ECLI:NL:GHDHA:2023:2853
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Voorlopige partneralimentatie in internationale echtscheiding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 2 augustus 2023 een beschikking gegeven in het kader van een hoger beroep betreffende voorlopige partneralimentatie in een internationale echtscheiding. De vrouw, verzoekster in het principaal hoger beroep, heeft verzocht om een voorlopige voorziening voor een bijdrage in haar levensonderhoud, aangezien de man, verweerder in het principaal hoger beroep, tot het vertrek van de vrouw uit de echtelijke woning op 21 juni 2022 de woonlasten van de vrouw heeft betaald. De vrouw heeft haar behoefte aan een bijdrage onderbouwd met haar woonlasten, die in totaal € 1.222,- per maand bedragen. De man heeft verweer gevoerd en verzocht om de vrouw niet-ontvankelijk te verklaren, onder andere omdat de vrouw haar behoefte niet zou hebben onderbouwd met een behoeftelijst.
Het hof heeft overwogen dat het karakter van een voorlopige voorziening een tijdelijke beslissing is en dat het hof geen aanleiding ziet om de behoefte van de vrouw nader te onderzoeken. Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw recht heeft op een voorlopige bijdrage in haar levensonderhoud, die is vastgesteld op € 791,- bruto per maand, met ingang van 22 november 2022. De beslissing is genomen op basis van de draagkracht van de man, die is berekend aan de hand van zijn netto besteedbaar inkomen. Het hof heeft ook rekening gehouden met de onderhoudsverplichting van de man voor zijn kind uit een nieuwe relatie. De beschikking is uitgesproken in het openbaar, waarbij de rechters en de griffier aanwezig waren.