Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.[geïntimeerde 1],
[geïntimeerde 2],
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 6 september 2021 waarmee [appellant] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de rechtbank Den Haag van 10 juni 2021 (hierna: het vonnis);
- de memorie van grieven van [appellant], met bijlagen;
- de memorie van antwoord in principaal hoger beroep tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep van [geïntimeerden], met bijlage;
- de memorie van antwoord in incidenteel appel van [appellant], met bijlage;
- de (op voorhand bij H12-formulier ingezonden) bijlagen die [appellant] (bijlagen 23 tot en met 34) en [geïntimeerden] (bijlagen 2 en 3) ter gelegenheid van de hierna te noemen mondelinge behandeling hebben overgelegd.
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de rechtbank
5.Vorderingen in hoger beroep
Principaal hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
Vastgestelde feiten (grief I in principaal hoger beroep)
wanneerer toestemming is verleend door de bewoners van [adres 1]. De e-mail bevat geen ‘voorstel’, laat staan een voorstel dat aan [geïntimeerden] ter instemming wordt voorgelegd. In de daarop gevolgde e-mail van [geïntimeerden] van 29 augustus 2018 is ook niet te lezen dat en waarmee [geïntimeerden] dan zouden instemmen. In hun e-mail reageren zij slechts op de beide door [appellant] in zijn welkomst e-mail gestelde vragen. Ook in de periode daarna is niet gebleken van een voorstel als bedoeld in artikel 25 lid 3 van de Algemene Bepalingen waarmee [geïntimeerden] (schriftelijk) zouden hebben ingestemd. Een document zoals de rechtsvoorgangers van [geïntimeerden] op 28 maart 1998, respectievelijk op 20 oktober 2006 naast [appellant] hebben ondertekend is achterwege gebleven.
7.Beslissing
- veroordeelt [appellant] tot betaling van een bedrag van € 221,14 aan [geïntimeerden];
- veroordeelt [geïntimeerden] hoofdelijk om aan [appellant] terug te betalen een bedrag van € 678,86 dat [appellant] ter uitvoering van het vonnis aan [geïntimeerden] heeft voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van betaling tot aan de dag van terugbetaling;