ECLI:NL:GHDHA:2023:2718

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
19 december 2023
Publicatiedatum
6 februari 2024
Zaaknummer
200.334.361/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale kinderontvoering en aanhechting van een spiegelovereenkomst in het kader van ouderlijke verantwoordelijkheid

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Den Haag, betreft het een hoger beroep in een kwestie van internationale kinderontvoering. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft een verzoek ingediend om een spiegelovereenkomst aan de beschikking van het hof te hechten. De minderjarige, geboren in Brazilië, was onderwerp van een teruggeleidingsprocedure die door de Nederlandse rechter werd behandeld. In een eerdere tussenbeschikking van 4 december 2023 had het hof al de teruggeleiding van de minderjarige gelast naar Brazilië, met een uiterste datum van 18 december 2023. De beslissing over de aanhechting van de spiegelovereenkomst werd aangehouden tot 19 december 2023.

Tijdens de zitting in hoger beroep op 19 december 2023 hebben beide partijen het hof verzocht om de spiegelovereenkomst, die op 21 september 2023 door hen was ondertekend, aan de beschikking te hechten. Het hof heeft vastgesteld dat het internationaal bevoegd is om dit verzoek te behandelen op basis van artikel 10 van de EU-Verordening Brussel II-ter. De nauwe band van het kind met Nederland, de aanvaarding van de internationale bevoegdheid door de partijen, en het belang van het kind zijn de redenen voor deze bevoegdheid.

Het hof heeft geoordeeld dat de afspraken in de spiegelovereenkomst in het belang van de minderjarige zijn en heeft besloten deze op te nemen in de beschikking. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van het hof, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Familie
zaaknummer : 200.334.361/01
rekestnummer rechtbank : FA RK 23-6316
zaaknummer rechtbank : C/09/653063
beschikking van de meervoudige kamer van 19 december 2023
inzake
[appellante] ,
wonende te [woonplaats] ,
verzoekster in hoger beroep,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat mr. L. Stam te ‘s-Hertogenbosch
tegen
[geïntimeerde] ,
wonende te [woonplaats] , Brazilië,
verweerder in hoger beroep,
hierna te noemen: de vader,
advocaat mr. J.H. Weermeijer-Patist te Leiden.
In zijn adviserende en/of toetsende taak is in de procedure gekend:
de raad voor de kinderbescherming, regio Haaglanden,
hierna te noemen: de raad.

1.Het verdere verloop van het geding

1.1
Het hof verwijst voor het verloop van het geding naar zijn tussenbeschikking van 4 december 2023, waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast dient te worden beschouwd.
1.2
Bij die tussenbeschikking heeft het hof – voor zover in deze beschikking van belang – de teruggeleiding gelast van de minderjarige [minderjarige] (hierna: [minderjarige] ), geboren op [geboortedatum] 2021 in [geboorteplaats] , Brazilië, naar Brazilië uiterlijk op 18 december 2023. Verder heeft het hof de beslissing op het verzoek van partijen tot aanhechting van de spiegelovereenkomst aangehouden tot 19 december 2023.
1.3
In rechtsoverweging 5.30 heeft het hof het volgende overwogen ten aanzien van de spiegelovereenkomst:
‘5.30 Tijdens de zitting in hoger beroep is gebleken dat beide partijen het hof verzoeken de door partijen gesloten spiegelovereenkomst te hechten aan de beschikking van het hof, nu de rechtbank heeft verzuimd hierover een beslissing te nemen. Het hof zal dit verzuim in hoger beroep herstellen. Nu het hof geen kennis mag nemen van de inhoud van de spiegelovereenkomst totdat het heeft beslist op het teruggeleidingsverzoek, zal het hof zijn beslissing ten aanzien van de spiegelovereenkomst aanhouden tot 19 december 2023.’
1.4
In deze beschikking is dus alleen nog aan de orde het verzoek van de ouders tot opname van de spiegelovereenkomst in de beschikking.
1.5
Bij journaalbericht van 23 november 2023 is van de zijde van de moeder bij het hof in gesloten envelop ingekomen de door beide ouders op 21 september 2023 ondertekende spiegelovereenkomst.
1.6
Op grond van artikel 10 van EU-Verordening Brussel II-ter (Nr. 2019/1111) acht het hof zich internationaal bevoegd ter zake van het verzoek tot het opnemen van de spiegelovereenkomst in deze beschikking, nu aan de voorwaarden voor een forumkeuzebevoegdheid is voldaan. De in artikel 10 lid 1 sub a vereiste nauwe band van het kind met Nederland is aanwezig, omdat de teruggeleidingsprocedure bij de Nederlandse rechter is gevoerd en het onderhavige verzoek in het verlengde daarvan ligt. De partijen hebben ter zitting van het hof de internationale bevoegdheid van het hof ter zake van het onderhavige verzoek uitdrukkelijk aanvaard (artikel 10 lid 1 sub b). Ten slotte wordt de uitoefening van bevoegdheid naar het oordeel van het hof gerechtvaardigd door het belang van het kind (artikel 10 lid 1 sub c).
1.7
Het hof acht de door partijen in de spiegelovereenkomst gemaakte afspraken in het belang van [minderjarige] . Het hof zal deze afspraken dan ook opnemen in de beschikking, door aanhechting van de spiegelovereenkomst aan deze beschikking.
1.8
Dit leidt tot de volgende beslissing.

2.De beslissing

Het hof:
neemt op de door de vader en de moeder getroffen onderlinge regeling ter zake de ouderlijke verantwoordelijkheid aangaande [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2021 in [geboorteplaats] , Brazilië, zoals neergelegd in de (in fotokopie) aan deze beschikking gehechte op 21 september 2023 ondertekende spiegelovereenkomst;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mrs. C.M. Warnaar, F. Ibili en P.M.A.J. Bollen, bijgestaan door mr. I.E. van der Leij als griffier, en is op 19 december 2023 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.