ECLI:NL:GHDHA:2023:2092

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
17 mei 2023
Publicatiedatum
3 november 2023
Zaaknummer
200.324.931/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van faillietverklaring en beoordeling van betalingsonmacht

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 17 mei 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de faillietverklaring van [appellant], die op 21 maart 2023 door de rechtbank Den Haag was uitgesproken. De rechtbank had mr. R.G.C. Veneman benoemd tot rechter-commissaris en mr. R.P.R. Nolten als curator aangesteld. [Appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen deze faillietverklaring, met het verzoek om deze te vernietigen. Tijdens de mondelinge behandeling op 16 mei 2023 is [appellant] verschenen, bijgestaan door zijn advocaat mr. G.T. Poot, en vergezeld van een schuldhulpverlener. De curator, vertegenwoordigd door mr. A.N. Jansen, was ook aanwezig, terwijl NQ Solutions B.V. niet is verschenen.

Het hof heeft de argumenten van [appellant] gehoord, die betwistte dat hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen. Hij stelde dat hij met al zijn schuldeisers, behalve de Belastingdienst, een regeling heeft getroffen en dat de faillissementskosten en het salaris van de curator zijn voldaan. De curator bevestigde dat er een schriftelijke regeling is getroffen met de meeste schuldeisers en dat er voldoende middelen zijn om de kosten van het faillissement te dekken.

Na beoordeling van de feiten en omstandigheden concludeerde het hof dat niet summierlijk is gebleken van een toestand van betalingsonmacht bij [appellant]. Het hof vernietigde daarom het vonnis van de rechtbank en wees het verzoek tot faillietverklaring af. Tevens werd bepaald dat de griffier van het hof onverwijld kennis geeft van deze uitspraak aan de griffier van de rechtbank Den Haag.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.324.931/01
Rekestnummer rechtbank : C/09/642811 / FT RK 23/130

arrest van 17 mei 2023

inzake

[appellant],

wonende te [woonplaats],
appellant,
hierna te noemen: [appellant],
advocaat: mr. G.T. Poot te Rotterdam,
tegen

NQ Solutions B.V.,

gevestigd te Heeswijk-Dinther, gemeente Bernheze,
geïntimeerde,
hierna te noemen: NQ Solutions,
advocaat: mr. N.S. van Tussenbroek te Rotterdam.

Het geding

Bij vonnis van de rechtbank Den Haag van 21 maart 2023 is [appellant] in staat van faillissement verklaard, met benoeming van mr. R.G.C. Veneman tot rechter-commissaris en met aanstelling van mr. R.P.R. Nolten, advocaat te Den Haag, als curator. Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 28 maart 2023, is [appellant] van voornoemd vonnis in hoger beroep gekomen en heeft hij het hof verzocht om de daarbij uitgesproken ‘faillietverklaring te vernietigen’. Daarnaast heeft het hof kennisgenomen van door [appellant] nader overgelegde stukken en het schriftelijke verslag van de curator van 11 mei 2023.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 16 mei 2023. Verschenen zijn, voor zover hier van belang: [appellant], bijgestaan door zijn advocaat en vergezeld van […], schuldhulpverlener; en mr. A.N. Jansen, advocaat te Den Haag, namens de curator. NQ Solutions is niet verschenen en evenmin haar advocaat.

De beoordeling van het hoger beroep

1. In het bestreden vonnis heeft de rechtbank overwogen dat summierlijk is gebleken van het vorderingsrecht van NQ Solutions en van het bestaan van feiten en omstandigheden welke aantonen dat [appellant] in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen.
2. [appellant] betwist dat hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen. Daartoe heeft [appellant] aangevoerd dat hij met al zijn schuldeisers een regeling heeft getroffen, met dien verstande dat de regeling met de Belastingdienst nog niet is geformaliseerd vanwege een nog te verrekenen teruggave. De faillissementskosten en het salaris van de curator zijn of worden voldaan. En er is voldoende saldo om de regelingen, inclusief die straks met de Belastingdienst, na te komen. De schuldhulpverlener heeft een en ander beaamd.
3. Namens de curator is ter zitting van het hof bevestigd dat [appellant] met al zijn bij de curator bekende schuldeisers een schriftelijke regeling heeft getroffen, behalve met de Belastingdienst. Het klopt dat er nog een teruggave door de Belastingdienst zal worden gedaan en dat voor het dan resterende bedrag een afbetalingsregeling zal worden getroffen. Het salaris van de curator van € 5.239,29 is inmiddels door een derde op de rekening van de curator gestort, terwijl er ook zekerheid is dat de overige kosten van het faillissement zullen worden voldaan. De curator concludeert op basis hiervan dat er op dit moment geen sprake meer is van een faillissementstoestand en adviseert daarom het faillissement op te heffen.
4. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is het hof van oordeel dat in hoger beroep niet summierlijk is gebleken van feiten en omstandigheden die meebrengen dat [appellant] nog verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen.
5. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat het bestreden vonnis zal worden vernietigd. Nu namens de curator ter zitting van het hof is bevestigd dat zijn salaris reeds is voldaan en er zekerheid is dat ook de overige kosten van het faillissement worden voldaan, kan een veroordeling van [appellant] om deze kosten te voldoen achterwege blijven.

De beslissing

Het hof:
- vernietigt het vonnis van de rechtbank Den Haag van 21 maart 2023,
en opnieuw rechtdoende:
- wijst het verzoek tot faillietverklaring ten aanzien van [appellant] af,
- bepaalt dat de griffier van dit hof onverwijld kennis geeft van deze uitspraak aan de griffier van de rechtbank Den Haag.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.M. van der Klooster, P. Volker en A.J. Swelheim en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 mei 2023 in aanwezigheid van de griffier.