[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
BRP-adres: [adres].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van de tijd die is doorgebracht in voorarrest. Daarnaast zijn beslissingen genomen omtrent de vordering van de benadeelde partij en de inbeslaggenomen goederen, zoals nader is omschreven in het vonnis waarvan beroep.
De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 10 november 2020 en/of 11 november 2020 te ‘s-Gravenhage, meermalen, althans eenmaal tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, (telkens) door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die (telkens) bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], immers heeft hij, verdachte, en/of zijn mededader (telkens) zijn vinger(s) in de vagina en/of zijn penis in de mond en/of de vagina van die [slachtoffer] geduwd en/of gebracht en bestaande dat geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid uit:
- het bevestigen van een masker op het gezicht en/of hoofd van die [slachtoffer] waardoor haar ogen en neus (gedeeltelijk) werden bedekt en/of
- het aannemen van een agressieve houding en/of
- het meermalen in/tegen het gezicht slaan en/of
- het (vervolgens) in de mond stoppen van een pil, althans een op een pil gelijkend voorwerp, en/of het (vervolgens) het duwen van die pil in de mond/keel van die [slachtoffer], waarbij haar hoofd werd vastgehouden en/of - het meermalen zeggen dat die [slachtoffer] een onzekere blanke vrouw en/of een slet was en/of dat onzekere blanke vrouwen van perversiteit houden, terwijl die [slachtoffer] dit (telkens) hoorde en/of
- het misbruik maken van de afhankelijkheidsrelatie van [slachtoffer] met hem, verdachte en/of met de medeverdachte en/of
- het (aldus) misbruik maken van de kwetsbare positie waarin die [slachtoffer] zich bevond, doordat hij, verdachte en/of zijn mededader getalsmatig en/of fysiek en/of emotioneel overwicht had(den) op die [slachtoffer] en/of aldus telkens een voor die [slachtoffer] een ongelijkwaardige en/of bedreigende situatie heeft doen ontstaan waartegen die [slachtoffer] geen weerstand kon bieden en/of waaraan en/of waardoor die [slachtoffer] zich niet kon verzetten tegen eerdergenoemde seksuele handelingen;
2.
hij in of omstreeks de periode van 14 september 2018 tot en met 9 november 2020 te ‘s-Gravenhage, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, (telkens) door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die (telkens) bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], immers heeft hij, verdachte, en/of zijn mededader (telkens) zijn vinger(s) in de vagina en/of zijn penis in de mond en/of in de vagina van die [slachtoffer] geduwd en/of gebracht en bestaande dat geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid uit:
- het (laten) blinddoeken van die [slachtoffer] en/of
- het (per what's app) op dwingende toon (vooraf) instrueren van die [slachtoffer] welke seksuele handelingen zij (al dan niet bij zichzelf) moet verrichten en/of wat zij moet doen en/of zeggen en/of
- het aannemen van een agressieve houding en/of
- het op dwingende toon roepen/zeggen dat die [slachtoffer] mee moet werken en/of mee moet bewegen terwijl er seksuele handelingen worden verricht en/of
- het (dreigend) tegen die [slachtoffer] roepen/zeggen "ik wil tong zien" en/of "ik meen het!" en/of "ik wil je hele lichaam zien meebewegen als een blanke hoer! een blanke tumor ben je! doe het! dit is het enige wat je kan om te overleven, doe het! ik klap je motherfucker!", terwijl er seksuele handelingen werden verricht en/of
- het geven van een drankje aan die [slachtoffer] en/of het (daarbij) dwingend zeggen "drink het helemaal op! vertel mij hoe geil jij bent" en/of "vertel kankerhoer, waarom jij verliefd op hem bent!"
- het meermalen in/tegen het gezicht en/of op/tegen het lichaam slaan/stompen van die [slachtoffer] en/of
- het filmen van de (gedeeltelijk) ontklede [slachtoffer] en/of het filmen van de seksuele handelingen die zij bij verdachte en/of zijn mededader en/of zichzelf moet verrichten en/of het filmen van de seksuele handelingen die hij, verdachte, en/of zijn mededader bij die [slachtoffer] verrichten en/of
- het misbruik maken van de afhankelijkheidsrelatie van [slachtoffer] met hem, verdachte en/of met de medeverdachte en/of
- het (aldus) misbruik maken van de kwetsbare positie waarin die [slachtoffer] zich bevond, doordat hij, verdachte en/of zijn mededader getalsmatig en/of fysiek en/of emotioneel overwicht had(den) op die [slachtoffer] en/of aldus telkens een voor die [slachtoffer] een ongelijkwaardige en/of bedreigende situatie heeft doen ontstaan waartegen die [slachtoffer] geen weerstand kon bieden en/of waaraan of waardoor die [slachtoffer] zich niet kon verzetten tegen eerdergenoemde seksuele handelingen;
3.
hij in of omstreeks de periode van 12 december 2020 tot en met 5 januari 2021 te 's-Gravenhage opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 34,61 gram althans een hoeveelheid van ca. 70 pillen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaren, met aftrek van de tijd die is doorgebracht in voorarrest, en tot oplegging van een contactverbod met [slachtoffer] voor de duur van 5 jaren.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee deels niet verenigt.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op of omstreeks
10 november 2020 en/of11 november 2020 te ‘s-Gravenhage,
meermalen, althans eenmaaltezamen en in vereniging met een ander,
althans alleen, (telkens)door
geweld ofeen
anderefeitelijkheid
en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid[slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van
een of meerhandelingen die
(telkens) bestonden uit ofmede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], immers heeft hij, verdachte, en/of zijn mededader
(telkens)zijn vinger
(s
)in de vagina en/of zijn penis in de mond en/of de vagina van die [slachtoffer]
geduwd en/ofgebracht en bestaande
dat geweld of een anderediefeitelijkheid
en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheiduit:
- het bevestigen van een masker op het
gezicht en/ofhoofd van die [slachtoffer] waardoor haar ogen en neus
(gedeeltelijk)werden bedekt en/of
- het aannemen van een agressieve houding en/of
- het meermalen in/tegen het gezicht slaan en/of
- het
(vervolgens) in de mondstoppen van een pil
, althans een op een pil gelijkend voorwerp,en
/of het (vervolgens) het duwen van die pilin de mond
/keelvan die [slachtoffer], waarbij haar hoofd werd vastgehouden en/of
- het meermalen zeggen dat die [slachtoffer] een onzekere blanke vrouw en/of een slet was en/of dat onzekere blanke vrouwen van perversiteit houden, terwijl die [slachtoffer] dit (telkens) hoorde en/of
- het misbruik maken van de afhankelijkheidsrelatie van [slachtoffer]
met hem, verdachte en/ofmet de medeverdachte en
/of
- het
(aldus)misbruik maken van de kwetsbare positie waarin die [slachtoffer] zich bevond, doordat hij, verdachte en
/ofzijn mededader getalsmatig en/of fysiek en/of emotioneel overwicht had
(den
)op die [slachtoffer] en
/ofaldus
telkenseen voor die [slachtoffer] een ongelijkwaardige
en/of bedreigendesituatie heeft doen ontstaan waartegen die [slachtoffer] geen weerstand kon bieden en
/of waaraan en/ofwaardoor die [slachtoffer] zich niet kon verzetten tegen eerdergenoemde seksuele handelingen;
2.
hij in
of omstreeksde periode van 14 september 2018 tot en met 9 november 2020 te ‘s-Gravenhage,
althans in Nederland,meermalen
, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een ander,
althans alleen, (telkens
)door geweld of een andere feitelijkheid
en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid[slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van
een of meerhandelingen die (telkens)
bestonden uit ofmede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], immers heeft hij, verdachte, en/of zijn mededader (telkens)
zijn vinger(s) in de vagina en/ofzijn penis in de mond en/of in de vagina van die [slachtoffer]
geduwd en/ofgebracht en bestaande dat geweld of
eendieandere feitelijkheid
en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheiduit:
- het (laten) blinddoeken van die [slachtoffer] en/of
- het (per what's app) op dwingende toon (vooraf) instrueren van die [slachtoffer] welke seksuele handelingen zij (al dan niet bij zichzelf) moet verrichten en/of wat zij moet doen en/of zeggen en/of
- het aannemen van een agressieve houding en/of
- het op dwingende toon
roepen/zeggen dat die [slachtoffer] mee moet werken en/of mee moet bewegen terwijl er seksuele handelingen worden verricht en/of
- het (dreigend) tegen die [slachtoffer] roepen
/zeggen"ik wil tong zien" en
/of"ik meen het!" en
/of"ik wil je hele lichaam zien meebewegen als een blanke hoer! een blanke tumor ben je! doe het! dit is het enige wat je kan om te overleven, doe het! ik klap je
motherfacker!", terwijl er seksuele handelingen werden verricht en/of
- het geven van een drankje aan die [slachtoffer] en/of het (daarbij) dwingend zeggen "drink het helemaal op! vertel mij hoe geil jij bent" en/of "vertel kankerhoer, waarom jij verliefd op hem bent!"
- het
meermalen in/tegen het gezicht en/of op/tegen het lichaam slaan
/stompenvan die [slachtoffer] en/of
- het filmen van de (gedeeltelijk) ontklede [slachtoffer] en
/ofhet filmen van de seksuele handelingen die zij bij verdachte en/of zijn mededader
en/of zichzelfmoe
st verrichten en/of het filmen van de seksuele handelingen die hij, verdachte, en/of zijn mededader bij die [slachtoffer] verricht
ten en/of
- het misbruik maken van de afhankelijkheidsrelatie van [slachtoffer]
met hem, verdachte en/ofmet de medeverdachte en
/of
- het
(aldus)misbruik maken van de kwetsbare positie waarin die [slachtoffer] zich bevond, doordat hij, verdachte en
/ofzijn mededader getalsmatig en/of fysiek en/of emotioneel overwicht had
(den
)op die [slachtoffer] en
/ofaldus telkens een voor die [slachtoffer] een ongelijkwaardige en/of bedreigende situatie heeft doen ontstaan waartegen die [slachtoffer] geen weerstand kon bieden en
/of waaraan ofwaardoor die [slachtoffer] zich niet kon verzetten tegen eerdergenoemde seksuele handelingen;
3.
hij in
of omstreeksde periode van 12 december 2020 tot en met 5 januari 2021 te 's-Gravenhage opzettelijk aanwezig heeft gehad
ongeveer 34,61 gram althanseen hoeveelheid van ca. 70 pillen,
in elk geval een hoeveelheid van een materiaalbevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Nadere bewijsoverwegingen ten aanzien van het onder 1 en 2 tenlastegelegde
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsman, overeenkomstig zijn overgelegde pleitnotities, primair vrijspraak bepleit van het onder feit 1 en 2 ten laste gelegde, nu niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte zich als pleger dan wel als medepleger schuldig heeft gemaakt aan verkrachting.
Daartoe heeft de verdediging aangevoerd, kort gezegd, dat [slachtoffer] niet tegen haar wil seks heeft gehad met de verdachte, noch de verdachte [slachtoffer] heeft gedwongen, al dan niet door feitelijkheden, om onder dwang seks met hem te hebben. Er was sprake van een afgesproken rollenspel tussen [slachtoffer], haar toenmalige echtgenoot [medeverdachte] en de verdachte, welk rollenspel ‘SM-achtige trekjes’ had. In dat kader werd [slachtoffer] gedomineerd, maar er is nooit sprake geweest van dwang en het opzet van de verdachte was daar ook niet op gericht. De verdachte heeft ook niet de aanmerkelijke kans aanvaard dat [slachtoffer] tot de seks werd gedwongen, waardoor er evenmin sprake is van voorwaardelijk opzet op het [slachtoffer] laten ondergaan van door haar niet gewilde seksuele handelingen.
Op grond van het verhandelde ter terechtzitting gaat het hof uit van de volgende feiten en omstandigheden.
Aanleiding onderzoek
Naar aanleiding van een melding dat een bewoner van de [adres] te Den Haag tegen zijn partner aan het schreeuwen was, zijn verbalisanten daar op 11 november 2020 naartoe gegaan. Ter plaatse werd opengedaan door een man, [medeverdachte], die desgevraagd vertelde dat hij de bewoner was en dat ook zijn twee kinderen en zijn vrouw in de woning waren. [medeverdachte] zei dat de verbalisanten niet naar binnen mochten en dat zij zijn vrouw niet konden spreken omdat zij ziek in bed lag. Nadat de verbalisanten zeiden dat zij toch echt de vrouw wilden spreken ging [medeverdachte] naar binnen en probeerde hij de deur dicht te doen. Kort hierna zijn de verbalisanten naar binnen gegaan. Binnen troffen zij [slachtoffer], de echtgenote van [medeverdachte], aan, die letsel in haar gezicht en op haar hoofd had. Door een van de verbalisanten is via de portofoon direct om een ambulance gevraagd.
Uit een geneeskundige verklaring blijkt dat [slachtoffer]
op dat moment een gezwollen rechteroog had en meerdere bloeduitstortingen op het aangezicht en onder het haar, daarnaast (bloeduitstortingen op) een gezwollen hals, een bloeduitstorting op de borstwand en een gebroken neus. Er was sprake van uitwendig bloedverlies.
In de slaapkamer van de woning van [medeverdachte] en [slachtoffer] troffen de verbalisanten een hoogslaper aan, waaraan twee camera’s hingen. In de slaapkamer werden voorts verschillende gegevensdragers aangetroffen, die in beslag zijn genomen. Uit het onderzoek naar de gegevensdragers en het uitkijken van de zich daarop bevindende opgenomen video’s bleek dat op die beelden seksuele gedragingen waren te zien, waarbij niet alleen [slachtoffer] en [medeverdachte] maar ook een derde persoon betrokken was. Dit bleek de verdachte te zijn.
Het dossier bevat een proces-verbaal van bevindingen waarin de verbalisant beschrijft wat er te zien is op camerabeelden van 11 november 2020. Daaruit kan worden afgeleid dat [slachtoffer] om 01.15 uur op de beelden te zien is. Zij heeft dan een behoorlijke blauwe plek om haar oog en haar wang is helemaal blauw/groen. Haar kaak is helemaal blauw en zij heeft een wond op haar lippen. Zij moet sperma uit het dekbed zuigen. [medeverdachte] zegt dat het sperma van de verdachte is en zij moet zeggen dat zij zijn zaad wil. [medeverdachte] scheldt [slachtoffer] de hele tijd uit met ‘kanker motherfucker’ of ‘kankerhoer’. [slachtoffer] zegt dat zij twee keer in de week het zaad van de verdachte krijgt. Zij krijgt vervolgens een vuistslag met volle kracht in haar gelaat omdat zij volgens [medeverdachte] niet in de camera kijkt. Er is een harde doffe klap te horen. Te zien is dat het gezicht van [slachtoffer] de andere kant op draait. Om 01.20 uur moet [slachtoffer] zeggen dat zij een SM hoer is en [medeverdachte] scheldt haar de hele tijd uit. Op de beelden is volgens de verbalisant het letsel van [slachtoffer] goed te zien. Zij moet [medeverdachte] pijpen en ondertussen praat hij op een dominante manier tegen [slachtoffer]. Zij moet zeggen dat zij geslagen wil worden door [medeverdachte] en de verdachte. [medeverdachte] zegt: ‘Zou jij het geil vinden als [verdachte] [hof: de verdachte] jou zou klappen’. [slachtoffer] krijgt vervolgens een klap in het gezicht met vlakke rechterhand, aan de linkerkant van haar gezicht. [slachtoffer] zegt dat zij het geil vindt als de verdachte tijdens de seks haar klappen geeft. Op beelden van het tijdsbestek tussen 05:51 en 06:04 uur is nog meer letsel in het gezicht van [slachtoffer] te zien: een behoorlijke zwelling en blauwe plekken in haar gezicht. [medeverdachte] is te horen op de beelden. [slachtoffer] pijpt hem. Haar wenkbrauw is kapot en er is bloed te zien. Haar rechterkaak is helemaal blauw en dik. [slachtoffer] moet zeggen wie zij allemaal geneukt heeft. Zij wordt meerdere malen in het gezicht geslagen met de telefoon. [medeverdachte] is aan het schreeuwen tegen [slachtoffer]. Zij heeft een wit papiertje vast en zit onder het bloed. [medeverdachte] zegt: ‘kom maar klappen ontvangen. Kom vrijwillig klappen opvangen’, waarop [slachtoffer] zegt: ‘Ik ben een kankerhoer en ik moet luisteren.’ [medeverdachte] houdt de haren van [slachtoffer] vast met zijn hand. Om 16:58 uur is te zien dat er een gesprek is tussen [slachtoffer] en [medeverdachte]. Te zien is dat zij letsel heeft, maar nu heeft zij gaasjes op de plekken waar zij eerder bloedde. Dit is op haar wenkbrauw en lip. [medeverdachte] slaat [slachtoffer] vier keer in het gezicht. Nu zijn beide ogen van [slachtoffer] blauw. [slachtoffer] draagt een netpakje met haar vagina open. [medeverdachte] zegt: ‘Ik maak jou dood kankerhoer.’ Hierna is te zien dat de verdachte [het hof begrijpt: [medeverdachte]] en [slachtoffer] seks hebben met elkaar. [slachtoffer] is tijdens de gehele film uitdrukkingsloos.
Daarnaast bevat het dossier beschrijvingen van verschillende andere video’s, opgenomen over een periode vanaf 14 september 2019 tot en met 11 november 2020, waarop te zien is dat [slachtoffer] seks heeft met [medeverdachte] en/of de verdachte, en dat zij daarbij op instructie van [medeverdachte] en/of de verdachte verschillende seksuele handelingen bij (één van) hen moet verrichten en/of ondergaan. Daarbij is onder meer te zien is dat bij [slachtoffer] een masker over haar hoofd werd getrokken en dat een pil in haar mond werd geduwd.
Verklaringen [slachtoffer]
Naar aanleiding van het voorgaande heeft [slachtoffer] bij de politie op 16 november, 10 december 2020 en 16 februari 2021 zeer uitgebreide verklaringen afgelegd. Uit die verklaringen komt onder meer het volgende naar voren:
- [ [slachtoffer] heeft verklaard dat zij na de bevalling van de jongste door [medeverdachte] voor de keus werd gesteld: of naar een parenclub of een trio met een andere man erbij. Verder verklaarde [slachtoffer]:
“Zijn behoefte aan seks was groter dan de mijne. Het gebeurde altijd op zijn manier.”[slachtoffer] is op een gegeven moment ook gestopt met erover praten, omdat hij altijd gelijk had.
“Op een gegeven moment word je er moedeloos van. Op een gegeven moment sta je onder invloed van iemand. Hij had heel snel de neiging om boos te worden, gewoon bijna kwaadaardig boos. Hij schold je dan helemaal verrot. Altijd kleineren. De momenten dat er iemand anders bij betrokken was, waren voor mij de momenten dat het niet goed was, dat het niet fijn was. Dan werd hij heel dominant. Dan moest dit en het moest zus en het moest zo. Ze probeerde er eigenlijk altijd wel aan te ontkomen.”Dan probeerde [slachtoffer] altijd maar niet veel te reageren, zodat het niet doorging.
“Soms zei hij: je ondergaat het maar. En het gaat gewoon gebeuren.”Een parenclub zag [slachtoffer] helemaal niet zitten, dan maar een trio. Zij wilde eigenlijk niet echt iets, zij [[medeverdachte] en de verdachte] wel een pilletje. Ze denkt dat ze een keer gezegd hebben: en je slikt gewoon wat we je geven. Ze weet dat ze op 11 november 2020 die pil naar binnen heeft gekregen en dat ze die voor een deel ook weer naar buiten heeft proberen te werken.
“Als je zo’n strak masker over je hoofd hebt, dan wil je en voel je niet zo veel”,heeft [slachtoffer] ook nog verklaard
.De mannen waren volgens [slachtoffer] de dominante factoren. Ook heeft zij verklaard:
“Er werd vaak te diep in mijn keel gepenetreerd. Dat kon ik niet en dat zei ik ook.”
- Op de vraag van verbalisanten of de seksuele handelingen met meerdere mannen vrijwillig waren heeft [slachtoffer] verklaard:
“Euh…[hof: het proces-verbaal vermeldt dat nu een stilte van zes seconden valt]
Nou ja, uiteindelijk wel denk ik, ja. Ik weet dat ik, ik.. het was… niet mijn ding, zeg maar. Maar goed… je geeft soms mee.”En over wiens idee het was om seks te hebben met andere mannen:
“het is een beetje… nou ja, in eerste… vroeger was het wel een beetje vanaf hem zeg maar. Maar op een gegeven moment was het wel een beetje gezamenlijk.”
- Naar aanleiding van voorgaande verklaringen heeft de verhorende verbalisant het volgende gevraagd: ‘Toen ik u net vroeg of het vrijwillig was, zegt u van: nou ja, ik denk dat het wel vrijwillig was. Waar is die twijfel?’ Daarop heeft [slachtoffer] geantwoord:
“Euh…[het proces-verbaal vermeldt dat het nu drie seconden stil is]
Euhm… mijn seksuele behoefte minder was dan die van mijn ex-man. Dus soms moest ik mij daar wel een beetje voor opladen om dat te doen, zeg maar. Maar je wil ook iemand niet afvallen, zeg maar, of teleurstellen. Dus, dan kost het soms even moeite om op te laden zeg maar. Vandaar de twijfel.”
- Naar aanleiding van vragen van de verbalisant over de pil die tijdens de seksuele handelingen in haar mond was geduwd, heeft [slachtoffer] verklaard dat zij denkt dat zij deze gedeeltelijk had weten uit te werken, en dat [medeverdachte] en de verdachte de pil, als zij deze had geweigerd,
“evengoed naar binnen hadden gedaan.”
- Als de verdachte erbij kwam [het hof begrijpt: bij de seks] was [slachtoffer] blij als het weer voorbij was. Ze deed dan het liefst een blinddoek op haar hoofd, zodat ze niets zag.
- [ [slachtoffer] heeft over het masker (voorts) verklaard dat zij tegen [medeverdachte] had gezegd dat zij het niet fijn vond en het niet wilde, en voorts:
“Het hoorde een beetje bij het ding waar we mee bezig waren ook. Onderzoeken van waar, waar… wat leuk is en niet. Nou ja, ik vond het masker inderdaad een beetje beklemmend. Maar dan had hij gezegd: ‘je went er wel aan’.”
- Van wat op 11 november 2020 is gebeurd had [slachtoffer] eigenlijk geen besef meer. Zij was erg moe geweest, want ze had de vorige nacht niet geslapen. Ook op 11 november 2020 wilde ze eigenlijk slapen, maar dat lukte niet. Zij wist wel dat er een tweede man bij was geweest en dat daar iets mee is gebeurd, maar verder wist zij het niet goed meer. Op de vraag van verbalisanten wat er was gebeurd als zij op dat moment had gezegd dat zij dat niet wilde antwoordde [slachtoffer]:
“Ik denk dat dat niet… eh, ik weet niet wat er was gebeurd”en:
“in dat moment had gekund, zeg maar. Maar ik weet niet wat de consequenties daarvan waren”en dat zij op het moment dat zij het niet wilde
“zou proberen”om stop te zeggen. Dat zij dit op 11 november 2020 niet deed, was volgens [slachtoffer] omdat zij heel erg moe was, en eigenlijk wilde slapen.
- Verbalisanten hebben aan [slachtoffer] foto’s (stills) laten zien van de camerabeelden van 11 november 2020. Terwijl [slachtoffer] deze foto’s bekeek – waarop de verdachte te zien was - zagen verbalisanten dat zij schrok van de afbeeldingen en emotioneel raakte. Op de vraag van verbalisanten wat dit met [slachtoffer] deed, antwoordde zij tot tweemaal toe:
“dat ik dit heb toegestaan...”
- Op de vraag van verbalisanten of [medeverdachte] haar in zijn greep had, heeft [slachtoffer] verklaard:
“Ja. Ik hoor nu ook van meerdere mensen van: waarom ben je niet eerder weggegaan? Ik kon dat op een of andere manier niet. Hij zei dan ook tegen mij dat ik de kinderen dan niet meer zou zien tot aan ze groot zijn. Daar word je dan heel verdrietig van, dus dan besluit je maar om te blijven en door te zetten”. Ook heeft [slachtoffer] verklaard dat [medeverdachte] manipulatief was, in die zin dat hij zei wat je moet doen en niet moet doen.
- [ [medeverdachte] omschreef de seks met [slachtoffer] als ‘afwerkseks’, omdat [slachtoffer] in de ‘afwerkmodus’ ging, omdat zij dacht dat zij er zo sneller van af was. [slachtoffer] zat in een fase waarin zij minder seks wilde (dan [medeverdachte]),
“en als je dan iemand hebt die zegt, ‘als jij nu geen seks met me hebt dan loop ik naar een ander’, en je doet het dan wel. Ja, je doet het dan, maar niet omdat je het zelf wil. ”In dit verband heeft [slachtoffer] voorts verklaard dat [medeverdachte] tegen haar had gezegd “je doet toch uiteindelijk wel wat ik wil dat je doet.”
- De camera’s in de slaapkamer waren er zodat [medeverdachte] zijn eigen film kon hebben. Hij had de camera’s vast staan, zodat de twee mannen seks met [slachtoffer] konden hebben. Het was altijd met twee mannen, een paar keer per jaar of zo. De beelden keek [medeverdachte] voor zichzelf terug. [slachtoffer] hoefde ze nooit terug te zien.
- [ [slachtoffer] heeft [medeverdachte] vaker gezegd dat zij eigenlijk geen seks met andere mannen wilde. [medeverdachte] zei dan: ‘Jij wil dat wel, want ik zie in filmpjes hoe je reageert, dus je wilt het wel’. [slachtoffer] heeft [medeverdachte] wel een paar keer gezegd dat dit niet zo was en dat zij het ook altijd op afstand probeerde te houden. Dat lukte vaak niet.
- Als [slachtoffer] met [medeverdachte] en de verdachte was, moest [slachtoffer] zich “opladen”. Over de manier waarop zij dat deed, verklaarde zij:
“ Euh.... Door, wat, wat ik dus ook met dat slaan heb gedaan, gewoon maar, gewoon... eh... m’n hoofd loskoppelen van m’n lijf. Dat is vaak wat ik deed als ik dan dingen moest doen waar ik niet echt achter stond, maar waar ik eigenlijk op zo’n moment niet aan kon ontkomen.”
- Soms wist [slachtoffer] het van tevoren als de verdachte bij hen thuis kwam, soms niet. Als zij er achter kwam dat de verdachte langs zou komen, bezorgde haar dat
“een beetje stress”,
“alsof je een heel moeilijk examen moet doen.”[medeverdachte] merkte het als [slachtoffer] stress had, en zei ‘Je doet het toch wel.’ De stress uitte zich hierin dat [slachtoffer] tegen [medeverdachte] zei ‘vandaag heb ik niet zo’n zin’, maar [medeverdachte] zei dan ‘je doet het toch maar wel.’
- Bij de verdachte was het volgens [slachtoffer] niet altijd even gewenst. Volgens [slachtoffer] heeft zij soms wel gehad dat zij iets onderging en daar niks van durfde te zeggen, want dan is het maar zo snel mogelijk gebeurd.
Tegen de wil van [slachtoffer]?
Niet ter discussie staat dat de verdachte zowel op of omstreeks 11 november 2020 (feit 1), als op verschillende tijdstippen in de periode van 14 september 2018 tot en met 9 november 2020 (feit 2) seks heeft gehad met [slachtoffer], dit in het kader van een ‘rollenspel’ waarbij ook [medeverdachte] was betrokken. De vraag die allereerst ter beantwoording aan het hof voorligt is of de seksuele handelingen waarbij de verdachte in dat kader betrokken was, tegen de wil van [slachtoffer] hebben plaatsgevonden.
Het hof overweegt als volgt.
Uit de hiervoor weergegeven verklaringen van [slachtoffer] komt naar het oordeel van het hof duidelijk naar voren dat zij de trio-seks met de twee mannen - [medeverdachte] en de verdachte - niet wilde, omdat zij het niet prettig vond om met andere mannen seks te hebben.
Dit wordt bevestigd door de verklaring van de moeder van [slachtoffer], getuige [getuige 1], die heeft verklaard dat [medeverdachte] triootjes wilde hebben en dat [slachtoffer] dit niet wilde. Zij moest van [medeverdachte] toen zelf maar iemand gaan zoeken voor een trio, hij wist wel iemand die belangstelling voor haar had. Omdat [slachtoffer] niet wilde, moest ze iedere dag seks met [medeverdachte] hebben. Dat vond [slachtoffer] ontzettend vervelend, maar het gebeurde omdat hij het wilde. “
De man die hij had uitgezocht is degene die nu ook vast zit, die [verdachte]”(de verdachte), aldus [getuige 1], die heeft verklaard dat [slachtoffer] dit aan haar had verteld.
Tegelijkertijd constateert het hof dat op grond van het verhandelde ter terechtzitting niet kan worden vastgesteld dat [slachtoffer] op enig moment, buiten het kader van de door de verdachte als ‘rollenspel’ aangeduide gang van zaken, duidelijk te kennen heeft gegeven dat zij daaraan daadwerkelijk mee wilde doen. De enkele verklaring van de verdachte, dat hij en [slachtoffer] hun seksuele contact een keer tijdens het koffiedrinken hebben besproken en dat [slachtoffer] toen zou hebben gezegd dat zij het prettig vond, legt in dit verband onvoldoende gewicht in de schaal. Het antwoord van [slachtoffer] op de volgens verdachte meermalen gestelde vraag of [slachtoffer] het naar haar zin had, kan in het licht van de omstandigheden waaronder de seksuele handelingen plaatvonden, in ieder geval niet worden beschouwd als instemming van [slachtoffer], nog daargelaten dat dit een en ander overigens in ander bewijsmateriaal geen bevestiging vindt.
Dat [slachtoffer] duidelijk kenbaar had gemaakt dat zij aan de seksuele handelingen en het rollenspel wilde meedoen, had voor de hand gelegen mede gezien de aard en de omstandigheden waaronder de seksuele handelingen in het kader van het ‘rollenspel’ plaatsvonden: er was sprake van seks met een voor [slachtoffer] min of meer vreemde man, waarbij zij een onderdanige rol vervulde, dan wel moest ondergaan dat haar bepaalde zaken werden opgedrongen (een kap over haar hoofd, een pil die in haar mond werd geduwd); de seks vond bovendien plaats midden in de nacht of vroeg in de ochtend en de seksuele handelingen werden door meerdere camera’s vastgelegd, dit laatste ten behoeve van uitsluitend een ander ([medeverdachte]).
Dat [slachtoffer] dit daadwerkelijk heeft gewild kan ook (overigens) niet uit haar gedragingen worden afgeleid. Niet alleen uit haar eigen verklaringen, maar ook uit de beschrijvingen van verschillende video’s komt naar voren dat [slachtoffer] tijdens de seksuele handelingen versuft en/of vermoeid is: ze wrijft regelmatig in haar ogen, oogt erg vermoeid en blijft regelmatig bewegingsloos staan, zitten of liggen. Verder knijpt ze bij het verrichten van verschillende seksuele handelingen haar ogen dicht, trekt ze haar gezicht samen, kijkt zij vies en/of schudt ze met haar hoofd.
De enkele omstandigheid
dat[slachtoffer] aan het rollenspel heeft meegedaan, betekent naar het oordeel van het hof nog niet dat zij dat op die momenten daadwerkelijk aan dat spel en de seksuele handelingen mee wilde doen.
Tot slot overweegt het hof dat de verdachte en [medeverdachte] per telefoon veelvuldig contact hadden met elkaar en elkaar informeerden over de invulling van het rollenspel, het seksueel contact dat ze met [slachtoffer] hadden, of wilden gaan hebben, haar gedrag in dezen en hoe dit te manipuleren, maar dat [slachtoffer] hier werd buiten gehouden.
Op grond van voorgaande stelt het hof vast dat [slachtoffer] in de periode van 14 september 2019 tot en met 9 november 2020 en omstreeks 11 november 2020 seks heeft gehad met de verdachte tegen haar wil.
Voor een bewezenverklaring van verkrachting moet het seksueel binnendringen van het lichaam niet alleen tegen de wil van het slachtoffer zijn geweest, maar de verdachte moet ook door geweld of een andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid het slachtoffer hebben gedwongen tot het ondergaan van de seksuele handelingen.
Van door een feitelijkheid dwingen als hiervoor bedoeld kan sprake zijn als de verdachte opzettelijk een zodanige psychische druk heeft uitgeoefend of het slachtoffer in een zodanige afhankelijkheidssituatie heeft gebracht dat het slachtoffer zich daardoor naar redelijke verwachting niet tegen die handelingen heeft kunnen verzetten, of dat de verdachte het slachtoffer heeft gebracht in een zodanige door hem veroorzaakte (bedreigende) situatie dat het slachtoffer zich naar redelijke verwachting niet aan die handelingen heeft kunnen onttrekken. Of die dwang zich heeft voorgedaan, laat zich niet in het algemeen beantwoorden, maar hangt af van de concrete omstandigheden van het geval.
Uit de hierboven weergegeven verklaringen van [slachtoffer] komt naar het oordeel van het hof naar voren dat door [medeverdachte] een zodanige druk op haar werd uitgeoefend dat gesproken kan worden van een afhankelijkheidspositie van [slachtoffer] ten opzichte van [medeverdachte]. Zij wilde eigenlijk geen seks met andere mannen, maar heeft dit toch gedaan omdat hij dit wilde en erop aandrong. [medeverdachte] was manipulatief, hij zei wat [slachtoffer] wel en niet moest doen en had haar in zijn greep. Zij kon niet bij hem weggaan, omdat hij tegen haar had gezegd dat zij dan de kinderen niet meer zou zien. Daarop besloot [slachtoffer] dat zij zou blijven en ‘doorzetten.’
Naar het oordeel van het hof is de hierboven opgenomen beschrijving van de camerabeelden van 11 november 2020 veelzeggend over de mate waarin [medeverdachte] zijn overwicht op [slachtoffer] kon laten gelden en
lietgelden, en evenzeer over de mate waarin [slachtoffer] zich gedwongen voelde dat te ondergaan.
Bij het voorgaande komt dat de zus van [slachtoffer],
[getuige 2], de kwetsbare positie van [slachtoffer] en het overwicht dat [medeverdachte] op haar had heeft bevestigd. Zij beschrijft de relatie als ongelijkwaardig en manipulatief. [medeverdachte] zou er volgens de zus van [slachtoffer] alles aan doen zodat iemand aan zijn wensen voldoet.
Ook door de hiervoor weergegeven verklaring van [getuige 1] wordt bevestigd dat [slachtoffer] ten opzichte van [medeverdachte] in een afhankelijke positie verkeerde.
Gelet op het voorgaande oordeelt het hof ten aanzien van het onder 1 en 2 tenlastegelegde dat [slachtoffer] door een ‘andere feitelijkheid’ tot de ten laste gelegde seksuele handelingen met de verdachte is gedwongen, één en ander zoals in de bewezenverklaring opgenomen.
Zoals hierboven door het hof vastgesteld kan in het voorliggende geval niet worden vastgesteld dat [slachtoffer] aan de verdachte te kennen heeft gegeven, of anderszins heeft laten blijken, dat zij de seksuele handelingen en het rollenspel daadwerkelijk wilde, of dat dit op andere wijze aan de verdachte kenbaar was gemaakt, terwijl dit gezien de aard en omstandigheden van een en ander wel voor de hand had gelegen.
Bovendien stelt het hof op grond van verschillende chatgesprekken tussen [medeverdachte] en de verdachte vast dat de verdachte ervan op de hoogte was dat [medeverdachte] een zodanig overwicht over haar had, dat hij haar tot (het ondergaan van)seksuele gedragingen kon bewegen. Zo blijkt uit (onder andere) de volgende chatgesprekken:
Op 21-03-2016 stuurde [medeverdachte] aan de verdachte: ‘Torie begint fokop te worden tussen mij en me meid trouwens. Ik denk dat ik er mee ga kappen voorlopig.’
Op 22-03-2016 stuurde de verdachte aan [medeverdachte]: ‘Wtf. Maar jij weet beter bro. Wat nu?’ Hierop antwoordde [medeverdachte]: ‘Niks mang. Gewoon geduldig blijven. Dat is key tot beter (met alles). Kom we gaan beginnen aan Nur.’
Op 16-10-2016 wordt door [medeverdachte] een contact gedeeld met de naam [slachtoffer]. [medeverdachte] ‘Lul dr’. Verdachte: ‘Laat haar eerst appn bro. Jij hebt macht over haar.’ [medeverdachte]: ‘Ok, wacht tot morgen.’ Verdachte: ‘Jij bent haar boss.’
Op 17-10-2016 stuurde [medeverdachte]: ‘Probeer haar gewoon zoveel mogelijk te lullen en over te halen voor een ontmoeting. (...) Ook al doet ze moeilijk, komende week gaan wij sowieso ook torie met haar doen.’ De verdachte stuurt vervolgens 18 screenshots van de chat tussen hem en [slachtoffer]. Verdachte: ‘Ze luister alleen naar jou bro. Je hebt het goed in de hand’. [medeverdachte]: ‘Oke, no spang. Lul haar woensdag en vrijdag. Ik regel het wel.’
Op 22-10-2016 stuurde [medeverdachte]: ‘Hahaha. Krasbana. Niet meer doen. Torie is bijna fokop gegaan. FF een lange tijd niks.’ Verdachte: ‘Regel’. [medeverdachte]: ‘Als het allemaal vergeten is dan kunnen we weer kijken overeen paar jaar’.
Op 23-01-2017 stuurde [medeverdachte]: ‘doe je ding weer ff.’ Verdachte: ‘Ze doet een beetje terughoudend maar ze wil wel denk ik (…)’. [medeverdachte]: ‘Jo, ik heb die interactie gelezen. Iets minder gretig (kwantiteit) en iets meer flirterig (kwaliteit).’
Op 13-03-2017 stuurde [medeverdachte] aan de verdachte: ‘Lul dr nog wreder.’
Op 06-04-2017 stuurde de verdachte: ‘Ik ga haar rampeneren boi (...)’. [medeverdachte] stuurde vervolgens een foto van [slachtoffer]. Verdachte: ‘Weet ze dat jij dit hebt gestuurd? (...)’. [medeverdachte]: ‘Natuurlijk. Ze doet niks wat ik niet wil weet of bepaal Omoe’.
Op 22-04-2017 stuurde [medeverdachte]: ‘Lul dr vandaag weer, weer extra open. Doe/zeg wat je wilt en laat me weten hoe het gaat. Zoek de grenzen op maar (nog) niet TE grof. Zeg maar "aardig" maar dominant.’ Verdachte: duivel smileys.
Op 24-05-2017 stuurde [medeverdachte] aan de verdachte: ‘Ben je al ah vliegen? Als je haar weer te pakken krijgt eis dan dat ze dr poen helemaal kaal voor je scheert. Ben benieuwd of ze het doet’.
Op 02-12-2017 stuurde [medeverdachte]: ‘Lul dr. Maak haar weer ff wat zenuwachtig/natte kut.’ Verdachte: ‘Sekhi reageert niet Bra’. [medeverdachte]: ‘Geeft niet mang. Ze heeft ff wat tijd nodig. Vroeg of laat gaat het toch wel gebeuren’.
Op 13-01-2018 stuurde [medeverdachte]: ‘Was wrede shit omoe’. Verdachte: ‘We zijn master tagteam. En jij bent een gereïncarneerde kampcommandant van Bergen Belsen’. [medeverdachte]: lachende smileys. ‘Vr of zat over 2 wkn ga ik met selkhi buiten spelen/dansen. Rampaneer-actie? Laat me weten. Mi go Sribi now’.
Op 26-01-2018 stuurde de verdachte: ‘Is sekhi geschrokken?’ [medeverdachte]: ‘Sekhi is even buiten orde. Ik los het wel op. Morgen app ik je rond 17 ok? En stuur me die nieuwe materiaal. Mindfuck Goes on and on’.
Op 07-04-2018 stuurde de verdachte: ‘Ze heeft me toch geblokt? Laat haar le move doen. (...)’ [medeverdachte] antwoordde hierop: ‘Ze is sekhi laarnis. Ze "Wil niet meer”.’
Op 15-04-2018 stuurde [medeverdachte] aan de verdachte: 'Jij bent master. Plots lult ze me.’
Op 18-04-2018 stuurde de verdachte aan [medeverdachte]: ’Jij bespeelt haar net een piano.’
Op 21-04-2018 stuurde de verdachte een screenshot waaruit bleek dat [slachtoffer] niet wilde dat de verdachte die nacht langskwam, maar dat ze liever ‘uit gaan een keertje’. [medeverdachte] zei hierop tegen de verdachte dat hij [slachtoffer] moet neuken en een afspraak moet maken.
Diezelfde dag stuurde de verdachte eveneens aan [medeverdachte]:‘Je dwang werkt wreed.’ Hierop antwoorde
[medeverdachte]. ‘Uiteindelijk zeg ik toch; my way'.’
Op 9-05-2018 stuurde de verdachte: ‘Ze is Kalao bang voor je. Daarom doet ze krassie.’ Hierop antwoordde [medeverdachte]: ‘I know’.
Op 05-11-2018 stuurde verdachte een screenshot van een gesprek met [slachtoffer] waarin zij zegt dat zij minimaal een maand rust nodig heeft. Hierop antwoordde [medeverdachte]: ‘Wanneer kan je 's nachts ff-7 Ik regel het wel. Anders sekhi voor 1 maand en weer 1 maand en... weer 1 maand’.
Op 28-04-2019 stuurde verdachte: ‘Maak haar bang. Doe.’ [medeverdachte]: ‘Hoe?’ (02.22 uur) verdachte: ‘Dreig dat ik langskom. Effe anders.’ [medeverdachte]: ‘Dreigement helpt niet meer zinder dreiging mang.’
Op 07-11-2019 stuurde [medeverdachte] aan verdachte: ‘Sekhi tot he maxxxx smileyfaces Moeilijke tijd nu. Kom een keer dan overleggen we strategie. Het moet creatiever en sneakier smileyface.’
Op 21-12-2019 stuurde [medeverdachte] aan verdachte: ‘Sekhi tori is fokop mang. (...) Of je kan dr lulle. Maar ze gaat irritant doen. Kijk maar... (...)’
Op 22-12-2019 stuurde de verdachte aan [medeverdachte]: ‘Brada. Sekhi is plots gewillig. Heb je haar geklapt?’
Op 29 juni 2020 stuurde de verdachte: ‘Jij bent master. Datje haar zelfs zover krijgt dat ze een groep maakt’.
Op 24 juli 2020 stuurde de verdachte: ‘Rampenplan nodig mang’. [medeverdachte]: ‘welke nacht?’ Verdachte: ‘Wat komt goed uit?’ [medeverdachte]: Haar komt het nooit uit smileyface
Op Zondag 27 september 2020 stuurde de verdachte: ‘Neeeeeeeee. Waar ben je. Ik wil reepen.’ Hierop antwoordde [medeverdachte]: ‘Lul dr over de app. Ik app zo wanneer het kan’.
Op 4 oktober 2020 stuurde verdachte aan [medeverdachte]: ‘Ze is positief. We moeten nog 4 dgn quarantaine doen Bra. Jammer. Ik wil rampeneren’.
Op 15 oktober 2020 stuurde [medeverdachte] aan verdachte: ‘Remember; alles onder/in bed voor Spielberg actie. Ik ben zgn even weg. Whahahahahaha.’ Verdachte: ’Gaat ze open doen of is ze Kaolo bang’. [medeverdachte]: Klap haar. Zeg dat ze je moet komen zuigen. Wanneer jij wilt’.
Op 4 november 2020 stuurde [medeverdachte] aan verdachte: ‘Apart dingen vragen. Ik wil kijken of ze stiekum gaat neuken. En geef haar steeds extremere opdrachten. Kijk hoe ver je kan gaan ok?’ De verdachte reageerde hierop met lachende smileys. [medeverdachte]: ‘Kan je langskomen? Ik heb wat ideeën die ik met je wil doornemen’.
Tussen 6 november 2020 en 7 november 2020 stuurde verdachte een screenshot waarop een afbeelding van de vagina van [slachtoffer] te zien is, met de tekst ‘Je hebt haar goed afgericht: ze appt zelf.’ [medeverdachte]: ‘Ze heeft het vaker nodig’.
Onder deze omstandigheden was naar het oordeel van het hof sprake van een aanmerkelijke kans dat [slachtoffer] de seksuele handelingen waarbij de verdachte betrokken was niet wilde, en dat zij daartoe werd gedwongen. De verdachte heeft die aanmerkelijke kans blijkens het voorgaande welbewust aanvaard. Het verweer van de raadsman, dat geen sprake zou zijn van opzet, wordt verworpen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
verkrachting, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
verkrachting meermalen gepleegd, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich gedurende een periode van twee jaren meerdere keren schuldig gemaakt aan de verkrachting van [slachtoffer]. De medeverdachte, thans de ex-man van het slachtoffer, was een vriend van de verdachte en heeft de verdachte gevraagd om samen met hem regelmatig seks te hebben met het slachtoffer. In de driehoeksverhouding hadden de verdachte en de echtgenoot van het slachtoffer ten opzichte van haar een dominante rol. Aan de zijde van het slachtoffer was geen sprake van vrijwilligheid. De verdachte heeft misbruik gemaakt van de kwetsbare en afhankelijke positie van het slachtoffer ten opzichte van de medeverdachte en heeft zich daarin enkel laten leiden door zijn eigen seksuele lusten waarbij hij geen rekening heeft gehouden met de wil en positie van het slachtoffer.
De verdachte heeft deze feiten ontkend en geen inzicht getoond in het laakbare van zijn handelen.
De verdachte heeft door zijn handelen een grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. De ervaring leert dat slachtoffers van dergelijke ernstige zedendelicten nog langdurig geestelijke schade kunnen ondervinden door hetgeen is voorgevallen. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting heeft het bewezenverklaarde voor het slachtoffer heftige gevolgen. Zij zal moeten worden opgenomen voor een zware EMDR-therapie om haar trauma’s te behandelen.
Het hof wil hier benadrukken dat deze zaak, voor zover het gaat om de feiten 1 en 2, zich lastig laat vergelijken met andere zaken waarbij soortgelijke feiten een rol spelen, gelet op de precieze aard van de feiten en de bijzondere omstandigheden waaronder deze in het onderhavige geval zijn begaan.
Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het bezit van een aanzienlijke hoeveelheid verdovende middelen, te weten zo’n 70 pillen MDMA.
Dit feit heeft de verdachte erkend.
Dergelijk drugsbezit draagt bij aan de instandhouding van het criminele drugscircuit en daarnaast wordt de volksgezondheid door (hard)drugs ernstig bedreigd.
Pillen als deze werden door verdachte en zijn mededader ook gebruikt tijdens de seksuele handelingen en aan [slachtoffer] tegen haar wil opgedrongen.
Het hof weegt in zekere mate mee dat de zaak ook voor de verdachte de nodige gevolgen heeft gehad. Zo is de verdachte oneervol ontslagen.
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d.
4 januari 2023, waaruit blijkt dat de verdachte voor het overige nimmer met politie of justitie in aanraking is geweest voor het plegen van enig strafbaar feit.
Voorts heeft het hof acht geslagen op de adviezen van de reclassering van 9 maart 2021 en 4 november 2021.
De aard en de ernst van de bewezenverklaarde feiten rechtvaardigen oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van substantiële duur.
Anders dan de advocaat-generaal ziet het hof gelet op het vooroverwogene geen aanleiding om een andere, zwaardere, straf op te leggen dan in eerste aanleg door de rechtbank is opgelegd.
Het hof is derhalve - alles afwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden - gelijk aan de duur van het reeds ondergane voorarrest - een passende en geboden reactie vormt.
Ten aanzien van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, zoals deze vermeld zijn op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen, te weten een iPhone Apple zwart (2532530) en een iPad Apple (2533148), volgens opgave van verdachte aan hem toebehorend, zal het hof de verbeurdverklaring gelasten, nu de onder 1 en 2 bewezenverklaarde feiten met behulp van deze voorwerpen zijn begaan.
Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
Vordering tot schadevergoeding
In het onderhavige strafproces heeft [slachtoffer] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden immateriële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 1 en 2 tenlastegelegde, tot een bedrag van € 6.000,00.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot integrale toewijzing van de vordering van de benadeelde partij.
De vordering van de benadeelde partij is door de verdachte betwist.
Het hof is van oordeel dat aannemelijk is geworden dat de benadeelde partij immateriële schade heeft geleden en dat deze schade het rechtstreeks gevolg is van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde. De aard en de ernst van de normschendingen brengen met zich dat de nadelige gevolgen voor het slachtoffer zozeer voor de hand liggen, dat daarom een aantasting in persoon kan worden aangenomen. De verkrachtingen hebben ook daadwerkelijk grote gevolgen gehad op het leven van de benadeelde partij, zo blijkt uit hetgeen ter terechtzitting is toegelicht door de advocaat van de benadeelde partij en uit de slachtofferverklaring. De vordering ter zake van geleden immateriële schade leent zich - naar maatstaven van billijkheid - voor toewijzing tot een bedrag van € 2.500,00, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf het einde van de periode waarin de bewezenverklaarde feiten hebben plaatsgevonden, te weten 11 november 2020, tot aan de dag der algehele voldoening.
Voor het overige zal de vordering worden afgewezen.
Gelet op het voorgaande dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer]
Nu vaststaat dat de verdachte tot een bedrag van
€ 2.500,00 aansprakelijk is voor de schade die door het bewezenverklaarde is toegebracht, zal het hof aan de verdachte de verplichting opleggen dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer].
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet en de artikelen 24, 33, 33a, 36f, 57, 242 en 248 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.