ECLI:NL:GHDHA:2023:2334

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
13 oktober 2023
Publicatiedatum
5 december 2023
Zaaknummer
200.321.213-02
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over wrakingsverzoeken in civiele procedure

Op 13 oktober 2023 heeft het Gerechtshof Den Haag uitspraak gedaan in een wrakingszaak, waarbij verzoeker, vertegenwoordigd door mr. S. van Buuren, een verzoek tot wraking heeft ingediend tegen mr. S. Swelheim, lid van de zittingscombinatie in een aanhangige procedure. Verzoeker heeft het verzoek tot wraking gedaan tijdens een mondelinge behandeling in een andere zaak, waarin hij als appellant optreedt tegen de gemeente Capelle aan den IJssel en drie anderen. Tijdens de zitting heeft verzoeker zijn wrakingsverzoek gedaan, maar mr. Swelheim heeft niet berust in de wraking. De wrakingskamer heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan over twee wrakingsverzoeken: wrakingsverzoek I, gericht tegen mr. Swelheim, en wrakingsverzoek II, gericht tegen de wrakingskamer zelf.

De wrakingskamer heeft vastgesteld dat wrakingsverzoek II kennelijk ongegrond is, omdat het verzoek enkel bedoeld was om de afwijzing van een eerder aanhoudingsverzoek te ondermijnen, zonder dat er nieuwe feiten of omstandigheden zijn aangedragen die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel zouden kunnen trekken. Het hof heeft geoordeeld dat dit verzoek misbruik van recht oplevert.

Wat betreft wrakingsverzoek I heeft de wrakingskamer geconcludeerd dat er geen zwaarwegende aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid van mr. Swelheim. De gronden die verzoeker aanvoert, zoals het feit dat mr. Swelheim deel uitmaakte van een zittingscombinatie in een eerdere zaak van verzoeker, zijn niet voldoende om de onpartijdigheid van de rechter in twijfel te trekken. De wrakingskamer heeft beide verzoeken afgewezen en bepaald dat een afschrift van de beslissing wordt toegezonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Zaaknummer : 200.321.213/02
Zaaknummer rechtbank : C/10/638384 / HA RK 22-507
Beslissing van de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakings- en verschoningsverzoeken van 13 oktober 2023
inzake het verzoek tot wraking, als bedoeld in artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering (Rv), gedaan door:

[verzoeker] ,

wonende op een geheim adres,
verzoeker,
advocaat: mr. S. van Buuren te ’s-Gravendeel.

Het geding

Bij het hof is een procedure aanhangig tussen verzoeker als appellant en de gemeente Capelle aan den IJssel en drie anderen als geïntimeerden. Op 13 oktober 2023 is in die procedure, met zaaknummer 200.321.213/01, een mondelinge behandeling gehouden. Verzoeker heeft blijkens het proces-verbaal van die mondelinge behandeling een verzoek tot wraking gedaan van mr. S. Swelheim, lid van de zittingscombinatie. Blijkens dat proces-verbaal heeft mr. Swelheim niet berust in de wraking.
Ter zitting van wrakingskamer van 13 oktober 2023 zijn verschenen:
- mr. S. Swelheim, de gewraakte raadsheer;
- mrs. R.S. Wijling en O.E. de Vries, beiden advocaat te Rotterdam, namens de gemeente Capelle aan den IJssel.
Verzoeker en zijn advocaat zijn gehoord per videoconferentie, waarbij sprake is van een directe beeld- en geluidsverbinding met het hof. Verzoeker heeft de videoconferentie op een gegeven moment verlaten.
Verzoeker heeft tijdens de zitting de wrakingskamer gewraakt. Dat verzoek wordt hierna aangeduid als wrakingsverzoek II. Het wrakingsverzoek ten aanzien van mr. Swelheim wordt hierna aangeduid als wrakingsverzoek I. Het hof heeft in beide verzoeken op dezelfde dag ter zitting uitspraak gedaan. De beslissing in beide verzoeken is aan de aanwezigen medegedeeld, waarbij de gronden summier zijn toegelicht. Daarbij is aangekondigd dat de uitgewerkte beslissingen op korte termijn zouden volgen. Het onderstaande vormt de uitwerking van de beslissingen van 13 oktober 2023. Wrakingsverzoek II zal eerst worden besproken. Deze uitwerking is op 7 november 2023 vastgesteld.

Beoordeling van de wrakingsverzoeken

Wrakingsverzoek II
1. Verzoeker heeft de wrakingskamer gewraakt nadat zijn verzoek tot aanhouding van de behandeling van zijn wrakingsverzoek was afgewezen. De grond die verzoeker voor zijn aanhoudingsverzoek had aangevoerd was dat zijn advocaat last had van een griep. Vermelding verdient dat de advocaat via een videoverbinding bij de hele zitting aanwezig is geweest. Nadat de wrakingskamer zich had teruggetrokken voor beraad over het aanhoudingsverzoek, heeft de voorzitter medegedeeld dat het aanhoudingsverzoek werd afgewezen. De voorzitter heeft deze beslissing niet kunnen toelichten omdat verzoeker door de voorzitter heen sprak. Daarop heeft verzoeker wrakingsverzoek II gedaan. Nadat de wrakingskamer zich opnieuw had teruggetrokken voor beraad, heeft de voorzitter medegedeeld dat wrakingsverzoek II kennelijk ongegrond was en daarom werd afgewezen, Vervolgens heeft verzoeker medegedeeld dat zijn advocaat zich terugtrok en hij aanhouding van de zaak wenste om een nieuwe advocaat te zoeken. Verzoeker noch zijn advocaat hebben gebruik gemaakt van de geboden mogelijkheid om wrakingsverzoek I toe te lichten. Nadat de voorzitter had aangekondigd dat de wrakingskamer zich zou terugtrekken om over dit nieuwe aanhoudingsverzoek te beraadslagen en verzoeker en zijn advocaat beschikbaar dienden te blijven voor de hervatting van de zitting, deelde verzoeker mede dat hij daaraan geen gevolg zou geven omdat hij elders moest zijn. De voorzitter deelde daarop mede dat het verbreken van de verbinding voor rekening en risico van verzoeker zou zijn.
Na hervatting was nog alleen de advocaat van verzoeker aanwezig, verzoeker zelf was niet meer aanwezig.
2. De wrakingskamer is van oordeel dat wrakingsverzoek II kennelijk ongegrond is, nu dat verzoek slechts tot doel heeft om de afwijzende beslissing op verzoeker’s eerste aanhoudingsverzoek teniet te doen, zonder dat daarbij feiten of omstandigheden zijn voorgedragen die de conclusie zouden kunnen rechtvaardigen dat de rechterlijke onpartijdigheid in het gedrang was. Daarmee levert wrakingsverzoek II evident misbruik van recht op.
Wrakingsverzoek I
3. De gronden voor het wrakingsverzoek van verzoeker zijn vermeld in het proces-verbaal van de zitting van 13 oktober 2023. De gronden komen erop neer dat mr. Swelheim deel uitmaakte van de zittingscombinatie van een eerdere zaak waarin verzoeker partij was en waarin een door hem aangekondigde voorwaardelijke wraking, nadat de voorwaarde was ingetreden, is genegeerd en er uitspraak is gewezen, en dat mr. Swelheim incompetent is.
4. Mr. Swelheim heeft gereageerd op het wrakingsverzoek.
5. De wrakingskamer heeft zich teruggetrokken voor beraad over wrakingsverzoek I. Na hervatting van de behandeling heeft de voorzitter medegedeeld dat wrakingsverzoek I werd afgewezen. Daarvoor is het volgende redengevend.
6. Ingevolge artikel 36 Rv kan een rechter worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. De rechter wordt volgens vaste jurisprudentie uit hoofde van zijn aanstelling vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich een uitzonderlijke omstandigheid voordoet die een zwaarwegende aanwijzing oplevert voor het oordeel dat de rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij die partij dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.
7. De wrakingskamer is van oordeel dat ten aanzien van mr. Swelheim niet van omstandigheden is gebleken die een zwaarwegende aanwijzing opleveren dat sprake is van vooringenomenheid of een schijn daarvan.
Dat de raadsheer deel uitmaakte van een zittingscombinatie in een andere zaak van verzoeker, waarin een voorwaardelijke wrakingsverzoek zou zijn genegeerd en uitspraak is gewezen en dat de raadsheer, gelet op die uitspraak, incompetent is, zoals verzoeker heeft aangevoerd, vormt geen grond die kan leiden tot toewijzing van het verzoek.
8. Na de mededeling dat wrakingsverzoek I werd afgewezen heeft de advocaat van verzoeker medegedeeld dat zij zich op uitdrukkelijk verzoek van verzoeker onttrok als advocaat. Voor de beslissing op wrakingsverzoek II en wrakingsverzoek I heeft dat geen gevolgen.

Beslissing

De wrakingskamer van het hof:
- laat wrakingsverzoek II, gericht tegen de wrakingskamer, buiten behandeling;
- wijst wrakingsverzoek I af;
- bepaalt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan (de advocaat van)
verzoeker, de raadsheer, alsmede (de advocaat van) de gemeente Capelle aan den IJssel c.s..
Deze beslissing is gegeven door mrs. T.W.H.E. Schmitz, M.Y. Bonneur en P. Glazener, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 oktober 2023 in aanwezigheid van de griffier.