ECLI:NL:GHDHA:2023:2081

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
13 oktober 2023
Publicatiedatum
1 november 2023
Zaaknummer
22-003567-22
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte wegens meerdere strafbare feiten in tbs-instelling met verminderd toerekeningsvatbaarheid

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 13 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de verdachte, die in eerste aanleg door de rechtbank Rotterdam was vrijgesproken van enkele tenlastegelegde feiten. De verdachte, geboren in 1994 en ten tijde van de behandeling in hoger beroep gedetineerd, werd beschuldigd van meerdere strafbare feiten gepleegd in de tbs-instelling waar hij verbleef. De rechtbank had de verdachte volledig ontoerekeningsvatbaar verklaard, maar het hof oordeelde op basis van een psychologisch rapport dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar moest worden geacht. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal gevolgd, die een gevangenisstraf van 300 dagen had geëist, waarvan 123 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 177 dagen, waarbij de tijd in voorarrest in mindering wordt gebracht. Tevens is de verdachte veroordeeld tot schadevergoeding aan de benadeelde partij, die zich had gevoegd in het proces. De vordering tot schadevergoeding werd toegewezen tot een bedrag van € 7.687,50, te vermeerderen met wettelijke rente. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd voor zover deze aan het oordeel van het hof was onderworpen en heeft de verdachte vrijgesproken van het onder 5 primair tenlastegelegde feit. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de impact op de slachtoffers, evenals de rol van de psychische toestand van de verdachte in de beoordeling van zijn toerekeningsvatbaarheid.

Uitspraak

Rolnummer: 22-003567-22
Parketnummer: 10-141931-22
Datum uitspraak: 13 oktober 2023
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 30 november 2022 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1994,
ten tijde van de behandeling ter terechtzitting in hoger beroep uit anderen hoofde gedetineerd in [verblijfplaats].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte van het onder 5 primair en 8 tenlastegelegde vrijgesproken en ten aanzien van het onder 1, 2, 3, 4, 5 subsidiair, 6 en 7 tenlastegelegde ontslagen van alle rechtsvervolging. Voorts is beslist op de vordering van de benadeelde partij als nader omschreven in het vonnis waarvan beroep.
De officier van justitie heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Ontvankelijkheid van de officier van justitie in het hoger beroep
De verdachte is in eerste aanleg vrijgesproken van hetgeen aan hem onder 8 is tenlastegelegd. Door de officier van justitie is onbeperkt hoger beroep ingesteld. De advocaat-generaal heeft evenwel ter terechtzitting in hoger beroep van 19 mei 2023 te kennen gegeven dat het hoger beroep zich richt tegen de beslissing om de verdachte ten aanzien van de bewezenverklaarde feiten ontoerekeningsvatbaar te verklaren en te ontslaan van alle rechtsvervolging. Nu van de zijde van het openbaar ministerie aldus geen grieven zijn ingediend tegen de beslissing tot vrijspraak van het onder 8 tenlastegelegde en het hof ook ambtshalve geen redenen ziet voor een inhoudelijke behandeling van dit feit in hoger beroep, zal de officier van justitie in zoverre, gelet op het bepaalde in artikel 416 van het Wetboek van Strafvordering, niet‑ontvankelijk worden verklaard in het hoger beroep.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg en voor zover thans nog aan het oordeel van het hof onderworpen - tenlastegelegd dat:
1.
hij, op of omstreeks 7 juni 2022 te Poortugaal, gemeente Albrandswaard, opzettelijk en wederrechtelijk, één of meerdere ruit(en), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) de Kijvelanden, in elk geval aan een ander, althans aan een ander of anderen dan aan verdachte, toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
2.
hij, op of omstreeks 11 mei 2022 te Poortugaal, gemeente Albrandswaard, opzettelijk en wederrechtelijk telkens één of meerdere
- ( beeld - en/of computer)schermen en/of
- CLB oproepsysteem/systemen en/of schermen en/of
- laptop(s) en/of
- glazen drinkfles(sen),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) de Kijvelanden en/of diens medewerk(st)er(s) en/of personeel, in elk geval aan een ander, althans aan een ander dan aan verdachte, toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
3.
hij, op of omstreeks 11 mei 2022 te Poortugaal, gemeente Albrandswaard [medewerkster], (een) medewerk(st)er van/bij Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) de Kijvelanden, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door
- dreigend te zoeken naar een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp en/of
- dreigend met een pen in de hand naar/in de richting voornoemde [medewerkster] te lopen en/of
- ( vervolgens) voornoemde [medewerkster] de volgende (be)dreigende woorden toe te voegen: "ik ga jullie steken" en/of "ik ga jullie doorboren met een pen" en/of "ik ga jullie dood maken" en/of "neem afstand, ik ben niet te vertrouwen. Ik ga de aanwezige stafleden neersteken”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
4.
hij, op of omstreeks 25 maart 2022 te Poortugaal, gemeente Albrandswaard, opzettelijk en wederrechtelijk telkens één of meerdere
- deur(en) en/of
- slot(en)
- schroef/schroeven en/of paneel/panelen,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) de Kijvelanden en/of diens medewerk(st)er(s) en/of personeel, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
5.
hij, op of omstreeks 14 maart 2022 te Poortugaal, gemeente Albrandswaard, aan [benadeelde partij], verpleegkundige/groepsleider van/bij Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) de Kijvelanden, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten één of meerdere wervelbreuk(en) en/of discopathie althans ernstig rugletsel, heeft toegebracht door telkens één of meerdere maal/malen en/of geboeid en/of met kracht
- plotsklaps op te staan waardoor voornoemde [benadeelde partij] ten val kwam en/of
- ( vervolgens) voornoemde [benadeelde partij] in de rug te schoppen/trappen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 14 maart 2022 te Poortugaal, gemeente Albrandswaard, [benadeelde partij], verpleegkundige/groepsleider van/bij Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) de Kijvelanden, heeft mishandeld door telkens één of meerdere maal/malen en/of geboeid en/of met kracht
- plotsklaps op te staan waardoor voornoemde [benadeelde partij] ten val kwam en/of
- ( vervolgens) voornoemde [benadeelde partij] in de rug te schoppen/trappen,
terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel, te weten één of meerdere wervelbreuk(en) en/of discopathie althans ernstig rugletsel ten gevolge heeft gehad;
6.
hij op of omstreeks 8 maart 2022 te Poortugaal, gemeente Albrandswaard [benadeelde partij], verpleegkundige/groepsleider van/bij Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) de Kijvelanden heeft mishandeld door telkens één of meerdere maal/malen en/of met kracht en/of vanuit zijn cel/kamer
- met beide handen door het boeienluik de linkerarm van die [benadeelde partij] vast te pakken/grijpen en/of
- ( vervolgens) aan voornoemde linkerarm van die [benadeelde partij] te trekken en/of waardoor die [benadeelde partij] zijn evenwicht verloor en/of tegen de deur en/of boeienluik werd getrokken en/of de horloge van die [benadeelde partij] in de huid/het lichaam van die [benadeelde partij] sneed;
7.
hij, op of omstreeks 28 februari 2022 te Poortugaal, gemeente Albrandswaard, opzettelijk en wederrechtelijk, telkens één of meerdere
- lakens en/of dekens
- ruit(en) en/of
- stoel(en) en/of
- perplex(en), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) de Kijvelanden, in elk geval aan een ander, althans aan een ander of anderen dan aan verdachte, toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, dat de verdachte van het onder 5 primair tenlastegelegde zal worden vrijgesproken en ter zake van het onder 1, 2, 3, 4, 5 subsidiair, 6 en 7 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 300 dagen waarvan 123 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan – voor zover thans nog aan het oordeel van het hof onderworpen - niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Gelijk het standpunt van de advocaat-generaal en de verdediging is naar het oordeel van het hof niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 5 primair is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5 subsidiair, 6 en 7 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij
,op
of omstreeks7 juni 2022 te Poortugaal, gemeente Albrandswaard, opzettelijk en wederrechtelijk, één
of meerdereruit
(en), in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) de Kijvelanden
, in elk geval aan een ander, althans aan een ander of anderen dan aan verdachte,toebehoorde
(n)heeft vernield
, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
2.
hij
,op
of omstreeks11 mei 2022 te Poortugaal, gemeente Albrandswaard, opzettelijk en wederrechtelijk telkens
één of meerdere
- ( beeld - en/of computer)schermen en
/of
- CLB
oproepsysteem/systemen en
/ofschermen en
/of
-
eenlaptop
(s)en
/of
-
eenglazen drinkfles
(sen),
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) de Kijvelanden
en/of diens medewerk(st)er
(s) en/of personeel, in elk geval aan een ander, althans aan een ander dan aan verdachte,toebehoorde(n) heeft vernield
, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
3.
hij
,op
of omstreeks11 mei 2022 te Poortugaal, gemeente Albrandswaard
,[medewerkster],
(een
)medewerk
(st
)er van
/bijForensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) de Kijvelanden, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling,door
-
dreigendte zoeken naar een mes
, althans een scherp en/of puntig voorwerpen
/of
-
dreigendmet een pen in de hand
naar/in de richting
vanvoornoemde [medewerkster] te lopen en
/of
- ( vervolgens) voornoemde [medewerkster] de volgende
(be
)dreigende woorden toe te voegen: "ik ga jullie steken" en
/of"ik ga jullie doorboren met een pen" en
/of"ik ga jullie dood maken" en
/of"neem afstand, ik ben niet te vertrouwen. Ik ga de aanwezige stafleden neersteken”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
4.
hij
,op
of omstreeks25 maart 2022 te Poortugaal, gemeente Albrandswaard, opzettelijk en wederrechtelijk telkens
één of meerdere
-
eendeur
(en)en
/of
-
eenslot
(en)en
-
schroef/schroeven en/of paneel/panelen,
in elk geval enig goed,dat/die
geheel of ten deleaan Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) de Kijvelanden
en/of diens medewerk(st)er(s) en/of personeel, in elk geval aan een andertoebehoorde
(n
)heeft vernield
, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
5.
hij
,op
of omstreeks14 maart 2022 te Poortugaal, gemeente Albrandswaard, [benadeelde partij],
verpleegkundige/groepsleider
van/bij Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) de Kijvelanden, heeft mishandeld door
telkens één of meerdere maal/malen en/of geboeid en/ofmet kracht
-
plotsklapsop te staan waardoor voornoemde [benadeelde partij] ten val kwam en
/of
-
(vervolgens
)voornoemde [benadeelde partij] in de rug te schoppen
/trappen,
terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel, te weten één
of meerderewervelbreuk
(en)en
/ofdiscopathie
althans ernstig rugletselten gevolge heeft gehad;
6.
hij op
of omstreeks8 maart 2022 te Poortugaal, gemeente Albrandswaard [benadeelde partij],
verpleegkundige/groepsleider
van/bij Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) de Kijvelanden heeft mishandeld door
telkens één of meerdere maal/malen en/ofmet kracht
en/ofvanuit zijn
cel/kamer
-
met beide handendoor het boeienluik de linkerarm van die [benadeelde partij] vast te
pakken/grijpen en
/of
-
(vervolgens
)aan voornoemde linkerarm van die [benadeelde partij] te trekken
en/ofwaardoor die [benadeelde partij] zijn evenwicht verloor en
/oftegen de deur en
/ofhetboeienluik werd getrokken en
/ofhetdehorloge van die [benadeelde partij] in de huid
/het lichaamvan die [benadeelde partij] sneed;
7.
hij
,op
of omstreeks28 februari 2022 te Poortugaal, gemeente Albrandswaard, opzettelijk en wederrechtelijk,
telkens één of meerdere
-
eenlaken
sen
/ofeendeken
sen
-
eenruit
(en)en
/of
-
eenstoel
(en) en/of
- perplex(en), in elk geval enig goed,dat/die
geheel of ten deleaan Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) de Kijvelanden,
in elk geval aan een ander, althans aan een ander of anderen dan aan verdachte,toebehoorde
(n
)heeft vernield
, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1, 2, 4 en 7 bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen, meermalen gepleegd.
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:

bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.

Het onder 5 subsidiair bewezenverklaarde levert op:

mishandeling, terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft.

Het onder 6 bewezenverklaarde levert op:

mishandeling.

Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft zich in het Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden schuldig gemaakt aan vernieling, bedreiging en mishandeling. Door aldus te handelen heeft de verdachte zwaar lichamelijk letsel, overlast, financiële schade en gevoelens van angst en onveiligheid bij de benadeelden veroorzaakt.
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 12 september 2023, waaruit blijkt dat de verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten.
Het hof heeft voorts acht geslagen op het Pro Justitia rapport van 13 oktober 2022, opgesteld door de psychiater V.M. Artist. Uit dit rapport komt naar voren dat bij de verdachte ten tijde van het tenlastegelegde sprake is van een ander gespecifieerde schizofrenie spectrum- of andere psychotische stoornis, een stoornis in het gebruik van cannabis (ernstig), een stoornis in het gebruik van cocaïne (ernstig), een Periodiek explosieve stoornis, een verstandelijke ontwikkelingsstoornis (licht) en antisociale persoonlijkheidsstrekken. De verstandelijke beperking, de periodieke explosieve stoornis en zijn antisociale persoonlijkheidskenmerken hadden invloed op verdachtes gedragskeuzes bij de meeste tenlastegelegde feiten, met uitzondering van de feiten 2 en 3, aldus de deskundige. Onder invloed van spanningen en stress kunnen bij de verdachte de emoties snel oplopen en dat leidt dan regelmatig tot impulsief en acting-out gedrag. Door de combinatie van zijn verstandelijke beperking en zijn antisociale gedragskenmerken is dit zijn manier van coping die de verdachte zichzelf in zijn levensloop heeft eigen gemaakt. Oplopende boosheid en agressieve impulsen kan hij op die momenten niet onder controle houden en hij overziet door zijn verstandelijke beperking op dat moment ook niet de gevolgen van zijn impulsief en acting-out gedrag. Zijn langdurig verblijf binnen een detentieregime met de nodige regels en beperkingen is al een chronische stressfactor. Bij bijna alle tenlastegelegde feiten (met uitzondering van de feiten 2 en 3) werd de verdachte ook nog eens getriggerd door een voorval waardoor dit mechanisme in werking trad. Er ontstond zo telkens een situatie waar de verdachte niet adequaat mee kon omgaan en wat de emoties bij hem snel deden doen oplopen met het impulsief en acting-out gedrag als gevolg; agressie, brandstichting, dreigementen, vernielingen etc. Hier komt de periodieke explosieve stoornis dan tot uiting.
De deskundige komt vervolgens tot het advies om de verdachte ten aanzien van de feiten 2 en 3 volledig toerekeningsvatbaar te achten. De hiervoor uiteengezette combinatie van factoren en interacties speelden voorafgaande aan deze feiten niet of nauwelijks. Voor de overige tenlastegelegde feiten kan de verdachte slechts gedeeltelijk toerekenbaar worden geacht. Voornoemde combinatie van factoren en interacties speelden voorafgaande aan deze feiten in meer of mindere mate. Betrokkene heeft, door zijn verstandelijke beperking en zijn antisociale gedragskenmerken, op de momenten dat de spanningen bij hem hoog oplopen onvoldoende de capaciteit en mogelijkheid om rustig te blijven en overwegingen te maken om op een meer adequate wijze met de ontstane situatie om te gaan. Het feit dat hij bij de meeste tenlastegelegde feiten wel een bepaald doel voor ogen had, namelijk om overplaatsing af te dwingen, geeft aan dat hij zijn gedragskeuzes ook voor een deel instrumenteel inzette.
Het hof neemt – anders dan de rechtbank en in weerwil van het betoog van de verdediging en mede gelet op de nadere toelichting die de deskundige V.M. Artist op de terechtzitting in hoger beroep van 29 september 2023 heeft gegeven - voornoemde conclusies van de deskundige over en maakt die tot de zijne. Op grond van deze conclusies is het hof van oordeel dat de verdachte ten aanzien van de feiten 1, 4, 5 subsidiair, 6 en 7 verminderd toerekeningsvatbaar moet worden geacht. Het hof zal dit oordeel bij de strafoplegging betrekking.
Het hof is - alles afwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur - gelijk aan de duur van het reeds ondergane voorarrest -een passende en geboden reactie vormt. Gelet op het feit dat de verdachte onherroepelijk is veroordeeld tot de TBS-maatregel en in dat kader behandeling en begeleiding krijgt, ziet het hof geen aanleiding om ter voorkoming van recidive in deze strafzaak nog een voorwaardelijk strafdeel op te leggen.
Gelet op de aard en de ernst van de door de verdachte begane feiten alsmede voornoemde Justitiële Documentatie kan naar het oordeel van het hof niet worden volstaan met toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht, zoals door de verdediging is betoogd.
Vordering tot schadevergoeding [benadeelde partij]
In het onderhavige strafproces heeft [benadeelde partij] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële en immateriële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 5 primair en subsidiair en 6 tenlastegelegde, tot een bedrag van € 8.113,50, te vermeerderen met de wettelijke rente.
De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd. Op de terechtzitting in hoger beroep van 29 september 2023 heeft de benadeelde partij te kennen gegeven dat de gevorderde kosten van het horloge ad € 426,00 niet worden gehandhaafd, nu deze reeds zijn vergoed. De benadeelde partij heeft de vordering aldus met dit bedrag verlaagd, zodat de vordering in hoger beroep aan de orde is tot een bedrag van € 7.687,50, te vermeerderen met de wettelijke rente.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij.
De vordering van de benadeelde partij is namens de verdachte betwist.
Naar het oordeel van het hof heeft de benadeelde partij aangetoond dat de gestelde materiële schade is geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 5 subsidiair en 6 bewezenverklaarde. De vordering van de benadeelde partij zal derhalve tot het aan de orde zijnde bedrag worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 14 maart 2022 tot aan de dag der algehele voldoening.
Het hof is voorts van oordeel dat aannemelijk is geworden dat de benadeelde partij immateriële schade heeft geleden en dat deze schade het rechtstreeks gevolg is van het onder 5 subsidiair en 6 bewezenverklaarde. De vordering ter zake van geleden immateriële schade leent zich - naar maatstaven van billijkheid en gelet op hetgeen in vergelijkbare zaken wordt toegewezen - voor toewijzing tot het gevorderde bedrag, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 14 maart 2022 tot aan de dag der algehele voldoening.
Gelet op het voorgaande dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij]
Nu vaststaat dat de verdachte tot een bedrag van € 7.687,50 aansprakelijk is voor de schade die door het bewezenverklaarde is toegebracht, zal het hof aan de verdachte de verplichting opleggen dat bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente, aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij].
Het hof zal de vervangende gijzeling bepalen op nul (0) dagen. Het hof houdt daarbij nadrukkelijk rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zoals die uit het procesdossier en de behandeling ter terechtzitting zijn gebleken.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 57, 285, 300 en 350 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 8 tenlastegelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 5 primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5 subsidiair, 6 en 7 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2, 3, 4, 5 subsidiair, 6 en 7 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
177 (honderdzevenenzeventig) dagen.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij] ter zake van het onder 5 subsidiair en 6 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 7.687,50 (zevenduizend zeshonderdzevenentachtig euro en vijftig cent) bestaande uit € 687,50 (zeshonderdzevenentachtig euro en vijftig cent) materiële schade en € 7.000,00 (zevenduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde partij], ter zake van het onder 5 en 6 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 7.687,50 (zevenduizend zeshonderdzevenentachtig euro en vijftig cent) bestaande uit € 687,50 (zeshonderdzevenentachtig euro en vijftig cent) materiële schade en € 7.000,00 (zevenduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 0 (nul) dagen.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële en de immateriële schade op 14 maart 2022.
Dit arrest is gewezen door mr. G. Knobbout, mr. B. Stapert en mr. M.C. Bruining, in bijzijn van de griffier mr. M. Bazuin.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 13 oktober 2023.