Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.[verweerder 1] ,
2. [verweerster 2] ,
3. [verweerster 3] ,
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 9 december 2021, waarmee VBK in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 29 september 2021;
- het tussenarrest van dit hof van 15 februari 2022, waarin een mondelinge behandeling na aanbrengen is gelast;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling na aanbrengen van 12 april 2022;
- de memorie van grieven, tevens houdende vermeerdering van eis van VBK, met bijlagen;
- de memorie van antwoord, tevens houdende incidenteel appel van [verweerder 1] c.s., met bijlagen;
- de memorie van antwoord in incidenteel appel van VBK, met bijlage;
- de akte overlegging nadere productie van VBK, met bijlage.
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de rechtbank
5.Vorderingen in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
Koopoptie of voorkeursrecht?
eigendeskundigen. Doordat zij hier uitvoering aan hebben gegeven, is deze afspraak in de plaats getreden van de afspraak die in de huurovereenkomst is opgenomen, aldus VBK.
Het bovengemelde aan de huurder verleende voorkeursrecht tot koop eveneens[zal]
gelden” in geval van een eigendomsoverdracht die zijn oorzaak heeft in een andere overeenkomst of handeling dan een overeenkomst van verkoop en koop. Eigendomsoverdracht van het verhuurde als gevolg van het overlijden van de verhuurder/eigenaar van het verhuurde is zo’n geval. Wanneer de eigendom van het verhuurde is overgegaan op diens erfgenamen geldt dus, zo volgt uit de overeenkomst, ook een voorkeursrecht.
onherroepelijkaanbod. Terugtrekken is in dat geval niet mogelijk. Omdat, zo blijkt uit voornoemde passage, terugtrekken in dit geval wel mogelijk is, is er geen sprake van een koopoptie in de zin van artikel 6:219 lid 3 BW.
onherroepelijkaanbod heeft gedaan om de panden te kopen, is (nog) geen koopovereenkomst tot stand gekomen. [verweerder 1] c.s. kan daardoor nu niet worden verplicht om de panden aan VBK te leveren zoals VBK vordert. [verweerder 1] c.s. heeft immers de mogelijkheid om zich na bepaling van de koopsom terug te trekken. Dat betekent dat ook de daartoe strekkende subsidiaire vordering van VBK niet toewijsbaar is. De tegen de afwijzing van de vorderingen gerichte grieven van VBK falen dus.
7.Beslissing
- heft op het op 21 december 2020 door VBK ten laste van [verweerder 1] c.s. gelegde beslag op de panden gelegen aan de Haarlemmerstraat 144 en 146 in Leiden,
- veroordeelt VBK in de kosten van de procedure in eerste aanleg, in conventie aan de kant van [verweerder 1] c.s. tot op heden begroot op € 2.991,- (3 punten x € 997,-) en in reconventie aan de kant van [verweerder 1] c.s. tot op heden begroot op € 997,- (2 halve punten x € 997,-), alsook in de nakosten, begroot op € 124,-, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de vijftiende dag na de datum van het vonnis indien niet binnen veertien dagen na de datum van het vonnis aan deze kostenveroordeling is voldaan,
- bekrachtigt het vonnis voor het overige,
- veroordeelt VBK in de kosten van het principaal en incidenteel hoger beroep, aan de kant van [verweerder 1] c.s. tot op heden begroot op € 1.780,- aan griffierecht, € 13.924,- aan salaris voor de advocaat (3 punten x tarief V + 2 punten x 0,5 x tarief V), € 173,- aan nasalaris, vermeerderd, ingeval betekening van dit arrest plaatsvindt, met € 90,-, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de vijftiende dag na de datum van dit arrest indien niet binnen veertien dagen na de datum van dit arrest aan deze kostenveroordeling is voldaan,
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad,
- wijst het meer of anders gevorderde af.