ECLI:NL:GHDHA:2023:2697

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
20 december 2023
Publicatiedatum
25 januari 2024
Zaaknummer
AV001343-23
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over wrakingsverzoek in strafzaak met psychische stoornis

In de zaak met rolnummer 22-004989-19 heeft verzoeker op 4 oktober 2023 een terechtzitting gehad in de meervoudige strafkamer van het Gerechtshof Den Haag, waar mrs. M.J. de Haan-Boerdijk, G. Knobbout en J.A.M. Jansen zitting hadden. Tijdens deze zitting heeft verzoeker een verzoek tot wraking ingediend tegen de voorzitter, wat door de wrakingskamer op 25 oktober 2023 werd afgewezen. Verzoeker heeft vervolgens meerdere e-mailberichten gestuurd met verzoeken tot verschoning van de voorzitter en leden, evenals de advocaten-generaal mrs. Swaak en Thielens. Op 2 november 2023 heeft de meervoudige strafkamer vastgesteld dat verzoeker mogelijk lijdt aan een psychische stoornis en dat hij niet in staat is zijn belangen te behartigen, waarna een advocaat aan hem werd toegevoegd.

Op 16 november 2023 heeft verzoeker opnieuw een wrakingsverzoek ingediend, ditmaal tegen de voorzitter en leden van de meervoudige strafkamer, alsook tegen T. van Limbergen, de coördinator van de wrakings- en verschoningskamer. De wrakingskamer heeft geoordeeld dat een verzoek tot wraking enkel betrekking kan hebben op de raadsheren die de zaak behandelen, waardoor het verzoek tegen de coördinator niet-ontvankelijk werd verklaard.

De wrakingskamer heeft verder vastgesteld dat verzoeker onvoldoende gronden heeft aangevoerd voor zijn verzoek tot wraking van de voorzitter en leden, en dat een rechterlijke beslissing niet kan dienen als grond voor wraking. Het verzoek tot wraking is daarom afgewezen. Gezien het misbruik van de wrakingsprocedure door verzoeker, is bepaald dat toekomstige wrakingsverzoeken niet in behandeling worden genomen tenzij deze zijn ondertekend door een advocaat. De beslissing is openbaar uitgesproken op 20 december 2023.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Zaaknummer : AV001343-23
Kenmerk hoofdzaak : 22-004989-19
Beslissing van de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakings- en verschoningsverzoeken van 20 december 2023
op het schriftelijk verzoek tot wraking als bedoeld in artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door

[naam],

wonende te [plaatsnaam],
hierna te noemen: verzoeker.

Het geding

1. In de strafzaak tegen verzoeker onder rolnummer 22-004989-19 heeft op 4 oktober 2023 een terechtzitting van de meervoudige strafkamer plaatsgevonden, alwaar mrs. M.J. de Haan-Boerdijk, voorzitter, G. Knobbout en J.A.M. Jansen, leden, zitting hadden.
2. Bij mondeling verzoek van 4 oktober 2023 heeft verzoeker een (eerste) verzoek tot wraking van genoemde voorzitter gedaan. Dit verzoek heeft de wrakingskamer bij beslissing van 25 oktober 2023 afgewezen.
3. Vervolgens heeft verzoeker in een groot aantal e-mailberichten (aan de strafgriffie van het hof) verzocht dat genoemde voorzitter en leden (en de advocaten-generaal mrs. Swaak en Thielens) zich verschonen.
4. Na hervatting van de procedure in de strafzaak met genoemd rolnummer heeft de meervoudige strafkamer (in de samenstelling van de zitting 4 oktober 2023) bij beschikking van 2 november 2023 op grond van artikel 509a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) verklaard dat wordt vermoed dat bij verzoeker (de verdachte) sprake is van een psychische stoornis en dat hij als gevolg daarvan niet in staat is zijn belangen behoorlijk te behartigen, en bepaald dat aan verzoeker een advocaat dient te worden toegevoegd.
5. Bij verschillende e-mailberichten van 16 november 2023 en een brief als bijlage heeft verzoeker (‘naar aanleiding van de beschikking van 02-11-2023’) een verzoek gedaan tot wraking van de voorzitter en de leden van de meervoudige strafkamer, en – naar de wrakingskamer begrijpt: – van T. van Limbergen, coördinator van de wrakings- en verschoningskamer (hierna: het tweede wrakingsverzoek).

Beoordeling van het tweede wrakingsverzoek

6. Ten aanzien van het verzoek tot wraking van genoemde coördinator van de wrakings- en verschoningskamer geldt het volgende. Ingevolge artikel 512 Sv kan een verzoek tot wraking slechts betrekking hebben op de raadsheren die de zaak behandelen. Een verzoek tot wraking kan dus geen betrekking hebben op de coördinator van de wrakings- en verschoningskamer. Daarom zal het verzoek tot wraking van de coördinator van de wrakings- en verschoningskamer niet-ontvankelijk worden verklaard.
7. Ten aanzien van het verzoek tot wraking van de voorzitter en de leden van de meervoudige strafkamer moet worden vooropgesteld dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een procespartij een vooringenomenheid koestert, althans dat de vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is.
8. Verzoeker legt aan zijn verzoek tot wraking onder andere ten grondslag dat de beschikking van 2 november 2023 niet per aangetekende post is verzonden. Niet valt in te zien – en verzoeker licht niet toe – hoe uit deze omstandigheid het bestaan van een dergelijke (vrees voor) vooringenomenheid zou (kunnen) blijken. De wrakingskamer verwerpt deze grond daarom.
9. Verzoeker baseert zijn verzoek tot wraking verder op de stelling – kort en zakelijk weergegeven – dat de beschikking van 2 november 2023 ‘niet klopt’ omdat niet kan worden bewezen het vermoeden dat hij aan een psychische stoornis lijdt en daardoor niet in staat is zijn belangen behoorlijk te behartigen, en omdat hem tegen zijn wil een advocaat wordt opgedrongen. Daarmee rust het verzoek tot wraking op (de inhoud van) de beschikking van 2 november 2023. Een rechterlijke beslissing, zoals de beschikking van 2 november 2023, kan echter niet een grond voor wraking vormen: wraking is geen verkapt rechtsmiddel. In zoverre is het verzoek dus evenmin toewijsbaar.
10. Het voorgaande brengt mee dat het wrakingsverzoek zonder behandeling ter zitting van de wrakingskamer aanstonds niet-ontvankelijk zal worden verklaard respectievelijk zal worden afgewezen (artikel 4 lid 2, aanhef en onder a, d en f, van het Wrakingsprotocol gerechtshof Den Haag).
11. Gelet op het feit dat verzoeker (binnen korte tijd) twee verzoeken tot wraking heeft ingediend en gelet op de inhoud daarvan, heeft verzoeker naar het oordeel van de wrakingskamer de bevoegdheid tot wraking aangewend voor een ander doel dan waarvoor deze is gegeven. Gegeven dit misbruik, en in het licht van de bepaling in de beschikking van 2 november 2023 dat aan verzoeker op grond van artikel 509a Sv een advocaat moet worden toegevoegd, zal de wrakingskamer bepalen dat een volgend verzoek tot wraking van verzoeker in de zaak met rolnummer 22-004989-19 niet in behandeling zal worden genomen, tenzij dat verzoek zal zijn ondertekend en ingediend door een advocaat.

Beslissing

De wrakingskamer:
- verklaart het verzoek tot wraking van T. van Limbergen niet-ontvankelijk;
- wijst het verzoek tot wraking van mrs. M.J. de Haan-Boerdijk, G. Knobbout en J.A.M. Jansen af;
- bepaalt dat een volgend verzoek tot wraking van verzoeker in de zaak met rolnummer 22-004989-19 niet in behandeling zal worden genomen, tenzij dat verzoek zal zijn ondertekend en ingediend door een advocaat;
- bepaalt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan verzoeker, mrs. M.J. de Haan-Boerdijk, G. Knobbout en J.A.M. Jansen en de advocaat-generaal.
Deze beslissing is gegeven door mrs. H.J. van Kooten, M.E. Honée en W.A.G.J.W. Ferenschild, en in het openbaar uitgesproken op 20 december 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.