ECLI:NL:GHDHA:2023:2803

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
30 november 2023
Publicatiedatum
3 april 2024
Zaaknummer
2200138623
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Jeugdzaak betreffende Belgische civiele ophouding en jeugddetentie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 30 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], was eerder veroordeeld tot een jeugddetentie van 19 dagen en een leerstraf van 20 uren, subsidiair 10 dagen jeugddetentie, vanwege wederrechtelijk verblijf op een besloten plaats in de haven van Beveren, België. De advocaat-generaal had in hoger beroep gevorderd dat het vonnis zou worden vernietigd en dat de verdachte opnieuw zou worden veroordeeld tot jeugddetentie en een voorwaardelijke werkstraf. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en vastgesteld dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, maar heeft geoordeeld dat de Belgische 'civiele ophouding' niet in aanmerking komt voor aftrek van de jeugddetentie, omdat deze niet is voortgekomen uit een Nederlands verzoek om overlevering. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf bestaande uit een werkstraf van 60 uren en een leerstraf van 20 uren, met bijzondere voorwaarden waaronder een meldplicht bij de Jeugdreclassering. De beslissing is genomen na zorgvuldige afweging van de feiten, omstandigheden en de persoonlijke situatie van de verdachte, waarbij het hof rekening heeft gehouden met het lage recidiverisico en de positieve ontwikkelingen in het leven van de verdachte.

Uitspraak

Rolnummer: 22-001386-23
Parketnummer: 10-045664-23
Datum uitspraak: 30 november 2023
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Rotterdam van 26 april 2023 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] [geboortedatum], adres: [adres 1].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het tenlastegelegde veroordeeld tot een jeugddetentie voor de duur van 19 dagen met aftrek van voorarrest, alsmede tot een leerstraf Tools4U Regulier voor de duur van 20 uren, subsidiair 10 dagen jeugddetentie. Voorts is de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke werkstraf voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen jeugddetentie, met bijzondere voorwaarden als vermeld in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij, in of omstreeks 4 februari 2023 tot en met
5 februari 2023 te Beveren te België, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, wederrechtelijk heeft verbleven op een in een haven, gelegen besloten plaats voor distributie, opslag en/of overslag van goederen, te weten [locatie op bedrijventerrein].
Rechtsmacht
De Nederlandse strafwet is op grond van artikel 7 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) op de verdachte van toepassing nu het in België gepleegde, tenlastegelegde feit in artikel 138aa Sr als misdrijf strafbaar is gesteld en daarop, blijkens de stukken in het dossier, op grond van artikel 546/1 van het Belgisch Strafwetboek in samenhang met artikel 2.5.2.2, ten 3 en 4 van het Belgisch Scheepvaartwetboek, straf is gesteld.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een jeugddetentie voor de duur van 19 dagen met aftrek van voorarrest (inclusief “civiele jeugdophouding” in België) en een leerstraf Tools4U voor de duur van
20 uren, subsidiair 10 dagen jeugddetentie. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een voorwaardelijke werkstraf voor de duur van 30 uren, subsidiair 15 dagen jeugddetentie, met een proeftijd van 1 jaar en met oplegging van de bijzondere voorwaarde meldplicht bij de jeugdreclassering.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij,
in ofomstreeks 4 februari 2023 tot en met
5 februari 2023 te Beveren te België, tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen, wederrechtelijk heeft verbleven op een in een haven, gelegen besloten plaats voor distributie, opslag
en/of overslag van goederen, te weten [locatie op bedrijventerrein].
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Wederrechtelijk verblijven op een in een haven gelegen besloten plaats voor distributie, opslag of overslag van goederen, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte
is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft samen met een ander wederrechtelijk verbleven op een in een haven in Antwerpen gelegen containerterminal, een besloten plaats voor distributie, opslag en/of overslag van goederen. Dit is een feit dat veel hinder en schade veroorzaakt bij de havenbedrijven. Zo komen werkzaamheden stil te liggen en moeten veel investeringen worden gedaan om deze terreinen te beveiligen. Ook is het een schending van de openbare orde.
Dit soort delicten wordt in de regel in georganiseerd verband gepleegd; er is veel geld mee te verdienen. Dit blijkt ook uit de verklaring van de verdachte: een hem, niet bekende man had hem en zijn vriend aangesproken en hen ieder € 25.000,- geboden om een container op het haventerrein te openen. Daarvan is het niet gekomen, maar het hof is van oordeel dat de verdachte hiermee grote risico’s heeft genomen; eenmaal in handen van de georganiseerde misdaad is het moeilijk zich aan die wereld te onttrekken.
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d.
2 november 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van een soortgelijk strafbaar feit.
Uit het rapport van de Jeugdreclassering van 28 september 2023 komt onder meer naar voren dat de verdachte in september 2023 is gestart met de [opleiding]
aan het [opleidingsinstantie]. Hij gaat vijf dagen per week naar school, traint drie avonden per week voetbal en speelt op zaterdag wedstrijden.
Het algemeen recidive risico is laag. Er worden beschermende factoren gezien binnen de domeinen gezin, school, vrije tijd/werk en houding. Risicofactoren worden vooral gezien binnen de domeinen vaardigheden en relaties. Verdachte heeft een wat naïeve houding en kan impulsief handelen, waarbij hij de gevolgen niet direct overziet.
Geadviseerd wordt een leerstraf Tools4U en een voorwaardelijke werkstraf op te leggen, waarbij als bijzondere voorwaarde wordt bepaald dat verdachte zich zal melden bij de Jeugdreclassering.
Ter terechtzitting heeft de verdachte nog verklaard dat hij bij [voetbalclub] inmiddels is aangenomen in het voetbalteam [X] en dat hij binnenkort stage gaat lopen, die inhoudt dat hij op een andere voetbalclub, jonge kinderen gaat trainen.
Voorarrest
De advocaat-generaal heeft ter zitting gerequireerd tot
– onder meer – de oplegging van jeugddetentie voor de duur van 19 dagen met aftrek van de tijd die de verdachte in België ‘vast heeft gezeten’.
Mede ten behoeve van een correcte executie van een eventueel op te leggen straf door het hof, verzoekt de advocaat-generaal het hof daarop een gemotiveerde en met data gedetailleerde beslissing te geven.
De advocaat-generaal heeft ter zitting daarbij aangegeven dat de verdachte, nadat bekend was geworden dat hij door de scheepvaartpolitie te Beveren was aangehouden en gearresteerd en op grond van het Belgische recht, in ‘civiele ophouding’ was genomen, zo snel als mogelijk door de officier van justitie is ‘opgehaald’ en naar Nederland gebracht op grond van een afspraak met de Belgische justitie/politie.
Het hof stelt voorop dat ingevolge artikel 77i van het Wetboek van Strafrecht (Sr), artikel 27 van het Wetboek van Strafvordering (Sr) van overeenkomstig toepassing is bij veroordeling tot jeugddetentie.
Artikel 27 Sr houdt - voor zover hier thans van belang –
in het eerste lid in:
Bij het opleggen van tijdelijke gevangenisstraf, hechtenis of taakstraf beveelt de rechter, dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van de uitspraak in verzekering, in voorlopige hechtenis, in gijzeling ingevolge artikel 578b van het Wetboek van Strafvordering, in een psychiatrisch ziekenhuis of een inrichting voor klinische observatie bestemd ingevolge een bevel tot observatie of
in detentie in het buitenland ingevolge een Nederlands verzoek om uitlevering of om overlevering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf geheel in mindering zal worden gebracht. Indien hij dit bevel geeft terzake van een taakstraf, bepaalt hij in zijn uitspraak volgens welke maatstaf de aftrek zal geschieden. Het vorenstaande blijft buiten toepassing voor zover die tijd reeds met toepassing van artikel 68, eerste lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering in mindering is gebracht op een andere vrijheidsstraf die de veroordeelde heeft ondergaan.” (cursivering door hof).
Het hof overweegt als volgt.
Blijkens de stukken in het dossier is de verdachte net na middernacht van 4 op 5 februari 2023 door de scheepvaartpolitie te Beveren en vervolgens gearresteerd en opgesloten.
In het dossier bevinden zich verder de volgende stukken:
* proces-verbaal van aanhouding van de [Scheepvaartpolitie], d.d. 5 februari 2023;
* Beschikking d.d. 6 februari 2023 Maatregel naar aanleiding van de mogelijke betrokkenheid bij een jeugddelict, van de [Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen], waarin de jeugdrechter heeft beslist dat de minderjarige verdachte vanaf 6 februari 2023 tot en met 20 februari 2023 toevertrouwd wordt voor Kort Verblijf aan de [gemeenschapsinstelling] en waarin het bevel wordt gegeven de voorlopige tenuitvoerlegging van de beschikking en het Openbaar Ministerie gelast met de onmiddellijke uitvoering daarvan;
* pro Justitia navolgend proces-verbaal van de Federale gerechtelijke politie Provincie Antwerpen d.d. 7 februari 2023;
* pro Justitia navolgend proces-verbaal van de Federale gerechtelijke politie Provincie Antwerpen d.d. 8 februari 2023;
* een bevel d.d. 20 februari 2023 van de officier van justitie te Rotterdam tot aanhouding buiten heterdaad; * een vordering d.d. 20 februari 2023 van de officier van justitie te Rotterdam tot het uitvaardigen van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) door de rechter-commissaris; * een beslissing d.d. 20 februari 2023 door de rechter-commissaris tot uitvaardigen van een EAB; * een EAB d.d. 20 februari 2023, ondertekend door de rechter-commissaris, inhoudende
een verzoek om aanhouding en overleveringvan de verdachte, verblijvende: [adres 2], met het oog op strafvervolging of tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of tot een vrijheidsbeneming strekkende maatregel; * een proces-verbaal van aanhouding verdachte, nr. PL1700-2023045585-5, op ambtsbelofte opgemaakt en gesloten op 20 februari 2023,
niet ondertekend, inhoudende als verklaring van verbalisant – zakelijk weergegeven – dat door hem, op 20 februari 2023 om 15:45 uur, op de locatie [straatnaam] [plaatsnaam], de verdachte werd aangehouden; * een brief d.d. 20 februari 2023, ondertekend door de officier van justitie te Rotterdam, aan de Procureur des Konings te Antwerpen, inhoudende – voor zover hier van belang –
“Ik vernam van u dat [verdachte] is aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij het uithalen van drugs in de Antwerpse haven [locatie op bedrijventerrein]. Wij spraken af dat u zou onderzoeken of [verdachte] kan worden overgedragen aan de Nederlandse Justitie. Onze IRC-afdeling vraagt om problemen te voorkomen, of u bij de onderzoeksrechter aan [verdachte] wilt vragen of hij instemt met feitelijke overdracht naar Nederland. Het strafonderzoek naar het uithalen zal ik overnemen.”
Het hof stelt op grond van het voorgaande vast dat de ‘civiele ophouding’ in België niet een aanvang heeft genomen op grond van een Nederlands verzoek om overlevering, zoals in artikel 27 Sr is bedoeld. Reeds om die reden komt in deze zaak de door de verdachte in België ondergane ‘civiele ophouding’ niet in aanmerking voor aftrek overeenkomstig artikel 27 Sr, wat er verder ook zij van de vraag of die ‘civiele ophouding’ gelijk is te stellen aan (jeugd)detentie.
Het hof merkt overigens nog op:
  • dat in de onderhavige zaak enig stuk van de bevoegde Belgische autoriteit aangaande het verzoek tot overlevering(en overname van de strafvervolging) ontbreekt, alsmede de mededeling van de Belgische onderzoeksrechter dat de verdachte instemt met de feitelijke overdracht aan Nederland, zodat sprake is van een onvoldragen ‘verzoek tot overdracht’ als bedoeld in artikel 27 Sr;
  • dat geenszins vaststaat dat de door de verdachte doorgebrachte periode in ‘civiele ophouding’ uitsluitend ziet op het tenlastegelegde nu op de beschikking van de jeugdrechter als gronden daarvoor tevens zijn vermeld: A. invoer, uitvoer en vervoer van middelen zonder vergunning met verzwarende omstandigheden (verdovende middelen/psychotrope stoffen) en B. deel uitmaken van een criminele organisatie.
Het hof is - alles afwegende - van oordeel dat een voorwaardelijke taakstraf in de vorm van een werkstraf van navermelde duur, alsmede een geheel onvoorwaardelijke leerstraf van navermelde duur een passende en geboden reactie vormt.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 63, 77a, 77g, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa en 138aa van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van
60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
30 (dertig) dagenjeugddetentie.
Bepaalt dat de werkstraf
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dat noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de verdachte verplicht is zich gedurende de proeftijd te melden bij de Jeugdreclassering, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
Geeft opdracht aan Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
Veroordeelt de verdachte voorts tot een taakstraf, bestaande uit een leerstraf, zijnde het volgen van een
leerproject, te weten Tools4U,voor de duur van
20 (twintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
10 (tien) dagenjeugddetentie.
Dit arrest is gewezen door mr. L.A. Pit, mr. A.E. Mos-Verstraten en mr. Y.J. Wijnnobel - van Erp, in bijzijn van de griffier mr. C.E. Koppelaars.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 30 november 2023.