ECLI:NL:GHDHA:2023:2607

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
22 december 2023
Publicatiedatum
22 december 2023
Zaaknummer
22-000013-19.a
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van deelname aan een criminele organisatie en (gewoonte)witwassen; veroordeling voor valsheid in geschrift

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 22 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam. De verdachte werd in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 maanden voor deelname aan een criminele organisatie en gewoontewitwassen. In hoger beroep heeft het hof de verdachte vrijgesproken van deelname aan een criminele organisatie en gewoontewitwassen, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte zich hieraan schuldig had gemaakt. De advocaat-generaal had gevorderd dat het vonnis van de rechtbank zou worden vernietigd en dat de verdachte zou worden vrijgesproken van het eerste feit, maar veroordeeld voor het tweede en derde feit tot een taakstraf van 200 uren, subsidiair 100 dagen hechtenis.

Het hof heeft echter geoordeeld dat de verdachte zich wel schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrift, omdat hij feitelijk leiding heeft gegeven aan het opmaken van valse facturen en deze in de administratie van zijn bedrijf heeft opgenomen. De verdachte heeft verklaard dat hij de facturen heeft opgemaakt met het oog op betalingen aan derden, maar het hof oordeelde dat de facturen niet overeenkwamen met de werkelijk verrichte werkzaamheden. De verdachte heeft nagelaten om op te treden tegen de valsheid van de arbeidsovereenkomst van een medeverdachte, wat ook bijdroeg aan de bewezenverklaring van valsheid in geschrift.

De strafmaat is vastgesteld op 170 uren taakstraf, subsidiair 85 dagen hechtenis, waarbij het hof rekening heeft gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn van de berechting in hoger beroep. Het hof heeft de verdachte als strafbaar verklaard voor het medeplegen van valsheid in geschrift, begaan door een rechtspersoon, en heeft de zaak verder afgehandeld conform de geldende wettelijke voorschriften.

Uitspraak

Rolnummer: 22-000013-19
Parketnummer: 10-993056-17
Datum uitspraak: 22 december 2023
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 20 december 2018 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedatum],
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1, 2 primair en 3 primair tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 maanden.
Namens de verdachte en door de officier van justitie is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - tenlastegelegd dat:
1.
hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 juli 2013 tot en met 31 januari 2017 te Rotterdam en/of Zoetermeer en/of 's-Gravenhage en/of Bleiswijk, althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, welke organisatie werd gevormd door een samenwerkingsverband van meerdere natuurlijke personen en/of rechtspersonen, te weten hij, verdachte, en/of [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [betrokkene 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [bedrijf A] en/of [bedrijf B] en/of [bedrijf C] en/of [bedrijf D] en/of [bedrijf/medeverdachte 5] en/of [bedrijf E] en/of [bedrijf F] en/of [bedrijf G] en/of [bedrijf H] en/of [bedrijf I] en/of [bedrijf J] en/of [bedrijf K] en/of [bedrijf L] en/of [bedrijf M] en/of één of meer ander(e) (rechts)perso(o)n(en), en welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten:
- valsheid in geschrifte (art 225 leden 1 en 2 Wetboek van Strafrecht); en/of
- het opzettelijk niet danwel onjuist en/of onvolledig doen van een of meer bij de belastingwet voorziene aangifte(n) (artikel 69 AWR); en/of
- faillissementsfraude (artikel 341 e.v. Wetboek van Strafrecht) en/of
- ( gewoonte)witwassen (artikel 420bis/ter Wetboek van Strafrecht);
2.
[bedrijf F] en/of [bedrijf G] en/of bedrijf H] op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 januari 2017 te Rotterdam en/of Bleiswijk en/of Zoetermeer en/of 's-Gravenhage, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
de (bedrijfs)administratie van [bedrijf A], zijnde die bedrijfsadministratie een (samenstel van) geschrift(en), bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of valselijk heeft/hebben doen opmaken en/of heeft/hebben vervalst en/of heeft/hebben doen vervalsen,
immers heeft/hebben [bedrijf F] en/of [bedrijf G] en/of [bedrijf H] en/of haar mededader(s) een of meerdere valse geschrift(en), te weten
A. een of meerdere voorschotformulier(en), waaronder/te weten:
-(een) voorschotformulier(en) van de betaling van een voorschot aan [betrokkene 4] op 20 mei 2014 (DOC-666) en/of 16 juni 2014 (DOC-652) en/of 10 juli 2014 (DOC-653) en/of 30 september 2014 (DOC-655) en/of 29 oktober 2014 (DOC-656) en/of 5 november 2014 (DOC-657) en/of 19 november 2014 (DOC-658) en/of 18 december 2014 (DOC-659); en/of
-(een) voorschotformulier(en) van de betaling van een voorschot aan [betrokkene 5] voor de periode(n) 6 en/of 9 en/of 10 en/of 11 en/of 12 en of 13 van het jaar 2015 en/of de periode(n) 3 en/of 4 en/of 5 en/of 6 en/of 7 en/of 8 en/of 9 van het jaar 2016 (DOC-485 tot en met DOC-492 en DOC 456 tot en met DOC-460); en/of
-(een) voorschotformulier(en) van de betaling van een voorschot aan [betrokkene 6] voor de periode(n) 4 en/of 5 en/of 6 en/of 7 en/of 9 van het jaar 2016 (DOC-232 tot en met DOC-238); en/of
-(een) voorschotformulier(en) van de betaling van een voorschot aan [betrokkene 7] voor de periode(n) 5 en/of 9 en/of 10 en/of 13 en/of 14 van het jaar 2015 en/of de periode(n) 1 en/of 2 en/of 3 en/of 4 en/of 5 en/of 8 en/of 9 van het jaar 2016 (DOC-637 tot en met DOC-648); en/of
-(een) voorschotformulier(en) van de betaling van een voorschot aan [betrokkene 8] voor de periode(n) 5 en/of 6 en/of 7 en/of 9 en/of 10 en/of 11 en/of 12 en/of 13 van het jaar 2015 (DOC-1250 tot en met DOC-1257),
en/of
B. een of meerdere salarisspecificatie(s), waaronder/te weten:
-een salarisspecificatie van [betrokkene 4], gedateerd 03-10-2014 (DOC-665); en/of
-een salarisspecificatie van [betrokkene 8], gedateerd 12-06-2015 (DOC-1260); en/of
-een salarisspecificatie van [betrokkene 7], gedateerd 01-05-2016 (DOC-649); en/of
-een salarisspecificatie van [betrokkene 9], gedateerd 20-05-2016 (DOC-720),
en/of
C. een of meerdere factu(u)r(en) (telkens) op naam van [bedrijf F] aan [bedrijf A], waaronder/te weten de factu(u)r(en) met factuurnummer(s) C2015048 (DOC-1083) en/of C2015055 (DOC-1084 ) en/of C2015061 (DOC-1085) en/of C2015072 (DOC-1086) en/of C2015072 (DOC-1087) en/of C2016005 (DOC-265), in elk geval een of meerdere factu(u)r(en) (telkens) op naam van [bedrijf F] gericht aan [bedrijf A],
en/of
D. een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd (DOC-377) en/of een salarisspecificatie d.d. 29 januari 2016 van [medeverdachte 4] (DOC-378),
althans een of meerdere valse geschrift(en), verwerkt en/of doen verwerken en/of opgenomen en/of doen opnemen in de bedrijfsadministratie van [bedrijf A],
bestaande die valsheid hierin dat (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid:
-op de/het onder A. genoemde voorschotformulier(en) is vermeld dat het op die/dat voorschotformulier(en) vermelde voorschot(ten) is/zijn uitbetaald aan de op die/dat voorschotformulier(en) vermelde perso(o)n(en), terwijl in werkelijkheid aan de op die/dat voorschotformulier(en) vermelde perso(o)n(en) geen voorschot is uitbetaald, in elk geval niet het geldbedrag als voorschot aan de op die/dat voorschotformulier(en) vermelde perso(o)n(en) is uitbetaald zoals vermeld op dat/die voorschotformulier(en); en/of
-op de onder B. genoemde salarisspecificatie(s) (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid is vermeld dat het op die salarisspecificatie(s) genoemde netto loon en/of voorschot en/of een reiskostenvergoeding is uitbetaald aan de op die salarisspecificatie(s) vermelde perso(o)n(en), terwijl in werkelijkheid niet het netto loon en/of voorschot en/of reiskostenvergoeding aan de op die/dat salarisspecificatie(s) vermelde perso(o)n(en) is uitbetaald zoals vermeld op die salarisspecificatie(s); en/of
-op de onder C. genoemde factu(u)r(en) is vermeld dat [bedrijf F] werkzaamheden en/of diensten heeft verricht voor [bedrijf A], terwijl in werkelijkheid de in de bovengenoemde factu(u)r(en) genoemde werkzaamheden en/of diensten niet zijn verricht, althans niet de werkzaamheden en/of diensten zijn verricht zoals beschreven op deze factu(u)r(en); en/of
-op de onder D. genoemde arbeidsovereenkomst en/of salarisspecificatie is vermeld dat [medeverdachte 4] (met ingang van 7 september 2015) in (loon)dienst is/was bij [bedrijf A](in de functie van project manager),
zulks met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door (een) ander(en) te doen gebruiken,
tot het plegen van bovengenoemde strafbare feit hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opdracht heeft gegeven en/of aan welke verboden gedraging(en) hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, feitelijke leiding heeft gegeven;
en/of
[bedrijf F] op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 augustus 2015 tot en met 31 januari 2017 te Rotterdam en/of Bleiswijk en/of 's-Gravenhage en/of Zoetermeer, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
haar de (bedrijfs)administratie, zijnde die bedrijfsadministratie een (samenstel van) geschrift(en), bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen - (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of valselijk heeft doen opmaken en/of heeft vervalst en/of heeft doen vervalsen,
immers heeft/hebben [bedrijf F] en/of haar mededader(s) een of meerdere valse geschrift(en), te weten
- een of meerdere valse factu(u)r(en) op naam van [bedrijf/ medeverdachte 5] aan [bedrijf F], waaronder/te weten de factu(u)r(en) met factuurnummer(s) 001.2015 (DOC-399) en/of 002.2015 (DOC-397) en/of 003.2015 (DOC-394) en/of 004.2015 (DOC-396) en/of 005.2015 (DOC-395) en/of 006.2015 (DOC-391) en/of 001.2016 (DOC-266) en/of 002.2016 (DOC-404) en/of 003.2016 (DOC-263) en/of 004.2016 (DOC-286) en/of 005.2016 (DOC-401), in elk geval een of meerdere factu(u)r(en) (telkens) op naam van [bedrijf/medeverdachte 5] aan [bedrijf F]; en/of
- een of meerdere factu(u)r(en) (telkens) op naam van [bedrijf F] aan [bedrijf A], waaronder/te weten de factu(u)r(en) met factuurnummer(s) C2015048 (DOC-1083) en/of C2015055 (DOC-1084 ) en/of C2015061 (DOC-1085) en/of C2015072 (DOC-1086) en/of C2015072 (DOC-1087) en/of C2016005 (DOC-265), in elk geval een of meerdere factu(u)r(en) (telkens) op naam van [bedrijf F] gericht aan [bedrijf A],
althans een of meerdere valse geschrift(en), verwerkt en/of doen verwerken en/of opgenomen en/of doen opnemen in haar (bedrijfs)administratie,
bestaande die valsheid hierin dat op genoemde factu(u)r(en)/geschrift(en) (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid is vermeld dat werkzaamheden en/of diensten (op basis van een overeenkomst) zijn verricht, terwijl het verrichten van deze werkzaamheden en/of diensten in werkelijkheid niet heeft plaatsgevonden, althans niet de werkzaamheden en/of diensten zijn verrichten zoals vermeld op genoemd(e) factu(u)r(en)/geschrift(en),
zulks met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door (een) ander(en) te doen gebruiken,
tot het plegen van bovengenoemde strafbare feit hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opdracht heeft gegeven en/of aan welke verboden gedraging(en) hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, feitelijke leiding heeft gegeven;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 augustus 2015 tot en met 31 januari 2017 te Rotterdam en/of Bleiswijk en/of 's-Gravenhage en/of Zoetermeer, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
een of meerdere factu(u)r(en) (telkens) op naam van [bedrijf F] gericht aan [bedrijf A], waaronder/te weten de factu(u)r(en) met factuurnummer(s) C2015048 (DOC-1083) en/of C2015055 (DOC-1084 ) en/of C2015061 (DOC-1085) en/of C2015072 (DOC-1086) en/of C2015072 (DOC-1087) en/of C2016005 (DOC-265), in elk geval een of meerdere factu(u)r(en) (telkens) op naam van [bedrijf F] gericht aan [bedrijf A],
zijnde (telkens) een geschrift bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst en/of valselijk heeft doen opmaken en/of heeft doen vervalsen, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid op genoemde factu(u)r(en) (onder meer) -zakelijk weergegeven- vermeld en/of laten vermelden en/of doen vermelden dat werkzaamheden en/of diensten (op basis van een overeenkomst) zijn verricht, terwijl het verrichten van deze werkzaamheden en/of diensten in werkelijkheid niet heeft plaatsgevonden, althans niet de werkzaamheden en/of diensten zijn verrichten zoals vermeld op genoemde factu(u)r(en),
zulks met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door (een) ander(en) te doen gebruiken;
3.
hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 augustus 2015 tot en met 31 januari 2017 te Rotterdam en/of Bleiswijk en/of 's-Gravenhage en/of Zoetermeer, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
a. a) (telkens) van één of meerdere geldbedrag(en) van in totaal 498.649 euro, althans 462.099 euro, althans van enig geldbedrag (3a-OPV, p. 11), althans (telkens) een of meer (groot/grote) geldbedrag(en) en/of een of meer goederen, althans een of meer voorwerpen, de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding, de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende(n) op genoemde voorwerpen was/waren, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie genoemde voorwerpen voorhanden heeft/hebben gehad, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest (en) vermoeden dat bovenomschreven voorwerp (en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) van het plegen van dat feit een gewoonte heeft/hebben gemaakt,
en/of
b) (telkens) één of meerdere geldbedrag(en) van in totaal 498.649 euro, althans 462.099 euro, althans enig geldbedrag (3a-OPV, p. 11), althans (een) (groot/grote) geldbedrag(en) en/of een of meer goederen, althans een of meer voorwerpen, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet, althans van een of meerdere voorwerp(en), te weten vorengenoemd(e) goed(eren) en/of geldbedrag(en) gebruik heeft gemaakt, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat bovenomschreven goed(eren) en/of geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig(e) misdrijf/misdrijven, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) van het plegen van dat feit een gewoonte heeft/hebben gemaakt;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[bedrijf F] op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 augustus 2015 tot en met 31 januari 2017 te Rotterdam en/of Bleiswijk en/of 's-Gravenhage en/of Zoetermeer, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
a. a) (telkens) van één of meerdere geldbedrag(en) van in totaal 498.649 euro, althans 462.099 euro, althans enig geldbedrag (3a-OPV, p. 11), althans (telkens) een of meer (groot/grote) geldbedrag(en) en/of een of meer goederen, althans een of meer voorwerpen, de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding, de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende(n) op genoemde voorwerpen was/waren, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie genoemde voorwerpen voorhanden heeft/hebben gehad, terwijl [bedrijf F] en/of haar mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest (en) vermoeden dat bovenomschreven voorwerp (en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf, terwijl [bedrijf F] en/of haar mededader(s) van het plegen van dat feit een gewoonte heeft/hebben gemaakt,
en/of
b) (telkens) één of meerdere geldbedrag(en) van in totaal 498.649 euro, althans 462.099 euro, althans enig geldbedrag (3a-OPV, p. 11), althans (een) (groot/grote) geldbedrag(en) en/of een of meer goederen, althans een of meer voorwerpen, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet, althans van een of meerdere voorwerp(en), te weten vorengenoemd(e) goed(eren) en/of geldbedrag(en) gebruik heeft gemaakt, terwijl [bedrijf F] en/of haar mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat bovenomschreven goed(eren) en/of geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig(e) misdrijf/misdrijven, terwijl [bedrijf F] en/of haar mededader(s) van het plegen van dat feit een gewoonte heeft/hebben gemaakt,
tot het plegen van bovengenoemde strafbare feit hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opdracht heeft gegeven en/of aan welke verboden gedraging(en) hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, feitelijke leiding heeft gegeven.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte van het onder 1 tenlastegelegde zal worden vrijgesproken en ter zake van het onder 2 primair en 3 primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 200 uren, subsidiair 100 dagen hechtenis.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak van feit 1
Het hof is, conform het standpunt van de advocaat-generaal en de verdediging, van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Gevoerde verweren ten aanzien van feit 3
De verdediging heeft verzocht de verdachte van het tenlastegelegde gewoontewitwassen vrij te spreken, omdat
de facturen, op basis waarvan de geldstroom heeft plaatsgevonden, niet vals zijn;
niet gebleken is dat de geldbedragen afkomstig zijn uit enig misdrijf en;
de verdachte niet wist of redelijkerwijs had moeten weten dat het geld afkomstig zou zijn uit enig misdrijf.
Ad a. Het hof heeft onder feit 2 primair bewezen verklaard dat de verdachte feitelijk leiding heeft gegeven aan het -kort gezegd- door [bedrijf H] in de administratie van [bedrijf A] (hierna: [bedrijf A]) opnemen van valse facturen en het door [bedrijf F] opnemen van diezelfde valse facturen in zijn administratie.
Het hof is van oordeel dat deze facturen er voornamelijk toe dienden om een geldstroom vanuit [bedrijf A] naar [bedrijf E] tot stand te brengen ter financiering van
[bedrijf E]. Dat het geld hiervoor bestemd was, blijkt uit de feitelijke bestemming van het geld, alsmede uit de verklaring van de medeverdachte [betrokkene 3] hierover(V006-04, pag. 2255). Daarmee is de omschrijving die op de facturen staat en die telkens betrekking heeft op verrichte diensten, vals.
De verdachte heeft zelf verklaard de facturen te hebben opgemaakt/laten opmaken met het oog op de betaling van achterstallige fees aan [betrokkene 1]. Echter, de verdachte heeft in hoger beroep verklaard er eveneens van op de hoogte te zijn dat er binnen het bedrijf ook een andere uitleg werd gegeven over de grondslag van de geldstroom, zoals een bemiddelingsvergoeding voor de verkoop van een onderneming. Aan deze uitleg heeft de verdachte actief meegedacht door hierover – in ieder geval- een concept tekst op te stellen naar aanleiding van vragen van de SNS bank. De uitleg van afrekening van aandelen was ook een uitleg, die de verdachte bekend was.
Gelet op de verschillende “verhaallijnen”, die werden gebruikt om de onderhavige geldstroom te onderbouwen en waarmee de verdachte bekend was, bestond bij hem op zijn minst genomen het voorwaardelijk opzet dat het hier om valse facturen ging en dat het hier niet ging om legitieme (na)betalingen aan [betrokkene 1].
Ook het feitelijk leiding geven aan het door [bedrijf H] opnemen in de administratie van [bedrijf A] van de valse arbeidsovereenkomst en loonstrook van [medeverdachte 4] acht het hof bewezen, nu de verdachte in ieder geval sinds eind 2015 op de hoogte was (zie zijn verklaring in eerste aanleg ten overstaan van de rechtbank) van het gegeven dat de arbeidsovereenkomst ten doel had een hypotheekaanvraag ten behoeve van [medeverdachte 4] te onderbouwen en dus niet op de werkelijkheid was gebaseerd. De verdachte was er bovendien van op de hoogte dat [medeverdachte 4] als zzp-er ook al salaris ontving van [bedrijf A]. Deze arbeidsovereenkomst, alsmede salarisspecificatie van januari 2016, zijn door [bedrijf H] in de administratie van [bedrijf A] opgenomen, waar de verdachte als feitelijk leidinggevende van [bedrijf H] om die reden voor verantwoordelijk kan worden gehouden.
Ad b. zoals hiervoor beschreven, zijn de geldbedragen zonder geldige titel met behulp van facturen onttrokken aan [bedrijf A]. Het is niet uitgesloten dat een dergelijke onttrekking op zichzelf onder omstandigheden - die niet zonder meer uit het dossier naar voren komen – ook een strafbare gedraging kan opleveren. Maar dat leidt er niet toe dat kan worden vastgesteld dat sprake is van een delict dat is voorafgegaan aan het verwerven, voorhanden krijgen, overdragen of omzetten van de geldbedragen die zijn voldaan op basis van die valse facturen. Evenmin kan sprake zijn van het verhullen of verbergen van de aard, herkomst et cetera van die gelden, omdat ook daarvoor geldt dat sprake moet zijn van een voorafgaand delict, waarvan niet is gebleken.
Het hof is dan ook van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan (gewoonte)witwassen. Dat betekent dat de verdachte van het onder 3 primair en
3 subsidiair tenlastegelegde zal worden vrijgesproken.
Gelet hierop behoeft hetgeen is aangevoerd, zoals beschreven onder c geen bespreking meer.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
2.
[bedrijf F] en/of [bedrijf G] en/of[bedrijf H]
op één of meerdere tijdstip(pen) gelegenin
of omstreeksde periode van 1 januari 2014 tot en met 31 januari 2017
te Rotterdam en/of Bleiswijk en/of Zoetermeer en/of 's-Gravenhage, althansin Nederland, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
de (bedrijfs)administratie van [bedrijf A], zijnde die bedrijfsadministratie een (samenstel van) geschrift(en), bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) valselijk
heeft/hebben opgemaakt
en/of valselijk heeft/hebben doen opmakenen
/of heeft/hebben vervalst
en/of heeft/hebben doen vervalsen,
immers
heeft/hebben
[bedrijf F] en/of [bedrijf G] en/of[bedrijf H] en
/ofhaar mededader(s)
een of meerderevalse geschrift
(en
), te weten
A. een of meerdere voorschotformulier(en), waaronder/te weten:
-(een) voorschotformulier(en) van de betaling van een voorschot aan [betrokkene 4] op 20 mei 2014 (DOC-666) en/of 16 juni 2014 (DOC-652) en/of 10 juli 2014 (DOC-653) en/of 30 september 2014 (DOC-655) en/of 29 oktober 2014 (DOC-656) en/of 5 november 2014 (DOC-657) en/of 19 november 2014 (DOC-658) en/of 18 december 2014 (DOC-659); en/of
-(een) voorschotformulier(en) van de betaling van een voorschot aan [betrokkene 5] voor de periode(n) 6 en/of 9 en/of 10 en/of 11 en/of 12 en of 13 van het jaar 2015 en/of de periode(n) 3 en/of 4 en/of 5 en/of 6 en/of 7 en/of 8 en/of 9 van het jaar 2016 (DOC-485 tot en met DOC-492 en DOC 456 tot en met DOC-460); en/of
-(een) voorschotformulier(en) van de betaling van een voorschot aan [betrokkene 6] voor de periode(n) 4 en/of 5 en/of 6 en/of 7 en/of 9 van het jaar 2016 (DOC-232 tot en met DOC-238); en/of
-(een) voorschotformulier(en) van de betaling van een voorschot aan [betrokkene 7] voor de periode(n) 5 en/of 9 en/of 10 en/of 13 en/of 14 van het jaar 2015 en/of de periode(n) 1 en/of 2 en/of 3 en/of 4 en/of 5 en/of 8 en/of 9 van het jaar 2016 (DOC-637 tot en met DOC-648); en/of
-(een) voorschotformulier(en) van de betaling van een voorschot aan [betrokkene 8] voor de periode(n) 5 en/of 6 en/of 7 en/of 9 en/of 10 en/of 11 en/of 12 en/of 13 van het jaar 2015 (DOC-1250 tot en met DOC-1257),
en/of
B. een of meerdere salarisspecificatie(s), waaronder/te weten:
-een salarisspecificatie van [betrokkene 4], gedateerd 03-10-2014 (DOC-665); en/of
-een salarisspecificatie van [betrokkene 8], gedateerd 12-06-2015 (DOC-1260); en/of
-een salarisspecificatie van [betrokkene 7], gedateerd 01-05-2016 (DOC-649); en/of
-een salarisspecificatie van [betrokkene 9], gedateerd 20-05-2016 (DOC-720),
en/of
C.
een of meerderefactu
(u)r
(en
)(telkens) op naam van [bedrijf F] aan [bedrijf A],
waaronder/te weten de factu
(u)r
(en
)met factuurnummer
(s
)C2015048 (DOC-1083) en
/ofC2015055 (DOC-1084 ) en
/ofC2015061 (DOC-1085) en
/ofC2015072 (DOC-1086) en
/ofC2015072 (DOC-1087) en
/ofC2016005 (DOC-265)
, in elk geval een of meerdere factu(u)r(en) (telkens) op naam van [bedrijf F] gericht aan [bedrijf A],
en
/of
D. een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd (DOC-377) en
/ofeen salarisspecificatie d.d. 29 januari 2016 van [medeverdachte 4] (DOC-378),
althans een of meerdere valse geschrift(en),verwerkt
en/of doen verwerkenen
/ofopgenomen
en/of doen opnemenin de bedrijfsadministratie van [bedrijf A],
bestaande die valsheid hierin dat (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid:
-op de/het onder A. genoemde voorschotformulier(en) is vermeld dat het op die/dat voorschotformulier(en) vermelde voorschot(ten) is/zijn uitbetaald aan de op die/dat voorschotformulier(en) vermelde perso(o)n(en), terwijl in werkelijkheid aan de op die/dat voorschotformulier(en) vermelde perso(o)n(en) geen voorschot is uitbetaald, in elk geval niet het geldbedrag als voorschot aan de op die/dat voorschotformulier(en) vermelde perso(o)n(en) is uitbetaald zoals vermeld op dat/die voorschotformulier(en); en/of
-op de onder B. genoemde salarisspecificatie(s) (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid is vermeld dat het op die salarisspecificatie(s) genoemde netto loon en/of voorschot en/of een reiskostenvergoeding is uitbetaald aan de op die salarisspecificatie(s) vermelde perso(o)n(en), terwijl in werkelijkheid niet het netto loon en/of voorschot en/of reiskostenvergoeding aan de op die/dat salarisspecificatie(s) vermelde perso(o)n(en) is uitbetaald zoals vermeld op die salarisspecificatie(s); en/of
-op de onder C. genoemde factu
(u)r
(en
)is vermeld dat [bedrijf F] werkzaamheden en
/ofdiensten heeft verricht voor [bedrijf A], terwijl in werkelijkheid de in de bovengenoemde factu
(u)r
(en
)genoemde werkzaamheden en
/ofdiensten niet zijn verricht, althans niet de werkzaamheden en
/ofdiensten zijn verricht zoals beschreven op deze factu
(u)r
(en
); en
/of
-op de onder D. genoemde arbeidsovereenkomst en
/ofsalarisspecificatie is vermeld dat [medeverdachte 4] (met ingang van 7 september 2015) in (loon)dienst is/was bij [bedrijf A](in de functie van project manager),
zulks met het oogmerk om
dat/die geschrift
(en
)als echt en onvervalst te gebruiken of door (een) ander(en) te doen gebruiken,
tot het plegen van bovengenoemde strafbare feit hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opdracht heeft gegeven en/ofaan welke verboden gedraging(en) hij, verdachte,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,feitelijke leiding heeft gegeven;
en
/of
[bedrijf F]
op één of meerdere tijdstip(pen) gelegenin
of omstreeksde periode van 1 augustus 2015 tot en met 31 januari 2017
te Rotterdam en/of Bleiswijk en/of 's-Gravenhage en/of Zoetermeer, althansin Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
haar de (bedrijfs)administratie, zijnde die bedrijfsadministratie een (samenstel van) geschrift(en), bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen - (telkens) valselijk heeft opgemaakt
en/of valselijk heeft doen opmakenen
/ofheeft vervalst
en/of heeft doen vervalsen,
immers heeft
/hebben[bedrijf F]
en/of haar mededader(s) een of meerderevalse geschrift(en), te weten
-
een of meerderevalse factu
(u)r
(en
)op naam van [bedrijf/medeverdachte 5] aan [bedrijf F],
waaronder/te weten de factu
(u)r
(en
)met factuurnummer
(s
)001.2015 (DOC-399) en
/of002.2015 (DOC-397) en
/of003.2015 (DOC-394) en
/of004.2015 (DOC-396) en
/of005.2015 (DOC-395) en
/of006.2015 (DOC-391) en
/of001.2016 (DOC-266) en
/of002.2016 (DOC-404) en
/of003.2016 (DOC-263) en
/of004.2016 (DOC-286) en
/of005.2016 (DOC-401),
in elk geval een of meerdere factu(u)r(en) (telkens) op naam van [bedrijf/medeverdachte 5] aan [bedrijf F];en
/of
-
een of meerderefactu
(u)r
(en
)(telkens) op naam van [bedrijf F] aan [bedrijf A],
waaronder/te weten de factu
(u)r
(en
)met factuurnummer
(s
)C2015048 (DOC-1083) en
/ofC2015055 (DOC-1084 ) en
/ofC2015061 (DOC-1085) en
/ofC2015072 (DOC-1086) en
/ofC2015072 (DOC-1087) en
/ofC2016005 (DOC-265),
in elk geval een of meerdere factu(u)r(en) (telkens) op naam van [bedrijf F] gericht aan [bedrijf A],
althans een of meerdere valse geschrift(en), verwerkt en/of doen verwerken en/of opgenomen en/of doen opnemen in haar (bedrijfs)administratie,
bestaande die valsheid hierin dat op genoemde factu
(u)r
(en
)/geschrift(en)(telkens) valselijk en in strijd met de waarheid is vermeld dat werkzaamheden en
/ofdiensten (op basis van een overeenkomst) zijn verricht, terwijl het verrichten van deze werkzaamheden en
/ofdiensten in werkelijkheid niet heeft plaatsgevonden, althans niet de werkzaamheden en
/ofdiensten zijn verrichten zoals vermeld op genoemd
(e
)factu
(u)r
(en
)/geschrift(en),
zulks met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door (een) ander(en) te doen gebruiken,
tot het plegen van bovengenoemde strafbare feit hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opdracht heeft gegeven en/ofaan welke verboden gedraging(en) hij, verdachte,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,feitelijke leiding heeft gegeven.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 2 primair bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van valsheid in geschrift, begaan door een rechtspersoon, aan welke gedraging de verdachte feitelijke leiding heeft gegeven,
meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft feitelijk leiding gegeven aan het door [bedrijf H] plegen van valsheid in geschrift. De verdachte heeft in dat verband meegewerkt aan het opstellen van valse facturen en die facturen in de administratie van [bedrijf A] op laten nemen. Daarnaast heeft hij valse facturen van [bedrijf/medeverdachte 5] opgenomen in de administratie van [bedrijf F] Met deze facturen werden werkzaamheden en diensten aan [bedrijf A] gefactureerd, terwijl deze werkzaamheden en diensten niet werkelijk waren verricht, althans niet zoals beschreven op de facturen.
Ook heeft hij nagelaten op te treden toen hij merkte dat de arbeidsovereenkomst met [medeverdachte 4] vals was. Hij heeft deze in de administratie laten zitten en terwijl hij al wist van die valsheid, loonbetalingen laten verwerken en nog een valse salarisspecificatie laten opstellen en opnemen in de administratie van [bedrijf A].
De verdachte heeft door aldus te handelen het vertrouwen dat in het maatschappelijk verkeer moet kunnen worden gesteld in de echtheid van dergelijke documenten beschaamd. Vanuit zijn functie als bestuurder van de verschillende bedrijven behorende tot de [bedrijvengroep] valt het de verdachte aan te rekenen dat hij zich met deze strafbare feiten heeft ingelaten.
Het hof heeft voorts acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d.
1 november 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor het plegen van een strafbaar feit.
Het hof is - alles afwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke taakstraf voor de duur van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis in beginsel een passende en geboden reactie vormt.
Het hof heeft evenwel vastgesteld dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot de bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden is overschreden. De redelijke termijn van de berechting in hoger beroep is met het instellen van hoger beroep op 2 januari 2019 aangevangen. Het hof wijst arrest op 22 december 2023, wat maakt dat de redelijke termijn met bijna 3 jaar is overschreden.
Het hof zal deze overschrijding verdisconteren in de strafmaat en zal, in plaats van de hiervoor overwogen taakstraf voor de duur van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis, een taakstraf voor de duur van 170 uren, subsidiair 85 dagen hechtenis opleggen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 22c, 22d, 47, 51, 57 en 225 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1, 3 primair en 3 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 2 primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 2 primair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
170 (honderdzeventig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
85 (vijfentachtig) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door mr. H.C. Plugge,
mr. H. Steenhuis en mr. R. van der Hoeven, in bijzijn van de griffier mr. L.A. Haas.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 22 december 2023.