Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
1. A&C schort haar betalingsverplichting ten aanzien van onbetwiste facturen van Global op, in verband met het niet verstrekken door Global van een wka-verklaring. Hof: de opschorting is terecht, gegeven het risico voor A&C van inlenersaansprakelijkheid tegenover de belastingdienst. De subsidiaire vordering van Global die ertoe strekt dat A&C haar schuld aan Global rechtstreeks aan de belastingdienst betaalt is naar het voorshands oordeel van het hof toewijsbaar onder de voorwaarde dat Global aan A&C een verklaring van de belastingdienst verschaft die garandeert dat zodanige betaling in de eerste plaats zal worden afgeboekt op die (eventuele) belastingschulden van Global waarvoor A&C aansprakelijk zou kunnen worden gesteld op grond van inlenersaansprakelijkheid en pas daarna op (eventuele) andere belastingschulden van Global.
2. Volgens Global heeft A&C arbeidskrachten die zij voorheen via Global inleende, gerekruteerd en voor zich laten werken, in strijd met daarover gemaakte afspraken. Hof: die afspraken zijn nietig in verband met het belemmeringsverbod van artikel 9a Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi). De gestelde rekrutering en tewerkstelling levert daarom geen wanprestatie op, en is evenmin onrechtmatig.
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 19 oktober 2021, waarmee Global in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 21 juli 2021;
- het herstelexploot van 25 januari 2022;
- het arrest van dit hof van 24 mei 2024, waarin een mondelinge behandeling is gelast;
- de brief van A&C van 29 juni 2022, met bijlagen 1-5;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 15 juli 2022;
- de memorie van grieven van Global;
- de memorie van antwoord van A&C, met bijlagen 1-10;
- de akte na memorie van antwoord van Global;
- de antwoordakte van A&C.
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de rechtbank, vorderingen in hoger beroep
primairveroordeling van A&C tot het stellen van zekerheid voor het bedrag van € 26.303,81, met een opslag van 30% voor rente en kosten, tot het moment dat de opschortingsbevoegdheid van A& C wegvalt;
subsidiairveroordeling van A&C tot betaling van het bedrag van € 26.303,81, vermeerderd met rente, aan de belastingdienst, op door het hof te bepalen wijze;
primairA&C artikel VII van de overeenkomst heeft geschonden en als gevolg daarvan de daarin vermelde boete verbeurt;
subsidiairA&C onrechtmatig jegens Global heeft gehandeld door de vijf werknemers buiten Global om direct of indirect voor zich te laten werken zonder daarvoor een vergoeding aan Global te betalen;
voorwaardelijk, voor zover de onder 3) gevorderde verklaring voor recht wordt uitgesproken: veroordeling van A&C tot betaling van het boetebedrag van € 50.000, vermeerderd met rente;
5.Beoordeling in hoger beroep
Ontvankelijkheid hoger beroep/bezwaar tegen eiswijziging
6.Beslissing
- verwijst de zaak naar de rol van 19 december 2023 voor akte aan beide zijden voor het doel dat is vermeld in 5.10; bij akte van vier weken nadien mogen partijen op elkaars aktes reageren;
- houdt iedere verdere beslissing aan.