Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 25 oktober 2021, waarmee Porta Prima in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Den Haag van 11 oktober 2021;
- de memorie van grieven van Porta Prima, tevens houdende een incidentele vordering ex artikel 843a Rv, met bijlagen;
- de conclusie van antwoord in het incident ex artikel 843a Rv;
- het arrest in het incident ex artikel 843a Rv van 12 april 2022;
- de memorie van antwoord van de Gemeente, met bijlagen;
- de bijlagen G10 en G11 die de Gemeente ter gelegenheid van de hierna te noemen mondelinge behandeling heeft overgelegd;
- de bijlagen 5 tot en met 9 die Porta Prima ter gelegenheid van de hierna te noemen mondelinge behandeling heeft overgelegd.
3.Feitelijke achtergrond
make-over’. Het in Rotterdam gevestigde bedrijf SB Alphen B.V. (hierna: SB Alphen) is sedert augustus 2019 eigenaar van De Aarhof en heeft plannen voor de herontwikkeling ervan.
4.Procedure bij de (voorzieningenrechter in de) rechtbank
plicht,zodat volgens de voorzieningenrechter niet kan worden gesproken van een aanbestedingsplichtige overheidsopdracht voor werken. Verder heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat niet kan worden aangenomen dat de Gemeente staatssteun verleent of voornemens is dat te doen, nu uit de (toen nog concept-) AK-overeenkomst blijkt dat de Aarhof-percelen ten behoeve van de te bepalen koopprijs eerst door een erkende taxateur zullen worden getaxeerd, zodat mag worden aangenomen dat dit zal leiden tot een marktconforme prijs.
5.Vorderingen in hoger beroep
Primairvordert zij nu, verkort weergegeven, dat het de Gemeente wordt verboden om uitvoering te (doen) geven aan de AK-overeenkomst, voorts dat de Gemeente wordt geboden om de aan SB Alphen onderhands gegunde opdracht inzake de herontwikkeling van De Aarhof te (doen) beëindigen en ten slotte dat de Gemeente wordt geboden om ten aanzien van de eventuele verkoop van de Aarhof-percelen, de (deels) daarop te realiseren en eventueel (terug) te kopen parkeergarage en/of te realiseren woningcategorieën een Europese aanbestedingsprocedure in de markt te zetten, althans ten aanzien van de verkoop van die percelen een selectieprocedure in de markt te zetten en openbaar te maken.
Subsidiairheeft Porta Prima gevorderd dat de Gemeente wordt geboden om de staatssteun die zij in verband met de verkoop van de Aarhof-percelen aan SB Alphen heeft verleend of zal verlenen bij de Europese Commissie aan te melden, voorts dat de Gemeente wordt verboden om de Aarhof-percelen via notariële akte aan SB Alphen in eigendom over te dragen, althans daarop een opstalrecht/erfpachtrecht te (laten) vestigen ten behoeve van SB Alphen, totdat de Europese Commissie heeft beslist op de staatssteun-aanmelding van de Gemeente, althans op de staatssteunklacht van Porta Prima van 15 juli 2021, en ten slotte dat de Gemeente wordt geboden om de aan SB Alphen in verband met de verkoop van de Aarhof-percelen verleende staatssteun terug te vorderen.
Meer subsidiairheeft Porta Prima gevorderd dat het hof een voorziening treft die het met het oog op alle betrokken belangen passend acht. Porta Prima heeft daarnaast gevorderd dat aan alle ge- en verboden een dwangsom wordt verbonden van € 10.000,- per dag, met een maximum van € 2.000.000,-, en dat de Gemeente wordt veroordeeld in de proceskosten, alles met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
6.Beoordeling in hoger beroep
De AK-overeenkomst
voornemenvan de Gemeente om (een deel van) de Aarhof-percelen aan SB Alphen te verkopen.
voornemensis de Aarhof-percelen [het hof leest in de plaats van 6863:] [perceel 1] en [perceel 2] (beide gedeeltelijk) te verwerven van de Gemeente en dat de Gemeente
voornemensis om het eigendom van die percelen (gedeeltelijk) over te dragen aan SB Alphen. In artikel 1.20 staat als definitie van het ‘
Verkochte’ voorts vermeld: “
de ten behoeve van het Project benodigde percelen grond welke thans nog in eigendom zijn van de Gemeente (…) nummers [perceel 1] en [perceel 2] (beide gedeeltelijk) en nummer [perceel 3] (geheel, welk perceel is belast met een recht van opstal ten behoeve van [naam] ), groot circa 1.451 m2 (…).” Doel van de overeenkomst is blijkens artikel 2.1 dat partijen de voorwaarden vastleggen waaronder de Gemeente bereid is haar medewerking aan de ontwikkeling en realisatie van het Project te verlenen, waarbij eveneens afspraken worden vastgelegd met betrekking tot de over en weer verschuldigde kosten, zoals vastgoed- en grondwaarde. Artikel 2.2 luidt vervolgens:
[perceel 1] en [perceel 2] (beide gedeeltelijk) en nummer [perceel 3] (…).
in het gevalzij zou besluiten tot aankoop over te gaan. De AK-overeenkomst behelst dus (nog) geen (definitieve) koopovereenkomst voor de Aarhof-percelen zoals Porta Prima heeft betoogd.
voornementot verkoop.
eerste griefis gericht tegen het door de voorzieningenrechter vastgestelde aantal verkochte Aarhof-percelen. In haar
tweede griefneemt Porta Prima het standpunt in dat de rechtshandelingen van de Gemeente ter zake van de herontwikkeling van het winkelcentrum De Aarhof kwalificeren als een ‘overheidsopdracht voor werken’ in de zin van de Aanbestedingswet 2012. Met haar
derde griefkomt Porta Prima op tegen de overweging van de voorzieningenrechter dat niet kan worden aangenomen dat de Gemeente staatssteun verleent aan SB Alphen. Volgens haar
vierde griefheeft de Gemeente met de verkoop van de Aarhof-percelen aan SB Alphen de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, waaronder het gelijkheidsbeginsel, geschonden, terwijl Porta Prima de Gemeente in haar
vijfde griefverwijt met die verkoop in strijd te handelen met het eigen grondbeleid. De
zesde griefvan Porta Prima is gericht tegen haar veroordeling in de proceskosten.
make-overvan De Aarhof afhankelijk is van de plannen van SB Alphen om dat winkelcentrum te gaan herontwikkelen. Tegen deze achtergrond heeft de Gemeente naar voorlopig oordeel van het hof redelijkerwijs mogen aannemen dat SB Alphen is aan te merken als de enige voor de aankoop van de Aarhof-percelen serieus in aanmerking komende gegadigde. Het gelijkheidsbeginsel staat daaraan niet in de weg, omdat vanwege de bestaande eigendomsverhoudingen ter plaatse, op voorhand al vast staat dat geen enkele andere mogelijke gegadigde is aan te merken als ‘gelijk geval’. Illustratief hiervoor is dat het schriftelijke bod dat Porta Prima op 19 maart 2021 heeft uitgebracht en op 16 september 2021 bij een overleg met de Gemeente heeft toegelicht, alleen betrekking heeft op de aankoop van Aarhof-perceel [perceel 1] en dus geenszins tegemoet komt aan de wens van de Gemeente om De Aarhof als winkelcentrum te revitaliseren. Het bij haar bod gevoegde concept-ontwerp van […] architecten voor de ontwikkeling van perceel [perceel 1] maakt dat niet anders, omdat dat plan enerzijds uitgaat van een solitaire ontwikkeling van dat perceel en anderzijds leunt op c.q. gebruik maakt van al bestaande voorzieningen in De Aarhof, zoals het parkeerdek en het centrale plein, zonder dat blijkt dat de eigenaar van De Aarhof daarmee heeft ingestemd.
indicatievekoopprijs. De definitieve koopprijs is, zo volgt expliciet uit artikel 20.2 van de AK-overeenkomst, geheel en al afhankelijk gemaakt van een nog door een onafhankelijke en erkende NRVT-taxateur uit te voeren taxatie, waarvan de uitkomst bindend is voor partijen. Artikel 107 VWEU ziet voorts niet op situaties van mogelijke
toekomstigestaatssteun. In haar afwijzende brief van 30 maart 2022 heeft de Europese Commissie dan ook als volgt gereageerd op de door Porta Prima ingediende klacht:
make-overvan De Aarhof rendabel kan maken. De voorgenomen bouw van de parkeergarage is daaraan geheel accessoir. Die garage zal immers niet worden gebouwd als SB Alphen de Aarhof-percelen niet tot haar beschikking zou hebben voor de daarop te realiseren woningen. De te bouwen parkeergarage vormt in feite dus een ondeelbaar geheel met het hoofdvoorwerp van de AK-overeenkomst. Dat hoofdvoorwerp (de beoogde woningbouw) valt, zoals eerder overwogen, buiten de werkingssfeer van de richtlijnen inzake overheidsopdrachten. De voorgenomen, daaraan geheel accessoire, bouw van de parkeergarage daarmee dus ook. Een en ander brengt mee dat ook als het door partijen in de AK-overeenkomst neergelegde voornemen om de parkeergarage te (laten) bouwen zou zijn aan te merken als een aanbestedingsplichtige overheidsopdracht voor werken, dat niet kan leiden tot de conclusie dat voor het (ondeelbare) geheel van de in de AK-overeenkomst neergelegde koop- en bouwafspraken een aanbestedingsplicht bestaat. Daardoor strandt ook de tweede grief.
- bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Den Haag van 11 oktober 2021;
- wijst het in hoger beroep meer of anders gevorderde af;
- veroordeelt Porta Prima in de kosten van het hoger beroep, tot op heden aan de zijde van de Gemeente begroot op € 772,- aan verschotten en op € 3.549,- aan salaris advocaat, en bepaalt dat deze bedragen binnen veertien dagen na de datum van dit arrest moeten zijn voldaan, bij gebreke waarvan de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW verschuldigd is vanaf het einde van voormelde termijn tot de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt Porta Prima in de nakosten, begroot op € 173, met de bepaling dat dit bedrag zal worden verhoogd met € 90 in geval Porta Prima niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan deze uitspraak heeft voldaan én betekening heeft plaatsgevonden;