Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
- primair: voor recht te verklaren dat het aandeel van de vrouw in het appartement aan [woning 1] , [plaats 2] / [plaats 3] behoort tot het persoonlijk vermogen van de vrouw en geen deel uitmaakt van de te verdelen gemeenschap van verwervingen van partijen;
- subsidiair: te bepalen dat de vrouw in het kader van de verdeling van de waarde van het aandeel van de vrouw in voornoemd appartement aan de man een bedrag van
5.De motivering van de beslissing
Nederlandse vertaling van het Turks Burgerlijk Wetboek en aanverwante wet- en regelgeving, Bju 2020, hierna: Turks BW). Aangezien partijen geen huwelijkse voorwaarden hebben gemaakt, geldt het wettelijke stelsel van verwervingsdeelneming, zoals geregeld in artikel 218 e.v. van het Turks BW. Het hof zal het hoger beroep beoordelen binnen de kaders van dit wettelijke stelsel van huwelijksvermogensrecht.
€ 14.300,- zodat het aandeel van de vrouw € 7.150,- bedraagt.