ECLI:NL:GHDHA:2023:2319

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
24 november 2023
Publicatiedatum
1 december 2023
Zaaknummer
2200309718
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van valsheid in geschrift door rechtspersoon in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 24 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een rechtspersoon die eerder door de rechtbank Rotterdam was veroordeeld voor valsheid in geschrift. De verdachte was beschuldigd van het opmaken van 24 valse facturen, waarin ten onrechte werk in rekening werd gebracht voor 'bemiddeling financiering'. De rechtbank had de verdachte in eerste aanleg veroordeeld tot een geldboete van € 50.000,-. In hoger beroep heeft het hof de feiten en omstandigheden opnieuw beoordeeld. Het hof heeft vastgesteld dat er een mondelinge afspraak bestond tussen de betrokken partijen over de verdeling van fees bij het afsluiten van derivaatcontracten. Het hof oordeelde dat de omschrijving op de facturen niet als vals kon worden aangemerkt, omdat er in enige mate bemiddeling had plaatsgevonden. Het hof kwam tot de conclusie dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte het tenlastegelegde feit had begaan, en sprak de verdachte vrij. Daarnaast werden de vorderingen van de benadeelde partijen, Woningcorporatie De Woonplaats en Woningcorporatie Portaal, niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte was vrijgesproken van het tenlastegelegde feit. De kosten die de benadeelde partijen hadden gemaakt in verband met hun vorderingen werden eveneens op nihil begroot.

Uitspraak

Rolnummer: 22-003097-18
Parketnummer: 10-997006-14
Datum uitspraak: 24 november 2023
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 17 juli 2018 in de strafzaak tegen de verdachte rechtspersoon:

[naam verdachte rechtspersoon],

gevestigd te [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het tenlastegelegde veroordeeld tot een geldboete van € 50.000,-. Voorts is omtrent de vorderingen van de benadeelde partijen beslist als vermeld in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
(onderzoek EGELANTIER / gefisnummer [nummer 2]):
Zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 16 juni 2008 tot en met 25 oktober 2010 te Lelystad, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
twaalf (12), althans een of meer, factu(u)r(en) van haar, verdachte, en/of [naam verdachte 4] gericht aan [bedrijf 1] en/of [naam verdachte 1] ten bedrage van in totaal circa Euro 478.581,33 (te weten: D-014 en/of D-011 en/of D-009 en/of D-027 en/of D-023 en/of D-024 en/of D-025 en/of D-021 en/of D-019 en/of D-041 en/of D-0369 en/of D-034)
en/of
twaalf (12), althans een of meer, factu(u)r(en) van haar, verdachte, en/of [naam verdachte 4] gericht aan [bedrijf 2] (vanaf 4 juli 2013 genaamd [bedrijf 6]) en/of [naam verdachte 3] ten bedrage van in totaal circa Euro 478.581,33 (te weten:D-096 en/of D-095 en/of D-094 en/of D-098 en/of D-101 en/of D-100 en/of D-099 en/of D-102 en/of D-103 en/of D-105 en/of D-104 en/of D-106)
zijnde (telkens) (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken en/of laten opmaken en/of vervalst en/of doen vervalsen en/of laten vervalsen, immers heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s) valselijk en/of in strijd met de waarheid -zakelijk weergegeven-
op/in die factu(u)r(en) vermeld dat door haar, verdachte, en/of [naam verdachte 4] werkzaamheden en/of diensten (te weten: "bemiddeling financiering") zijn verricht ten behoeve van/voor [bedrijf 1] en/of [naam verdachte 1] en/of [bedrijf 2] en/of [naam verdachte 3], terwijl in werkelijkheid die werkzaamheden en/of diensten niet, althans niet geheel, door haar, verdachte, en/of [naam verdachte 4] zijn verricht ten behoeve van/voor [bedrijf 1] en/of [naam verdachte 1] en/of [bedrijf 2] en/of [naam verdachte 3] en/of
(telkens) op/in die factu(u)r(en) (een) factuurbedrag(en) vermeld dat/die in werkelijkheid geen, althans niet volledig, betrekking heeft op die in die factu(u)r(en) vermelde(n) werkzaamheden en/of diensten,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een geldboete van € 52.500,-.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Beoordeling van de tenlastelegging
1.
Inleiding
Ter inleiding van de beoordeling van de tenlastelegging stelt het hof de volgende feiten en omstandigheden vast. [1]
Naar aanleiding van een jegens de woningcorporatie Vestia ingesteld onderzoek met betrekking tot omkooppraktijken in relatie tot door Vestia afgesloten derivaatcontracten, zijn ook onderzoeken ingesteld naar de (financiering van de) advisering inzake derivaattransacties bij andere woningcorporaties, waarop het strafrechtelijke onderzoek Egelantier is gestart. In dat onderzoek staan de woningcorporaties Portaal en De Woonplaats centraal en zijn onder andere [naam verdachte 4] en diens vennootschap [bedrijf 5] (hierna ook: ‘[bedrijf 5]’) als verdachten aangemerkt. In relatie tot deze woningcorporaties heeft [naam verdachte 1] ook als introducing broker voor banken opgetreden. Omstreeks 2007 is [naam verdachte 1] samen met [naam verdachte 3] een samenwerking aangegaan met [naam verdachte 4], die via [bedrijf 5] als extern adviseur lid was van de treasury-commissie van Portaal en De Woonplaats.
Als gevolg van die samenwerking hebben [naam verdachte 1] en [naam verdachte 3] kunnen bemiddelen bij het afsluiten van derivaatcontracten door De Woonplaats en Portaal met verschillende banken. De daaruit voortvloeiende fees hebben [naam verdachte 1] en [naam verdachte 3] gedeeld met [naam verdachte 4] door via hun BV's betalingen te doen aan [bedrijf 5].
2.
Vrijspraak
Aan de verdachte is – kort gezegd – tenlastegelegd dat sprake is van het opmaken van 24 valse facturen, waarbij de valsheid van die facturen erin gelegen is dat daarin ten onrechte werk in rekening wordt gebracht voor “bemiddeling financiering”, terwijl van dergelijke werkzaamheden geen sprake zou zijn geweest.
Het hof komt tot het oordeel dat de verdachte van dit feit dient te worden vrijgesproken en overweegt daartoe het volgende.
Tussen [naam verdachte 3] en [naam verdachte 1] (tezamen werkend onder de naam [bedrijf 3]) enerzijds en [naam verdachte 4]/[bedrijf 5] anderzijds bestond een mondelinge afspraak dat de fee die [naam verdachte 3] en [naam verdachte 1] ontvingen in het geval van het afsluiten van een derivatencontract dat tot stand kwam na het introduceren door [naam verdachte 4] van [bedrijf 3] bij de betreffende woningcorporatie aanvankelijk voor de helft, later voor een derde, zou worden betaald aan [naam verdachte 4]/[bedrijf 5]. [naam verdachte 4] was – voor zover hier van belang – bij de woningcorporaties Portaal en de Woonplaats aangesteld als adviseur van de treasury commissie en maakte telkens deel uit van die treasury commissie die tot taak had de financiële positie van de woningcorporatie te borgen en de rentelast te drukken. In zijn rol als adviseur heeft [naam verdachte 4] [bedrijf 3] bij de corporaties geïntroduceerd als broker om derivatencontracten te sluiten met de banken.
Gelet daarop is het hof van oordeel dat de omschrijving op de facturen niet als vals kan worden aangemerkt. Er is immers in enige mate door [naam verdachte 4] bemiddeld bij de totstandkoming van derivatencontracten die dienden ter financiering van de activiteiten van de betreffende corporaties. Dat de bedragen die daarmee gemoeid waren niet in een redelijke verhouding staan tot de verrichte diensten en dat die bedragen werden overgemaakt in het kader van een afspraak om de dankzij de bemiddeling gerealiseerde omzet te delen, maakt die facturen daarmee nog niet vals.
Naar het oordeel van het hof is derhalve niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Vorderingen tot schadevergoeding
Woningcorporatie De Woonplaats
In het onderhavige strafproces heeft Woningcorporatie De Woonplaats zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte tenlastegelegde, tot een bedrag van € 255.830,-.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij in de vordering.
De vordering van de benadeelde partij is namens de verdachte betwist.
Woningcorporatie Portaal
In het onderhavige strafproces heeft Woningcorporatie Portaal zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte tenlastegelegde, tot een bedrag van € 494.330,-.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij in de vordering.
De vordering van de benadeelde partij is namens de verdachte betwist.
Oordeel hof
Nu de verdachte ter zake van het tenlastegelegde wordt vrijgesproken, dienen de benadeelde partijen niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vorderingen.
Kostenveroordeling
Gelet op het voorgaande dienen de benadeelde partijen te worden veroordeeld in de kosten die de verdachte tot aan deze uitspraak in verband met de verdediging tegen die vorderingen heeft moeten maken, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart de benadeelde partij Woningcorporatie De Woonplaats niet-ontvankelijkin de vordering tot schadevergoeding.
Veroordeelt de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Verklaart de benadeelde partij Woningcorporatie Portaal niet-ontvankelijkin de vordering tot schadevergoeding.
Veroordeelt de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door mr. F.P. Geelhoed,
mr. H.C. Plugge en mr. R. van der Hoeven, in bijzijn van de griffier mr. M.M. Dijk.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 24 november 2023.

Voetnoten

1.Omwille van de leesbaarheid zullen in dit arrest de (mede)verdachten bij hun naam worden genoemd, dus zonder steeds de aanduiding ‘de verdachte’ of ‘de medeverdachte’.