Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 18 augustus 2023, waarmee de man in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Rotterdam van 8 augustus 2023 en een incidentele vordering heeft ingesteld en waarin hij twee grieven heeft aangevoerd, met bijlagen;
- de memorie van antwoord in het incident van de vrouw, met bijlagen.
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de rechtbank
5.Vorderingen in het incident
6.Beoordeling in hoger beroep
–afgezien van het geval dat deze beslissing berust op een kennelijke misslag
–slechts plaats voor een andere beslissing indien aan de vordering of het verzoek in het incident feiten en omstandigheden ten grondslag zijn gelegd die bij de door die rechter gegeven beslissing niet in aanmerking konden worden genomen doordat zij zich eerst na diens uitspraak hebben voorgedaan, en die kunnen rechtvaardigen dat van die eerdere beslissing wordt afgeweken.
7.Beslissing
- wijst de incidentele vordering van de man af;
- veroordeelt de man in de proceskosten in het incident, te begroten op € 1.183,- voor salaris van de advocaat;
- verwijst de zaak naar de rol van 16 januari 2024 voor memorie van antwoord in de hoofdzaak;
- houdt iedere verdere beslissing aan.