ECLI:NL:GHDHA:2023:1888
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding met nevenvoorziening partneralimentatie en beoordeling van draagkracht
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 27 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende een echtscheiding en de nevenvoorzieningen van partner- en kinderalimentatie. De vrouw, verzoekster in het principaal hoger beroep, heeft de bestreden beschikking van de rechtbank Den Haag van 8 maart 2022 aangevochten, waarin de echtscheiding werd uitgesproken en de alimentatieverplichtingen werden vastgesteld. De man, verweerder in het principaal hoger beroep, heeft in incidenteel hoger beroep verzocht om wijziging van de alimentatiebedragen. Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw op 7 juni 2022 in hoger beroep is gekomen en dat de man op 1 augustus 2022 een verweerschrift heeft ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 29 augustus 2023 is de vrouw niet verschenen, terwijl de man en zijn advocaat wel aanwezig waren.
Het hof heeft de feiten van de zaak vastgesteld, waaronder het huwelijk van partijen in 1999 en de gezamenlijke kinderen. De rechtbank had de echtscheiding uitgesproken en de kinderalimentatie vastgesteld op € 208,- per kind per maand, en de partneralimentatie op € 419,- per maand. De vrouw verzocht het hof om de echtscheiding te vernietigen, terwijl de man de beslissing van de rechtbank wilde bekrachtigen. Het hof heeft geoordeeld dat de rechtbank terecht de echtscheiding heeft uitgesproken, ondanks de bezwaren van de vrouw, en dat er geen uitzicht meer is op herstel van de echtelijke verhoudingen.
Wat betreft de partneralimentatie heeft het hof de draagkracht van de man beoordeeld. De man heeft zijn grieven tegen de kinderalimentatie ingetrokken, waardoor deze niet meer ter discussie stond. Het hof heeft vastgesteld dat de man een netto besteedbaar inkomen heeft van € 2.458,- per maand, maar dat zijn woonlasten en de kosten voor de kinderen zijn draagkracht volledig opslokken. Daarom heeft het hof de bestreden beschikking ten aanzien van de partneralimentatie vernietigd en het verzoek van de vrouw tot vaststelling van partneralimentatie afgewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt.