ECLI:NL:GHDHA:2023:2302
Gerechtshof Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen raadsheren in civiele procedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 5 juni 2023 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door [verzoeker] tegen de raadsheren P. Volker, J.S. Honée en A.J. Swelheim. Het wrakingsverzoek volgde op een mondelinge behandeling die op 23 februari 2023 had plaatsgevonden in een hoofdprocedure tussen [verzoeker] en Dutchweek B.V. Het hof had tijdens deze behandeling een voorlopig oordeel gegeven over de aansprakelijkheid van Dutchweek, waarbij het hof de indruk wekte dat het al een oordeel had gevormd voordat het arrest werd gewezen. [verzoeker] stelde dat dit duidde op vooringenomenheid van de raadsheren.
De wrakingskamer, bestaande uit J.W. van den Hurk, W.G.M. Visser en P. Glazener, heeft de ontvankelijkheid van het wrakingsverzoek beoordeeld en vastgesteld dat het verzoek tijdig was ingediend. De wrakingskamer oordeelde echter dat er geen aanwijzingen waren voor vooringenomenheid of schijn van vooringenomenheid van de gewraakte raadsheren. De gewraakte raadsheren gaven aan dat zij de camerabeelden voorafgaand aan de zitting hadden bekeken en dat het hof partijen had gevraagd of zij bereid waren om verder te praten over een schikking. De wrakingskamer concludeerde dat het hof zich voldoende had voorgelicht en dat de gang van zaken tijdens de zitting geen aanleiding gaf tot de conclusie dat de raadsheren partijdig waren.
Uiteindelijk heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking afgewezen, en de beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.