ECLI:NL:GHDHA:2023:2099
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling en verlenging van de looptijd
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 24 mei 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam van 21 maart 2023, waarbij de schuldsaneringsregeling van de appellant was beëindigd. De appellant, die in de schuldsaneringsregeling verkeerde sinds 9 augustus 2021, had tegen de beëindiging hoger beroep ingesteld. De rechtbank had geoordeeld dat de appellant zijn verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling niet naar behoren was nagekomen, met name de informatieverplichting, en dat hij bovenmatige schulden had laten ontstaan. Tijdens de mondelinge behandeling op 16 mei 2023 heeft de appellant, bijgestaan door zijn advocaat en beschermingsbewindvoerder, zijn standpunt toegelicht. Het hof heeft vastgesteld dat de appellant inmiddels een groot aantal ontbrekende stukken had overgelegd en dat de situatie rondom het beschermingsbewind verbeterd was. Het hof oordeelde dat, hoewel de tekortkomingen ernstig waren, er voldoende aanleiding was om een uitzondering te maken en de schuldsaneringsregeling te verlengen. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de looptijd van de schuldsaneringsregeling met twee jaar verlengd, tot 9 augustus 2026. De zaak is terugverwezen naar de rechtbank voor verdere uitvoering van de schuldsaneringsregeling.