Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
[naam vof] v.o.f., gevestigd te [vestigingsplaats],
[vennoot 1], wonende te [woonplaats],
[vennoot 2], wonende te [woonplaats],
[vennoot 3] B.V., gevestigd te [woonplaats],
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 21 januari 2022, waarmee WTOL Academy in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 24 november 2021 (hierna: het bestreden vonnis);
- het arrest van dit hof van 3 mei 2022, waarin een mondelinge behandeling na aanbrengen is gelast;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 23 augustus 2022 en de daarin genoemde stukken;
- de memorie van grieven, met bijlagen;
- de memorie van antwoord, met bijlagen.
3.Feitelijke achtergrond
Dank voor de aanpassingen! Graag onderstaande punten aanpassen. (…) Bijlage samenwerking overeenkomst: Art. 8: WTOL en [handelsnaam 1] spreken een intentie uit van minimaal 120 uur per opleidingsseizoen.”
Dank voor het toesturen van de herziene overeenkomst. Met je eerste twee aanpassingen ben ik akkoord. Met de derde nog niet. Intentie is natuurlijk een loos begrip, hoe kunnen we elkaar hierin tegemoet komen?”
Considerans: in aanmerking nemende dat zij middels deze overeenkomst gestalte willen geven aan onderlinge samenwerking in en coördinatie van de activiteit Wijntraining-Online.nl.
8. [handelsnaam 1] declareert voor de gegeven lesuren aan de WTOL Academy Euro 115,- per uur. Declaratie zal maandelijks plaatsvinden, betaling dient binnen 14 dagen na factuurdatum plaats te vinden. WTOL spreekt de intentie uit alle lesuren voor de opleiding uit te besteden aan [handelsnaam 1] met een minimum van 120 uur per opleidingsseizoen.
“Voor de online lessen kun je 1 uur declareren en de voorbereiding”.
De email die jij de 29ste hier opvolgend hebt gestuurd heb ik helaas over het hoofd gezien al de vele e-mails die er die dag over WTOL zijn verstuurd. Anders had ik hier natuurlijk direct op gereageerd en had ik hier niet mee ingestemd! Je niet van mij kan verwachten een les van 2 uur samen met [naam] te geven en daar 1 uur voor te factureren. (…)
T.a.v. de laatste factuur 2101001: De online lessen worden door jou en [naam] verzorg voor ieder één uur. (Zoals dat ook in het voorjaar is gegaan). Jullie hebben samen een nieuwe opzet gemaakt waarbij de beide uren geïntegreerd zijn. Ik heb daar mijn akkoord op gegeven met dien verstande dat beide wel één uur declareren. Dit is vooraf ook tijdig aan je gemeld. De factuur minus de te veel gedeclareerde is inmiddels voldaan. Ik ontvang hier dus graag een credit nota van. (…)”
4.Procedure bij de kantonrechter
5.Vordering in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
WTOL Academy had de overeenkomst niet mogen opzeggen op de wijze waarop ze dat heeft gedaan
WTOL en [handelsnaam 1] spreken een intentie uit van minimaal 120 uur per opleidingsseizoen” (zie 3.3). [vennoot 1] heeft vervolgens aangegeven “intentie” een loos begrip te vinden (zie 3.4). Dit heeft ertoe geleid dat de volgende bepaling in de bijlage van de overeenkomst is opgenomen: “
WTOL spreekt de intentie uit alle lesuren voor de opleiding uit te besteden aan [handelsnaam 1] met een minimum van 120 uur per opleidingsseizoen.” Anders dan [de vof] c.s. heeft aangevoerd, is het hof van oordeel dat het hierbij niet gaat om een resultaatsverplichting, maar om een inspanningsverplichting omdat ook in de volgende versie nog het woord “intentie” wordt gebruikt. Het gebruik van het woord “intentie” duidt er niet op dat het aantal lesuren al vaststond. Bij deze uitleg acht het hof ook van belang dat [directeur WTOL] onbetwist heeft gesteld dat [vennoot 1] de conceptovereenkomst juridisch heeft laten nakijken. Dat ondanks juridische bijstand in de uiteindelijk getekende overeenkomst het woord “intentie” is blijven staan, duidt niet op een overeengekomen aantal uren die hoe dan ook betaald zouden worden.
“(…) Voor de online lessen kun je 1 uur declareren en de voorbereiding (…)”. In de e-mail van 12 januari 2021 heeft [directeur WTOL] ook geschreven dat hij akkoord heeft gegeven voor de online lessen die door [vennoot 1] met een andere docent zijn gegeven onder de voorwaarde dat beide docenten één uur zouden declareren (r.o. 3.11). Gelet op deze e-mails had [de vof] c.s. niet twee lesuren in rekening mogen brengen. [de vof] c.s. krijgt gelet op het voorgaande nog betaling van 41,5 lesuren (52,5 - 11) x € 115,-= € 4.772,50 excl. btw en € 5.774,73 incl. 21% btw.
7.Beslissing
opnieuw rechtdoende: