ECLI:NL:GHDHA:2023:2197
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake kinderalimentatie en financiële draagkracht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de kinderalimentatie en de financiële draagkracht van de onderhoudsplichtige man. De man heeft in hoger beroep onvoldoende financiële stukken overgelegd, waardoor zijn actuele inkomen en draagkracht niet vastgesteld kunnen worden. De rechtbank had eerder bepaald dat de man € 418,50 per kind per maand aan kinderalimentatie moet betalen, maar de man verzoekt om dit bedrag te verlagen naar € 106,- per kind per maand. De vrouw verzet zich tegen dit verzoek en vraagt om bevestiging van de eerdere beschikking. Tijdens de mondelinge behandeling op 20 september 2023 zijn beide partijen verschenen, bijgestaan door hun advocaten. Het hof heeft de feiten vastgesteld op basis van de eerdere beschikking van de rechtbank en de ingediende stukken. De man heeft zijn financiële situatie onvoldoende inzichtelijk gemaakt, wat leidt tot de conclusie dat hij in staat is om de eerder vastgestelde alimentatie te betalen. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en verklaart de man niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot schorsing van de eerdere beschikking. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt.