Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
in ofomstreeks 4 februari 2023 tot en met
of meerander
en, althans alleen, wederrechtelijk heeft verbleven op een in een haven, gelegen besloten plaats voor distributie, opslag
en/of overslag van goederen, te weten [locatie op bedrijventerrein].
in detentie in het buitenland ingevolge een Nederlands verzoek om uitlevering of om overlevering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf geheel in mindering zal worden gebracht. Indien hij dit bevel geeft terzake van een taakstraf, bepaalt hij in zijn uitspraak volgens welke maatstaf de aftrek zal geschieden. Het vorenstaande blijft buiten toepassing voor zover die tijd reeds met toepassing van artikel 68, eerste lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering in mindering is gebracht op een andere vrijheidsstraf die de veroordeelde heeft ondergaan.” (cursivering door hof).
een verzoek om aanhouding en overleveringvan de verdachte, verblijvende: [adres 2], met het oog op strafvervolging of tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of tot een vrijheidsbeneming strekkende maatregel; * een proces-verbaal van aanhouding verdachte, nr. PL1700-2023045585-5, op ambtsbelofte opgemaakt en gesloten op 20 februari 2023,
niet ondertekend, inhoudende als verklaring van verbalisant – zakelijk weergegeven – dat door hem, op 20 februari 2023 om 15:45 uur, op de locatie [straatnaam] [plaatsnaam], de verdachte werd aangehouden; * een brief d.d. 20 februari 2023, ondertekend door de officier van justitie te Rotterdam, aan de Procureur des Konings te Antwerpen, inhoudende – voor zover hier van belang –
“Ik vernam van u dat [verdachte] is aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij het uithalen van drugs in de Antwerpse haven [locatie op bedrijventerrein]. Wij spraken af dat u zou onderzoeken of [verdachte] kan worden overgedragen aan de Nederlandse Justitie. Onze IRC-afdeling vraagt om problemen te voorkomen, of u bij de onderzoeksrechter aan [verdachte] wilt vragen of hij instemt met feitelijke overdracht naar Nederland. Het strafonderzoek naar het uithalen zal ik overnemen.”
- dat in de onderhavige zaak enig stuk van de bevoegde Belgische autoriteit aangaande het verzoek tot overlevering(en overname van de strafvervolging) ontbreekt, alsmede de mededeling van de Belgische onderzoeksrechter dat de verdachte instemt met de feitelijke overdracht aan Nederland, zodat sprake is van een onvoldragen ‘verzoek tot overdracht’ als bedoeld in artikel 27 Sr;
- dat geenszins vaststaat dat de door de verdachte doorgebrachte periode in ‘civiele ophouding’ uitsluitend ziet op het tenlastegelegde nu op de beschikking van de jeugdrechter als gronden daarvoor tevens zijn vermeld: A. invoer, uitvoer en vervoer van middelen zonder vergunning met verzwarende omstandigheden (verdovende middelen/psychotrope stoffen) en B. deel uitmaken van een criminele organisatie.
BESLISSING
60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
30 (dertig) dagenjeugddetentie.
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dat noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
leerproject, te weten Tools4U,voor de duur van
10 (tien) dagenjeugddetentie.