ECLI:NL:GHDHA:2023:2561
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Uitleg van een echtscheidingsconvenant conform de Haviltex-maatstaf en de peildatum voor de huwelijksgemeenschap
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 19 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de uitleg van een echtscheidingsconvenant tussen een man en een vrouw. De man was in hoger beroep gekomen tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam van 24 augustus 2022, waarin onder andere was bepaald dat een depotbedrag van € 160.000,- volledig aan de vrouw toekwam. De man voerde aan dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat hij in de voormalige echtelijke woning mocht blijven wonen en dat de kosten van de woning na de ontbinding van de huwelijksgemeenschap niet voor zijn rekening zouden komen. Het hof oordeelde dat het echtscheidingsconvenant moet worden uitgelegd conform de Haviltex-maatstaf, waarbij de bedoeling van partijen en hun gedragingen na het sluiten van het convenant van belang zijn. Het hof bevestigde de uitleg van de rechtbank en oordeelde dat de man geen nieuwe feiten had aangedragen die tot een ander oordeel zouden moeten leiden. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank voor zover het depotbedrag van € 160.000,- volledig aan de vrouw toekwam en bepaalde dat de vrouw recht had op een bedrag van € 137.173,06. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.