ECLI:NL:GHDHA:2023:2126

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
25 oktober 2023
Publicatiedatum
6 november 2023
Zaaknummer
22-001485-22
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het medeplegen van oplichting, computervredebreuk, diefstal door middel van een valse sleutel en eenvoudig witwassen van de opbrengsten van deze feiten

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 25 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de verdachte, die was veroordeeld voor het medeplegen van oplichting, computervredebreuk, diefstal door middel van een valse sleutel en eenvoudig witwassen. De verdachte heeft samen met een mededader slachtoffers benaderd via een Marktplaatsadvertentie en hen een valse link gestuurd naar een nepsite. Hierdoor heeft de verdachte inloggegevens van de slachtoffers afgevangen, wat resulteerde in een totale schade van meer dan € 87.000. De rechtbank had de verdachte in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal een gevangenisstraf van 18 maanden geëist, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. Het hof heeft de verdachte uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van 14 maanden, waarvan 7 maanden voorwaardelijk, en heeft bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht en behandeling voor middelengebruik. De verdachte heeft spijt betuigd en is bereid de schade te vergoeden. Het hof heeft ook vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waaronder schadevergoeding aan de Rabobank, ING Bank en Volksbank.

Uitspraak

Rolnummer: 22-001485-22
Parketnummers: 09-182662-21 en 16-187763-21
Datum uitspraak: 25 oktober 2023
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Den Haag van 20 mei 2022 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1999,
BRP-adres: [adres 1], [woonplaats].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het bij dagvaarding onder parketnummer 09-182662-21 onder 1, 2, 3 en 4 en het bij dagvaarding onder parketnummer 16-187763-21 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van voorarrest waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren onder oplegging van bijzondere voorwaarden zoals nader omschreven in het vonnis waarvan beroep. Tevens is beslist omtrent de vorderingen van de benadeelde partijen en de inbeslaggenomen voorwerpen zoals nader omschreven in het vonnis waarvan beroep. Voorts is het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - tenlastegelegd dat:
Zaak met parketnummer 09-182662-21:
1.
hij (op één of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2020 tot en met 9 juli 2021 te Beneden-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal en/of Kamperland, gemeente Noord-Beveland, en/of Tiel en/of Zwolle en/of Tilburg, althans in Nederland en/of Duitsland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen meermalen, althans eenmaal (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, meerdere personen, waaronder:
[slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 2] en/of
[slachtoffer 3] en/of
[slachtoffer 4] en/of
[slachtoffer 5] en/of
[slachtoffer 6] en/of
[slachtoffer 7] en/of
[slachtoffer 8] en/of
[slachtoffer 9] en/of
[slachtoffer 10] en/of
[slachtoffer 11] en/of
[slachtoffer 12] en/of
[slachtoffer 13] en/of
[slachtoffer 14] en/of
[slachtoffer 15]
(telkens) heeft bewogen tot de afgifte van gegevens, te weten: de (inlog)gegevens van zijn/haar internetbankierenomgeving en/of één of meerdere geldbedragen, door (telkens):
- die persoon/personen te benaderen via marktplaats als potentiële koper en/of vervolgens met die personen verder te communiceren via WhatsApp en/of
- aan die persoon/personen te vragen om een verzendlabel van PostNL en/of DHL aan te maken en/of toe te zeggen dat de kosten daarvoor zouden worden vergoed en/of
- aan die persoon/personen te vragen om een geldbedrag van 0,01 cent over te maken voor een fraudecheck en/of
- ( vervolgens) die persoon/personen in plaats van een echte link een valse link toe sturen waarbij die persoon/personen werd/werden doorgeleid naar een `panel’, te weten een pagina die afkomstig lijkt te zijn van de bank waarop de gegevens die toegang geven tot de internetbankierenomgeving behorend bij de bankrekening(en) van die persoon/personen dienen te worden ingevuld en door verdachte en/of zijn mededader(s) kunnen worden afgetapt en/of
- die persoon/personen voor te houden dat abusievelijk geld op zijn/haar/hun rekening was gestort en/of te vragen om dat geld terug over te boeken;
2.
hij (op één of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2020 tot en met 9 juli 2021 te Beneden-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal en/of Kamperland, gemeente Noord-Beveland, en/of Tiel en/of Zwolle en/of Tilburg, althans in Nederland en/of Duitsland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk in (een gedeelte van) een geautomatiseerd werk te weten een server en/of een computersysteem bevattende de internetbankierenomgeving van de Rabobank en/of ING bank en/of de Volksbank (waaronder de ASN bank en/of RegioBank en/of SNS bank), gekoppeld aan de bankrekening(en) van (in totaal) 96 klanten althans één of meer klant(en) van voornoemde bank(en) is binnengedrongen
a. door het doorbreken van een beveiliging, en/of
b. door een technische ingreep, en/of
c. met behulp van valse signalen of een valse sleutel, en/of
d. door het aannemen van een valse hoedanigheid
te weten door (telkens):
- zich voor te doen als de rechtmatige rekeninghouder en/of
- zonder toestemming gebruik te maken van de (door oplichting verkregen) inloggegevens van die rekeninghouder(s);
3.
hij (op één of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2020 tot en met 9 juli 2021 te Beneden-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal en/of Kamperland, gemeente Noord-Beveland, en/of Tiel en/of Zwolle en/of Tilburg, althans in Nederland en/of Duitsland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen meermalen, althans eenmaal (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening één of meerdere geldbedragen van in totaal minstens € 87.252,42 heeft weggenomen, geheel of ten dele toebehorende aan een ander dan verdachte en/of zijn mededader(s), te weten aan één of meer rekeninghouder(s) van de Rabobank en/of ING bank en/of de Volksbank (waaronder de ASN bank en/of RegioBank en/of SNS bank), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door zich (telkens) toegang te verschaffen tot de internetbankierenomgeving van voornoemde rekeninghouder(s), met gebruikmaking van aan deze persoon/personen toebehorende inloggegevens zonder dat verdachte en/of zijn mededader(s) gerechtigd waren tot het gebruik van deze inloggegevens;
4.
hij (op één of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2020 tot en met 9 juli 2021 te Beneden-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal en/of Kamperland, gemeente Noord-Beveland, en/of Tiel en/of Zwolle en/of Tilburg, althans in Nederland en/of Duitsland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen (telkens) (een) voorwerp(en), te weten één of meerdere geldbedrag(en) van in totaal
€ 87.252,42 heeft verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of van dat/die geldbedrag(en) gebruik heeft gemaakt, terwijl hij en/of zijn mededader(s) (telkens) wist dat die voorwerpen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig (eigen) misdrijf, en hij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt.
Zaak met parketnummer 16-187763-21 (gevoegd):
hij in of omstreeks de periode 11 januari 2020 tot 21 januari 2020 te Beneden-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal, en/of Utrecht, gemeente Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, (een) voorwerp(en), te weten één of meerdere geldbedrag(en) (van in totaal € 900) heeft verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of van dat/die geldbedrag(en) gebruik heeft gemaakt, terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist dat die voorwerpen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig (eigen) misdrijf, en hij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het bij dagvaarding onder 09-182662-21 onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde en het bij dagvaarding onder parketnummer 16-187763-21 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren onder oplegging van bijzondere voorwaarden inhoudende een meldplicht bij de reclassering, een ambulante behandeling, een inspanningsverplichting ten aanzien van dagbesteding, een inspanningsverplichting ten aanzien van financiën, het onthouden van middelengebruik, het meewerken aan middelencontrole en het onthouden van deelname aan kansspelen alsmede tot een geldboete ter hoogte van
€ 5.000,00, subsidiair 60 dagen hechtenis.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven reeds omdat het hof komt tot een enigszins andere bewezenverklaring. Ook zal het hof andere beslissingen nemen ten aanzien van de strafoplegging en ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 09-182662-21 onder 1, 2, 3 en 4 en in de zaak met parketnummer 16-187763-21 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Zaak met parketnummer 09-182662-21:
1.
hij
(op
één of meerderetijdstippen
)in
of omstreeksde periode van 1 maart 2020 tot en met 9 juli 2021
te Beneden-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal en/of Kamperland, gemeente Noord-Beveland, en/of Tiel en/of Zwolle en/of Tilburg, althansin Nederland
en/of Duitsland, tezamen en in vereniging met een
of meerander
(en), althans alleenmeermalen
, althans eenmaal (telkens)met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van
een valse naam en/ofeen valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, meerdere personen,
waaronderonder wie:
[slachtoffer 1] en
/of
[slachtoffer 2] en
/of
[slachtoffer 3] en
/of
[slachtoffer 4] en
/of
[slachtoffer 5] en
/of
[slachtoffer 6] en
/of
[slachtoffer 7] en
/of
[slachtoffer 8] en
/of
[slachtoffer 9] en
/of
[slachtoffer 10] en
/of
[slachtoffer 11] en
/of
[slachtoffer 12] en
/of
[slachtoffer 13] en
/of
[slachtoffer 14] en
/of
[slachtoffer 15]
(telkens
)heeft bewogen tot de afgifte van gegevens, te weten: de (inlog)gegevens van zijn/haar internetbankierenomgeving en/of één of meerdere geldbedragen, door
(telkens
):
- die persoon/personen te benaderen via marktplaats als potentiële koper en/of vervolgens met die personen verder te communiceren via WhatsApp en/of
- aan die persoon/personen te vragen om een verzendlabel van PostNL en/of DHL aan te maken en/of toe te zeggen dat de kosten daarvoor zouden worden vergoed en/of
- aan die persoon/personen te vragen om een geldbedrag van
0,01
eurocent over te maken voor een fraudecheck en/of
- ( vervolgens) die persoon/personen in plaats van een echte link een valse link toe sturen waarbij die persoon/personen werd/werden doorgeleid naar een ‘panel’, te weten een pagina die afkomstig lijkt te zijn van de bank waarop de gegevens die toegang geven tot de internetbankierenomgeving behorend bij de bankrekening
(en
)van die persoon/personen dienen te worden ingevuld en door verdachte en/of zijn mededader
(s)kunnen worden afgetapt en/of
- die persoon/personen voor te houden dat abusievelijk geld op zijn/haar/hun rekening was gestort en
/ofte vragen om dat geld terug over te boeken.
2.
hij
(op
één of meerderetijdstippen
)in
of omstreeksde periode van 1 maart 2020 tot en met 9 juli 2021
te Beneden-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal en/of Kamperland, gemeente Noord-Beveland, en/of Tiel en/of Zwolle en/of Tilburg, althansin Nederland
en/of Duitsland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen meermalen, althans eenmaal (telkens
)opzettelijk en wederrechtelijk in
(een gedeelte van)een geautomatiseerd werk te weten een server en/of een computersysteem bevattende de internetbankierenomgeving van
deRabobank en/of ING bank en/of
deVolksbank
(waaronder de ASN bank en/of RegioBank en/of SNS bank), gekoppeld aan de bankrekening
(en
)van
(in totaal) 9672klanten
althans één of meer klant(en)van voornoemde bank
(en
)is binnengedrongen
a. door het doorbreken van een beveiliging, en/of
b. door een technische ingreep, en/of
c. met behulp van
valse signalen ofeen valse sleutel, en/of
d. door het aannemen van een valse hoedanigheid
te weten door
(telkens
):
- zich voor te doen als de rechtmatige rekeninghouder en
/of
- zonder toestemming gebruik te maken van de (door oplichting verkregen) inloggegevens van die rekeninghouder
(s
).
3.
hij
(op
één of meerderetijdstippen
)in
of omstreeksde periode van 1 maart 2020 tot en met 9 juli 2021
te Beneden-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal en/of Kamperland, gemeente Noord-Beveland, en/of Tiel en/of Zwolle en/of Tilburg, althansin Nederland
en/of Duitsland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleenmeermalen
, althans eenmaal (telkens)met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
één of meerderegeldbedragen van in totaal minstens € 87.252,42 heeft weggenomen,
geheel of ten deletoebehorende aan een ander dan verdachte
en/of zijn mededader(s), te weten aan één of meer rekeninghouder
(s
)van
deRabobank en/of ING bank en/of
deVolksbank
(waaronder de ASN bank en/of RegioBank en/of SNS bank), waarbij verdachte
en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/ofde/het weg te nemen goed(eren) onder zijn
/hunbereik heeft
/hebbengebracht door middel van een valse sleutel, te weten door zich
(telkens
)toegang te verschaffen tot de internetbankierenomgeving van voornoemde rekeninghouder
(s
), met gebruikmaking van aan deze persoon/personen toebehorende inloggegevens zonder dat verdachte
en/of zijn mededader(s)gerechtigd
warenwastot het gebruik van deze inloggegevens.
4.
hij
(op
één of meerderetijdstippen
)in
of omstreeksde periode van 1 maart 2020 tot en met 9 juli 2021
te Beneden-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal en/of Kamperland, gemeente Noord-Beveland, en/of Tiel en/of Zwolle en/of Tilburg, althansin Nederland
en/of Duitsland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen (telkens
) (een)voorwerp
(en
), te weten één of meerdere geldbedrag
(en
)van in totaal
€ 87.252,42 heeft verworven en/of voorhanden
heeftgehad
en/of overgedragenen/of omgezet en/of van
dat/die geldbedrag
(en
)gebruik heeft gemaakt, terwijl hij
en/of zijn mededader(s) (telkens
)wist dat die voorwerpen
geheel of gedeeltelijk- onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig
(eigen
)misdrijf
, en hij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt.
Zaak met parketnummer 16-187763-21 (gevoegd):
hij in
of omstreeksde periode
van11 januari 2020 tot 21 januari 2020
te Beneden-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal, en/of Utrecht, gemeente Utrecht, althansin Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, (een)voorwerp
(en
), te weten
één ofmeerdere geldbedrag
(en
)(van in totaal € 900) heeft verworven en/of voorhanden gehad
en/of overgedragenen/of omgezet en/of van
dat/die geldbedrag
(en
)gebruik heeft gemaakt, terwijl hij
en/of zijn mededader(s)wist dat die voorwerpen
geheel of gedeeltelijk- onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig
(eigen
)misdrijf
, en hij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het in de zaak met parketnummer 09-182662-21 onder 1 bewezenverklaarde levert op:

medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.

Het in de zaak met parketnummer 09-182662-21 onder 2 bewezenverklaarde levert op:

computervredebreuk, meermalen gepleegd.

Het in de zaak met parketnummer 09-182662-21 onder 3 bewezenverklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd.
Het in de zaak met parketnummer 09-182662-21 onder 4 bewezenverklaarde levert op:

eenvoudig witwassen, meermalen gepleegd.

Het in de zaak met parketnummer 16-187763-21 bewezenverklaarde levert op:

eenvoudig witwassen.

Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich in een periode van ongeveer anderhalf jaar meermalen schuldig gemaakt aan het medeplegen van oplichting, aan computervredebreuk, aan diefstal door middel van een valse sleutel en aan eenvoudig witwassen van de opbrengsten van die feiten. Samen met een ander heeft de verdachte slachtoffers benaderd naar aanleiding van een door hen geplaatste Marktplaatsadvertentie en vervolgens deze slachtoffers een valse link gestuurd waardoor zij op een nepsite terechtkwamen. Op deze nepsite werden door de verdachte de ingevoerde inloggegevens van de internetbankierenomgeving van de slachtoffers afgevangen. Op deze manier heeft de verdachte een totaalbedrag van meer dan € 87.000,00 weggenomen, waaronder:
  • € 46.271,54 van bankrekeningen van ING-rekeninghouders, waarvan ING een bedrag van € 12.913,19 aan slachtoffers heeft vergoed,
  • € 37.002,23 van bankrekeningen van Rabobank-rekeninghouders, waarvan Rabobank een bedrag van € 36.882,23 aan slachtoffers heeft vergoed en
  • € 3.978,65 van bankrekeningen van Volksbank-rekeninghouders.
De verdachte is daarbij zeer geraffineerd te werk gegaan. Door zo te handelen heeft de verdachte gezorgd voor grote financiële schade, in eerste instantie bij de slachtoffers, maar uiteindelijk bij de banken die de slachtoffers deels hebben gecompenseerd. Dit soort strafbare feiten ondermijnt ook het vertrouwen in online platforms voor de aan- en verkoop van consumentenartikelen zoals Marktplaats.nl. De verdachte heeft zich kennelijk alleen laten leiden door zijn eigen financiële gewin.
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 26 september 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten.
Tevens heeft hof acht geslagen op een reclasseringsadvies d.d. 18 oktober 2021. Uit dat advies volgt dat de kans op recidive wordt beïnvloed door problemen op het
gebied van financiën, dagbesteding, middelengebruik en psychosociaal functioneren. De verdachte zou naar eigen zeggen hebben gehandeld vanuit een financieel motief. Ook is er problematiek op het gebied van middelen, gamen en gokken. De verdachte is in het verleden gediagnosticeerd met ADHD hetgeen in verband wordt gebracht met concentratieproblemen en impulsief gedrag. De reclassering schat de kans op recidive in als hoog. Geadviseerd wordt aan een (deels) voorwaardelijke straf als bijzondere voorwaarden te verbinden: een meldplicht, een ambulante behandeling (gericht op
middelengebruik, psychosociaal functioneren en game- en gokproblematiek), een inspanningsverplichting ten aanzien van dagbesteding, een inspanningsverplichting ten aanzien van financiën, het meewerken aan middelencontrole
en een verbod op kansspelen.
Het hof heeft daarnaast acht geslagen op het ter terechtzitting in hoger beroep overgelegde Zorgplan van [zorgorganisatie] d.d. 4 september 2023 alsmede een verklaring van de huidige werkgever van de verdachte d.d. 4 oktober 2023.
Het hof heeft voorts rekening gehouden met het feit dat de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep oprecht zijn spijt heeft betuigd voor zijn handelen, zich bereid heeft verklaard alle schade te vergoeden en de positieve ontwikkeling die zich ook blijkens de verklaring van zijn werkgever in het leven van de verdachte aftekent.
Het hof is - alles afwegende - van oordeel dat een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt. Het hof zal aan het voorwaardelijk deel van de op te leggen gevangenisstraf na te noemen bijzondere voorwaarden verbinden.
De raadsvrouw van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep bepleit dat sprake is van overschrijding van de redelijke termijn in hoger beroep. Het hof overweegt hiertoe als volgt. Op 23 mei 2022 is namens de verdachte hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Den Haag van 20 mei 2022. Nu het hof op 25 oktober 2023 arrest wijst, is het hof van oordeel dat de redelijke termijn in hoger beroep niet is overschreden.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Vordering tot schadevergoeding [slachtoffer 11]
In het onderhavige strafproces heeft [slachtoffer 11] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte on de zaak met parketnummer 09-182662-21 onder 1 en 3 tenlastegelegde, tot een bedrag van € 425,00.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de vordering van de benadeelde partij.
De vordering van de benadeelde partij is door en namens de verdachte niet betwist.
Het hof zal de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk verklaren, nu uit de stukken in het dossier blijkt dat Rabobank schade ten bedrage van € 433,77 en
€ 510,98 heeft vergoed en de benadeelde partij onvoldoende heeft aangetoond dat er schade resteert.
Gelet op het voorgaande dient de benadeelde partij te worden veroordeeld in de kosten die de verdachte tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt en in de kosten die de verdachte ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil.
Vordering tot schadevergoeding [slachtoffer 9]
In het onderhavige strafproces heeft [slachtoffer 9] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte in de zaak met parketnummer 09-182662-21 onder 1 en 3 tenlastegelegde, tot een bedrag van € 3.981,32.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is door en namens de verdachte niet betwist.
Naar het oordeel van het hof heeft de benadeelde partij aangetoond dat de gestelde materiële schade is geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het in de zaak met parketnummer 09-182662-21 onder 1 en 3 bewezenverklaarde. De vordering van de benadeelde partij zal derhalve worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 23 februari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening.
Gelet op het voorgaande dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 9]
Nu vaststaat dat de verdachte tot een bedrag van
€ 3.981,32 aansprakelijk is voor de schade die door het bewezenverklaarde is toegebracht, zal het hof aan de verdachte de verplichting opleggen dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 9].
Vordering tot schadevergoeding Coöperatieve Rabobank U.A.
In het onderhavige strafproces heeft Coöperatieve Rabobank U.A. zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte tenlastegelegde, tot een bedrag van € 42.488,21. Dat bedrag omvat ook gemaakte onderzoekskosten tot een bedrag van € 4.375,00.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij.
De vordering van de benadeelde partij is door en namens de verdachte niet betwist.
Naar het oordeel van het hof heeft de benadeelde partij aangetoond dat de gestelde materiële schade voor wat betreft de schadeloosstelling van gedupeerden ad € 38.113,21 is geleden en dat die schade een rechtstreeks gevolg is van het in de zaak met parketnummer 09-182662-21 onder 1 en 3 bewezenverklaarde. Dat geldt ook voor de gevorderde onderzoekskosten van € 4.375,00. De vordering van de benadeelde partij zal derhalve integraal worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 4 maart 2021 tot aan de dag der algehele voldoening.
Gelet op het voorgaande dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer Coöperatieve Rabobank U.A.
Nu vaststaat dat de verdachte tot een bedrag van
€ 42.488,21 aansprakelijk is voor de schade die door het bewezenverklaarde is toegebracht, zal het hof aan de verdachte de verplichting opleggen dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer Coöperatieve Rabobank U.A.
Vordering tot schadevergoeding ING Bank
In het onderhavige strafproces heeft ING Bank zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte tenlastegelegde, tot een bedrag van € 14.791,19. Dat bedrag omvat ook gemaakte onderzoekskosten tot een bedrag van € 1.878,00.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is door en namens de verdachte niet betwist.
Naar het oordeel van het hof heeft de benadeelde partij aangetoond dat de gestelde materiële schade voor wat betreft de schadeloosstelling van gedupeerden ad € 12.913,19 is geleden en dat die schade een rechtstreeks gevolg is van het in de zaak met parketnummer 09-182662-21 onder 1 en 3 bewezenverklaarde. Dat geldt ook voor de gevorderde onderzoekskosten van € 1.878,00. De vordering van de benadeelde partij zal derhalve integraal worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 31 januari 2022 tot aan de dag der algehele voldoening.
Gelet op het voorgaande dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer ING Bank
Nu vaststaat dat de verdachte tot een bedrag van
€ 14.791,19 aansprakelijk is voor de schade die door het bewezenverklaarde is toegebracht, zal het hof aan de verdachte de verplichting opleggen dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer ING Bank.
Vordering tot schadevergoeding Volksbank
In het onderhavige strafproces heeft Volksbank zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte tenlastegelegde, tot een bedrag van € 6.138,65. Dat bedrag omvat ook gemaakte onderzoekskosten tot een bedrag van € 2.160,00.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is door en namens de verdachte niet betwist.
Naar het oordeel van het hof heeft de benadeelde partij aangetoond dat de gestelde materiële schade voor wat betreft de schadeloosstelling van gedupeerden ad € 3.078,65 is geleden en dat die schade een rechtstreeks gevolg is van het in de zaak met parketnummer 09-182662-21 onder 1 en 3 bewezenverklaarde. Dat geldt ook voor de gevorderde onderzoekskosten van € 2.160,00. De vordering van de benadeelde partij zal derhalve integraal worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 9 juli 2021 tot aan de dag der algehele voldoening.
Gelet op het voorgaande dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer Volksbank
Nu vaststaat dat de verdachte tot een bedrag van
€ 6.138,65 aansprakelijk is voor de schade die door het bewezenverklaarde is toegebracht, zal het hof aan de verdachte de verplichting opleggen dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer Volksbank.
In beslag genomen voorwerpen
De advocaat-generaal heeft gevorderd tot verbeurdverklaring ten aanzien van alle inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, zoals deze vermeld zijn op de in kopie aan dit arrest gehechte lijst van inbeslaggenomen voorwerpen, alsmede de HP Omen laptop.
Ten aanzien van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, zoals deze vermeld zijn onder 12 t/m 37, 40, 42-43 en 59 t/m 66 op de in kopie aan dit arrest gehechte lijst van inbeslaggenomen voorwerpen, alsmede de HP Omen laptop, volgens opgave van verdachte aan hem toebehorend, zal het hof de verbeurdverklaring gelasten. Deze voorwerpen zijn voor verbeurdverklaring vatbaar, nu met betrekking tot deze voorwerpen de met parketnummer 09-182662-21 onder 1, 2, 3 en 4 bewezenverklaarde feiten en het in de zaak met parketnummer 16-187763-21 bewezenverklaarde feit zijn begaan.
Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
De advocaat-generaal heeft verzocht om ook ten aanzien van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, zoals deze vermeld zijn onder 1 t/m 11 op de in kopie aan dit arrest gehechte lijst van inbeslaggenomen voorwerpen, de verbeurdverklaring te gelasten. Nu er op deze voorwerpen een conservatoir beslag rust, zal het hof niet overgaan tot verbeurdverklaring.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 24, 33, 33a, 36f, 47, 57, 138ab, 311, 326 en 420bis.1 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 09-182662-21 onder 1, 2, 3 en 4 en in de zaak met parketnummer 16-187763-21 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 09-182662-21 onder 1, 2, 3 en 4 en in de zaak met parketnummer 16-187763-21 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
14 (veertien) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
7 (zeven) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaardedat de verdachte binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd een afspraak maakt bij Antes Reclassering, op het adres [adres 2]. De verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.
Stelt als bijzondere voorwaardedat de verdachte zich laat behandelen door Antes GGZ of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering gericht op de middelenproblematiek (alcohol- en cocaïnegebruik), psychosociaal functioneren (delictgedrag, denkpatronen, ADHD, indien nodig diagnostiek) en game- en gokproblematiek. De behandeling start ingaande proeftijd. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
Stelt als bijzondere voorwaardedat de verdachte een inspanningsverplichting heeft ten aanzien van het vinden en behouden van dagbesteding. Hij dient zich netjes te gedragen op het werk- dan wel dagbestedingsproject en zich te houden aan de aldaar gemaakte afspraken, bijvoorbeeld met betrekking tot tijdig aanwezig zijn.
Stelt als bijzondere voorwaardedat de verdachte verplicht is zich in te spannen met betrekking tot het overzichtelijk krijgen van zijn financiële situatie en indien de reclassering dit noodzakelijk acht mee te werken aan een vorm van schuldhulpverlening.
Stelt als bijzondere voorwaardedat de verdachte meewerkt aan de controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak de verdachte wordt gecontroleerd.
Stelt als bijzondere voorwaardedat de verdachte niet deelneemt aan kansspelen.
Geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
12) 1 STK Koffer
13) 1 STK Shirt Stone Island
14) 1 PR Schoenen Alexander Mcquee
15) 1 PR Schoenen Dior
16) 1 PR Schoenen Boost
17) 1 PR Schoenen Gucci
18) 1 PR Schoenen Moncler
19) 1 PR Schoenen Tommy Hilfiger
20) 1 PR Schoenen Alexander Mcquee
21) 1 PR Schoenen Off-White Odsy-1000
22) 1 PR Schoenen Balenciaga
23) 1 PR Schoenen Moncler Badslippers
24) 1 STK Jas Moncler Winter Ski
25) 1 STK Jas Stone Island Winter
26) 1 STK Jas Tommy Hilfiger
27) 1 STK Jas Parajumpers
28) 1 STK Pas Debetkaart
29) 1 STK Tas Ralph Lauren
30) 10 PAK Sigaret Marlboro
31) 1 STK Sleutel
32) Hoofdtelefoon Apple
33) 1 STK Jas Moncler
34) 1 PR Schoenen Alexander Mcquee
35) 1 STK Riem Gucci
36) 23 SF Sigaret Marlboro
37) 1 FLS Champagne Dom Perignon
40) 1 STK Computer - Notebook HP
42) 1 PR Schoenen Tommy Hilfiger
43) 1 STK Brillekoker Cartier
59) 1 STK Brillekoker Cartier
60) 1 STK Administratie grijs
61) 1 STK Telefoontoestel Apple iPhone A2399
62) 1 STK Telefoontoestel Apple iPhone A2403
63) 1 STK Computer Lenovo
64) 1 STK Computer HP, chassisnr: 4CE95117NJ
65) 1 STK Computer Samsung, chassisnr: NP355V5C
66) 1 STK Simkaart van zaktelefoon Lebara
- HP Omen laptop.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 11]

Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 11] niet-ontvankelijk in haar vordering.
Veroordeelt de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 9]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 9] ter zake van het in de zaak met parketnummer 09-182662-21 onder 1 en 3 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 3.981,32 (drieduizend negenhonderdeenentachtig euro en tweeëndertig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 9], ter zake van het in de zaak met parketnummer 09-182662-21 onder 1 en 3 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 3.981,32 (drieduizend negenhonderdeenentachtig euro en tweeëndertig cent) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 40 (veertig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 23 februari 2021.

Vordering van de benadeelde partij Coöperatieve Rabobank U.A.

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij Coöperatieve Rabobank U.A. ter zake van het in de zaak met parketnummer 09-182662-21 onder 1 en 3 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 42.488,21 (tweeënveertigduizend vierhonderdachtentachtig euro en eenentwintig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd Coöperatieve Rabobank U.A., ter zake van het in de zaak met parketnummer 09-182662-21 onder 1 en 3 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 42.488,21 (tweeënveertigduizend vierhonderdachtentachtig euro en eenentwintig cent) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 220 (tweehonderdtwintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 4 maart 2021.

Vordering van de benadeelde partij ING Bank

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij ING Bank ter zake van het in de zaak met parketnummer 09-182662-21 onder 1 en 3 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 14.791,19 (veertienduizend zevenhonderdeenennegentig euro en negentien cent) ter zake van materiële schade,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd ING Bank, ter zake van het in de zaak met parketnummer 09-182662-21 onder 1 en 3 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 14.791,19 (veertienduizend zevenhonderdeenennegentig euro en negentien cent) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 60 (zestig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 31 januari 2022.

Vordering van de benadeelde partij Volksbank

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij Volksbank ter zake van het in de zaak met parketnummer 09-182662-21 onder 1, 2, 3 en 4 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 6.138,65 (zesduizend honderdachtendertig euro en vijfenzestig cent) ter zake van materiële schade,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd Volksbank, ter zake van het in de zaak met parketnummer 09-182662-21 onder 1, 2, 3 en 4 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 6.138,65 (zesduizend honderdachtendertig euro en vijfenzestig cent) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 40 (veertig) dagen.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 9 juli 2021.
Dit arrest is gewezen door Chr.A. Baardman, mr. C.H.M. Royakkers en mr. M. Pheijffer, in bijzijn van de griffier mr. J.H.M. Peusken.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 25 oktober 2023.
Mr. M. Pheijffer is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.