
2.
hij, op of omstreeks 23 oktober 2021 te Zoetermeer, althans in Nederland opzettelijk meerdere ambtenaren, te weten [opsporingsambtenaar 1] (hoofdagent bij politie Eenheid Den Haag) en [opsporingsambtenaar 2] (agent bij politie Eenheid Den Haag), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in het openbaar, via tiktok, heeft beledigd, door hen de woorden toe te voegen:
- “ Dit is voor de kankerjoden uit Zoetermeer.”
althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 zal worden veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete ter hoogte van € 200,00 met een proeftijd van 1 jaar.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij
,op
of omstreeks23 oktober 2021 te Zoetermeer
,althans in Nederland, opzettelijk meerdere ambtenaren, te weten [opsporingsambtenaar 1] (hoofdagent bij politie Eenheid Den Haag) en [opsporingsambtenaar 2] (agent bij politie Eenheid Den Haag), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in het openbaar, schriftelijk, via
Instagram, heeft beledigd, door hen de woorden toe te voegen:
- “ Je vergeet erbij te zetten dat ik jarig ben zielige aandachtszoekers en dat jullie me verjaardag hebben verpest omdat jullie geen echte criminelen kunnen aanpakken want daar hebben jullie de skilss niet voor en mocht hem lekker om 9uur in de ochtend weer ophalen dus jullie missie is mislukt jammer jongens wie het laatst lacht lacht het best en ga je werk doen ipv aandacht zoeken.”, en
/of
- “ Kijk mijn volgers en kijk dan jou salaris.”, en
/of
- “ Zielige agenten dag is mijn lambo die lambo ga je nooit rijden alleen met je pakje aan jullie gaan nooit wat bereiken. Zoeligersoldaten me 5 uur in de ochtend naar huis laten lopen doe dat lekker met je eigen kinderen vieze haters agenten in Rotterdam zijn ver beter dan jullie jullie hebben echt niks te doen.”
,
althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
2.
hij
,op
of omstreeks23 oktober 2021 te Zoetermeer, althans in Nederland
,opzettelijk meerdere ambtenaren, te weten [opsporingsambtenaar 1] (hoofdagent bij politie Eenheid Den Haag) en [opsporingsambtenaar 2] (agent bij politie Eenheid Den Haag), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in het openbaar, via
Tik
Tok, heeft beledigd, door hen de woorden toe te voegen:
- “ Dit is voor de kankerjoden uit Zoetermeer.”
althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1 en 2 tenlastegelegde. De raadsman heeft daartoe, op gronden zoals weergegeven in zijn overgelegde pleitaantekeningen, aangevoerd dat de gedane uitingen niet te kwalificeren zijn als een belediging. Ook zijn de uitlatingen niet gericht tegen bepaalde personen, nu hierin geen namen of beschrijvingen van bepaalde personen vermeld worden. Tot slot is volgens de raadsman geen sprake van (voorwaardelijk) opzet op belediging. De inhoud van de berichten betreft immers slechts ‘een verzuchting’.
Het hof overweegt als volgt.
Een uitlating moet als beledigend worden beschouwd, indien zij de strekking heeft een ander aan te randen in zijn eer en/of goede naam. Het hof is van oordeel dat de onder 1 tenlastegelegde en bewezenverklaarde uitlatingen in de onderhavige context, zoals daarvan blijkt uit het dossier, slechts kunnen worden uitgelegd als uitlatingen die – vanwege hun zowel denigrerende als negatieve lading – de strekking hebben de bij de staandehouding van de verdachte en de inbeslagname van de gehuurde Lamborghini betrokken politiefunctionarissen bij het publiek in een ongunstig daglicht te stellen en hen in hun eer en goede naam aan te randen. Voorts is de uitlating “kankerjoden”, zoals onder 2 tenlastegelegd en bewezenverklaard, naar algemeen spraakgebruik een scheldwoord en heeft mitsdien op zichzelf genomen een beledigend karakter. Ook gelet op de inhoud van het dossier kunnen de uitlatingen van de verdachte naar het oordeel van het hof in de onderhavige situatie niet anders dan beledigend zijn bedoeld.
Van bijzondere omstandigheden die het beledigend karakter aan de uitlatingen kunnen ontnemen, is het hof niet gebleken.
Het voorgaande in aanmerking nemend kan het niet anders zijn dan dat de verdachte – ook gelet op hetgeen aan het doen van de uitlatingen is voorafgegaan - op zijn minst bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de uitlatingen door de politiefunctionarissen als gericht tegen hen en als beledigend zouden worden ervaren.
Het hof verwerpt de verweren en acht het onder 1 en 2 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 18 augustus 2023, dat blanco is (afgezien van het onderhavige feit)
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de belediging van twee politieagenten. Dit feit rechtvaardigt in beginsel oplegging van een straf.
Het hof is evenwel van oordeel dat er redenen zijn om te bepalen dat aan de verdachte thans geen straf of maatregel zal worden opgelegd, gelet op de omstandigheden waaronder de bewezenverklaarde feiten zijn begaan, meer in het bijzonder het feit dat de politiefunctionarissen bepaald niet de-escalerend hebben opgetreden. De verdachte is in de vroege ochtend van de weg gehaald, en de Lamborghini waarin hij reed (door zijn vader voor hem gehuurd voor 24 uur bij wijze van verjaarscadeau) werd in beslag genomen. Hij kon die auto, mits hij de juiste papieren, te weten het huurcontract, kon tonen, om 9.00 uur ’s ochtends ophalen. Dat heeft de verdachte ook gedaan. Op de sociale mediakanalen van de politie is,
nadatde verdachte de gehuurde Lamborghini weer opgehaald had, een foto geplaatst van het in beslaggenomen voertuig. Bij de politiefunctionarissen was derhalve op het moment van het plaatsen van die foto en van andere berichten reeds bekend dat het voertuig rechtmatig gehuurd was. De berichtgeving insinueerde echter dat het voertuig in verband gebracht kon worden met criminele activiteiten. Vervolgens is de berichtgeving vanuit de politie-eenheid ook niet gerectificeerd. Het hof acht aannemelijk dat de verdachte en zijn familie door deze door de politie gecreëerde beeldvorming hinder hebben ondervonden. Het voorgaande rechtvaardigt het handelen van de verdachte niet, maar weegt mee bij het bepalen van de sanctie. Gelet op de genoemde omstandigheden zal het hof toepassing gegeven aan het bepaalde in artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 9a, 57, 266 en 267 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.