Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
of omstreeks21 juli 2018 te Leidschendam, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,opzettelijk [slachtoffer] van het leven te beroven,
doormet dat opzet die [slachtoffer] meermalen
, althans eenmaalmet een
mes, althansscherp en/of puntig voorwerp
,in de borststreek en
/of het gezicht en/ofde nek en
/ofhet bovenlichaam en
/ofde zijde
heeft gestokente stekenen
/oftegen het hoofd
heeft geschoptte schoppen en/of te slaan, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
nietbewezenverklaard. Hiermee is de voorwaarde die de raadsman aan het verzoek ten grondslag heeft gelegd, niet vervuld zodat het verzoek om onderzoek te laten verrichten naar de telefoongegevens van [naam 3] geen verdere bespreking meer behoeft.
materiëleschade is geleden. Deze schade is een rechtstreeks gevolg van het bewezenverklaarde. De vordering van de benadeelde partij zal derhalve tot dat bedrag worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 26 januari 2022 (de datum van het rechterlijk oordeel van de rechtbank) tot aan de dag der algehele voldoening. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat de wettelijke rente gevorderd is vanaf de datum waarop er is betaald, maar dat uit de stukken niet blijkt op welke data die betalingen hebben plaatsgevonden.
immateriëleschade heeft geleden en dat deze schade het rechtstreeks gevolg is van het bewezenverklaarde. De vordering leent zich - naar maatstaven van billijkheid - voor toewijzing tot een bedrag van € 5.000,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 21 juli 2018 (de datum van het door het hof bewezen feit) tot aan de dag der algehele voldoening.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 6.630,00 (zesduizend zeshonderddertig euro) bestaande uit