Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer rechtbank : C/10/638384 / HA RK 22-507
Gerechtshof Den Haag
Op 13 oktober 2023 heeft het Gerechtshof Den Haag uitspraak gedaan in een wrakingszaak, waarbij verzoeker, vertegenwoordigd door mr. S. van Buuren, een verzoek tot wraking heeft ingediend tegen mr. S. Swelheim, lid van de zittingscombinatie in een aanhangige procedure. Verzoeker heeft het verzoek tot wraking gedaan tijdens een mondelinge behandeling in een andere zaak, waarin hij als appellant optreedt tegen de gemeente Capelle aan den IJssel en drie anderen. Tijdens de zitting heeft verzoeker zijn wrakingsverzoek gedaan, maar mr. Swelheim heeft niet berust in de wraking. De wrakingskamer heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan over twee wrakingsverzoeken: wrakingsverzoek I, gericht tegen mr. Swelheim, en wrakingsverzoek II, gericht tegen de wrakingskamer zelf.
De wrakingskamer heeft vastgesteld dat wrakingsverzoek II kennelijk ongegrond is, omdat het verzoek enkel bedoeld was om de afwijzing van een eerder aanhoudingsverzoek te ondermijnen, zonder dat er nieuwe feiten of omstandigheden zijn aangedragen die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel zouden kunnen trekken. Het hof heeft geoordeeld dat dit verzoek misbruik van recht oplevert.
Wat betreft wrakingsverzoek I heeft de wrakingskamer geconcludeerd dat er geen zwaarwegende aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid van mr. Swelheim. De gronden die verzoeker aanvoert, zoals het feit dat mr. Swelheim deel uitmaakte van een zittingscombinatie in een eerdere zaak van verzoeker, zijn niet voldoende om de onpartijdigheid van de rechter in twijfel te trekken. De wrakingskamer heeft beide verzoeken afgewezen en bepaald dat een afschrift van de beslissing wordt toegezonden aan de betrokken partijen.